a. Uitsluitend functies die in de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Inrichtingen' vallen onder de in de toepasselijke regels aangegeven milieuhindercategorieën zijn toegestaan, tenzij elders in deze regels anders aangegeven.
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in het vorige lid voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een functie die:
1. niet in de 'Staat van Inrichtingen' voorkomt en niet meer milieuhinder veroorzaakt dan functies die vallen onder de toegestane categorieën;
2. al dan niet na uitbreiding of wijziging in de Staat van Bedrijfsactiviteiten valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de desbetreffende functie niet meer milieuhinder veroorzaakt dan functies die vallen onder de toegestane categorieën.
c. In aanvulling op het algemeen gebruiksverbod in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder verboden gebruik in ieder geval begrepen:
1. telefoneerinrichting of belhuis, automatenhal, prostitutiebedrijf, seksinrichting, geldwisselkantoor, smartshop;
2. de opslag en/of stalling van kampeermiddelen, voer- of vaartuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen, en aan hun gebruik onttrokken machines, behoudens gebruik dat strekt tot realisering van de bestemming en gebruik dat voortvloeit uit het normale dagelijkse gebruik en onderhoud dat ingevolge de bestemming is toegestaan;
3. het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder artikel 2.4 van het "Inrichtingen- en vergunningenbesluit".