direct naar inhoud van 2.4 Ruimtelijke uitgangspunten
Plan: Vijzelstraat 66-80 (Duintjer)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002PBSTD-VG01

2.4 Ruimtelijke uitgangspunten

Uitgangspunt bij deze opgave is de transformatie van het gebouw, waarbij het gebouw het vertrekpunt is en de nieuwe functies zich moeten voegen naar het gebouw. Binnen de bestaande structuur dient zowel in ruimtelijke als functionele zin hoogwaardige kwaliteit gerealiseerd te worden. Daarnaast dient de aansluiting van het gebouw op de openbare ruimte verbeterd te worden. Voorts moet het geluidswerend vermogen van de gevel voldoen aan het Bouwbesluit en de Wet geluidhinder. De Vijzelstraat is momenteel een belangrijke verkeersradiaal van de stad en heeft een hoge verkeersintensiteit met een grote hoeveelheid tramverkeer. De maximaal toegestane geluidswaarde voor woningen als gevolg van dit verkeerslawaai aan de Vijzelstraat wordt overschreden. Daarom zijn geluidsreducerende maatregelen noodzakelijk (zie Hoofdstuk 5.1). Ook energetisch moet het gebouw aan het Bouwbesluit voldoen. Eén en ander is nauw verbonden met de architectonische uitwerking. Architectonische maatregelen mogen het vlakke gevelbeeld niet aantasten.

Door de hoofdmassa van acht verdiepingen aan de Vijzelstraat naar de grachten toe geleidelijk met setbacks en dakterrassen te vertrappen is een geleidelijke overgang gecreëerd naar de bestaande grachtenpanden aan de Keizers- en Prinsengracht. Duintjer heeft ervoor gekozen om de koppen van het gebouw te laten aansluiten bij de goothoogte van de bestaande grachtenpanden. Dit tamelijk ingenieuze, asymmetrische spel van vertrappen is niet alleen in de lengte van het gebouw toegepast, maar ook in de diepte door de bovenste verdiepingen naar de achterzijde toe telkens met kleiner wordende vloervelden boven elkaar te plaatsen. Op het bestaande dak zijn enige installatie-units geplaatst. Het vierlaagse en getrapte volume aan de zuidzijde van de Kerkstraat kan gezien worden als een aanbouw, die ten behoeve van kluizen en archief zwaarder gefundeerd kon worden dan de lichte, reeds bestaande fundering van het hoofdgebouw.

De getrapte volumeopbouw zorgt voor een geleding in de lengte en diepte van het gebouw en deze opbouw dient ongewijzigd te blijven. Hoewel setbacks en grote dakterrassen aan de straatzijde a-typisch zijn voor de Amsterdamse binnenstad, maken de reeds aanwezige dakterrassen in dit geval integraal deel uit van de architectuur van het gebouw. De dakterrassen inclusief de hekwerken zijn sterk beeldbepalend. Ondanks de transformatie is het streven gericht op een uniforme uitstraling van de dakrand: voorkomen moet worden dat er een geïndividualiseerde parcellering ontstaat als gevolg van privé terrassen. Nieuwe dakterrassen en losse volumes op het dak, bijvoorbeeld in de vorm van penthouses of installatie-units, zijn niet toegestaan. Als overbodig geworden losse bouwvolumes t.b.v. technische installaties op het dak verwijderd worden, kan een beperkte uitbreiding van één bestaand bouwvolume op het dak worden toegestaan. De totale compositie van de getrapte volumeopbouw mag hiermee niet worden aangetast. Trappenhuizen en liftopbouwen verdienen een geïntegreerde oplossing binnen het bestaande volume. Installatieruimten moeten inpandig worden geplaatst.