Plan: | Oosterdok oost (NEMO-pier) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1002BPGST-OH01 |
Conform de Wet bodembescherming dient nader onderzoek te worden verricht naar matige en sterke verontreinigingen. Op basis van nader onderzoek wordt de omvang van de verontreinigingen vastgesteld. Hiermee wordt bepaald of een saneringsnoodzaak aanwezig is en kan de eventuele aanwezigheid van actuele humane, ecologische en verspreidingsrisico’s worden vastgesteld. In maart/april 2010 heeft Wareco ingenieurs een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd voor dit bestemmingsplan. Het gehele onderzoek is als bijlage 4 van deze toelichting bijgevoegd.
Het onderzoeksgebied rond de NEMO-pier (1994 en 2003) en het scheepvaartmuseum (2007 en 2009) is reeds onderzocht. De resultaten van dit onderzoek worden hieronder per deellocatie kort besproken:
Ten westen van de pier is de bovenste meter grond licht verontreinigd met PAK. De diepere ondergrond is niet verontreinigd met de toenmalige gemeten parameters. Ten oosten van de pier zijn geen verhoogde concentraties met de toenmalige gemeten parameters aangetroffen.
Op 11 november 2003 heeft een calamiteit plaatsgevonden met een elektriciteitskabel. Hierbij is circa 200 liter kabelolie vrijgekomen. De verontreiniging is gesaneerd. Plaatselijk is het niet gelukt de verontreiniging volledig tot onder de tussenwaarde te saneren. Er is een restverontreiniging boven de tussenwaarde achtergebleven met een omvang van circa 1 m³.
Uit de indicatieve partijbemonstering blijkt dat het zand ter plaatse van de binnenplaats en de grond ter plaatse van de kelders en de omloop matig tot sterk is verontreinigd met zware metalen. Er is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Het aanvullend onderzoek bevestigt het beeld van het eerder onderzoek. Zowel de boven- als de ondergrond is matig tot sterk verontreinigd met zware metalen.
Het milieukundig onderzoek ter plaatse van de aan te leggen liftschachten geeft een zelfde beeld als de voorgaande onderzoeken. De grond ter plaatse van het Scheepvaartmuseum is tot een diepte van minimaal 2,5 m - mv, matig tot sterk verontreinigd met zware metalen. Af te voeren grond komt niet in aanmerking voor hergebruik.
Het grondwater ter plaatse van het Scheepvaartmuseum is maximaal licht verontreinigd. De locaties die binnen het bestemmingsplangebied NEMO-pier liggen en recentelijk niet onderzocht zijn betreffen:
Bij Waternet zijn de gegevens opgevraagd van de waterbodemkwaliteit ter plaatse van het onderzoeksgebied. De geleverde gegevens (alleen de analysecertificaten) zijn van oktober 2007. De onderzoeksinspanning die toen geleverd is, voldoet niet aan de NEN 5720.
Op basis van de huidige gegevens betreft de onderzoekslocatie ter hoogte van de NEMO-pier en het Scheepvaartmuseum, milieuhygiënisch gezien, een verdachte locatie. Het betreft geen asbestverdacht terrein (stroomschema asbest DMB).
Bij het uitgevoerde bodemonderzoek is ter plaatse van de NEMO-pier in de sterk tot uiterst puinhoudende grond een matige verontreiniging met PAK aangetroffen. De matig tot sterk puinhoudende grond ten zuidoosten van de Nemo-pier is licht verontreinigd met zware metalen, PAK, PCB’s en minerale olie. De zintuiglijk schone boven- en ondergrond is maximaal licht verontreinigd.
De boven- en ondergrond ter plaatse van het Scheepvaartmuseum en de kade ten westen daarvan is maximaal licht verontreinigd met kwik en lood. Het grondwater is maximaal licht verontreinigd met barium of arseen. De overige onderzochte componenten in grondwater zijn niet verhoogd aangetroffen. Visueel en analytisch is geen asbest aangetroffen.
Op basis van de beschikbare gegevens wordt ingeschat dat de aangetroffen matige verontreiniging met PAK samenhangt met de aangetroffen sterke puin-bijmengingen. De baggerspecie in het bestemmingsplangebied NEMO-pier is over het algemeen geclassificeerd als klasse B. De baggerspecie in het westelijk deel buiten de steigers heeft een betere kwaliteit (klasse A). De baggerspecie ten oosten van de NEMO-pier is geclassificeerd als niet toepasbaar. Als de baggerspecie vrijkomt, komt deze niet in aanmerking voor hergebruik.
Met uitgevoerd onderzoek is de nulsituatie ter plaatse van het bestemmingsplangebied vastgesteld.