Plan: | Van Overloopplantsoen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1104BPSTD-OH01 |
Op 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. Met deze wet wordt onder meer beoogd de soortbeschermingsregeling(en) van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn te implementeren in de Nederlandse rechtsorde.
Het bestemmingsplan Van Overloopplantsoen is een bestemmingsplan gericht op het beheer van het plangebied. Wel is het toegestaan een steiger te bouwen.
Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van de te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en Faunawet.
Indien uit gegevens of uit onderzoek blijkt, dat er sprake is van een beschermde soort of beschermde soorten en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rust -plaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betrokken (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden, nadat ontheffing of vrijstelling is verleend op grond van de Flora- en Faunawet. Bij de beoordeling van een ontheffing of vrijstelling is de Habitatrichtlijn mede het toetsingskader.
De bomen worden beschermd door de gemeentelijke kapverordening (bomenverordening). Het criterium 'in het belang van handhaving van het natuur-, landschaps- of stadsschoon" zal door het dagelijks bestuur bij de toetsing van aanvragen strikt worden toegepast.
Voor het bestemmingsplan Oostelijke binnenstad, waarbinnen het Van Overloopplantsoen ligt, is in 2010 onderzoek verricht naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna ('Natuurtoets Oostelijke binnenstad", Dienst Ruimtelijke Ordening, maart 2010) in het gehele gebied tussen Amstel, Nieuwe Herengracht, Nieuwe Vaart en Singelgracht. In dit onderzoek is nagegaan of er vanuit de natuurwetgeving consequenties zijn voor het plangebied van het bestemmingsplan Oostelijke binnenstad. Volgens dit onderzoek zijn in het Van Overloopplantsoen en de oevers van de Nieuwe Keizersgracht geen beschermde flora- en faunasoorten aangetroffen.
Volstaan wordt daarom met de algemene conclusies uit dit rapport.
In het plangebied van de Oostelijke binnenstad komen een aantal beschermde dier- en plantensoorten voor. Ook relatief kleine ingrepen kunnen effect hebben op deze soorten. Veel gebouwen in het plangebied zijn geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Bij sloop of grote renovatie van gebouwen is dan ook vrijwel altijd nader onderzoek nodig. Voor de meeste broedvogels geldt dat de nesten alleen gedurende de broedperiode beschermd zijn. Nesten van gierzwaluwen en huismussen zijn echter het hele jaar beschermd. Dichte struiken en klimop waarin huismussen zich verschuilen horen bij de beschermde verblijfplaatsen.
Op een aantal kademuren groeien muurplanten. Gele helmbloem, tongvaren en steenbreekvaren vallen onder de Flora- en faunawet. Indien bij de werkzaamheden gebruikt wordt gemaakt van de gedragscode van de Gemeente Amsterdam is een ontheffing van de Flora- en faunawet niet nodig.