direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene afwijkingsregels
Plan: Oosterdok oost (NEMO-pier)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002BPGST-OH01

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

Toepassing van een bevoegdheid bij omgevingsvergunning af te wijken mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan.

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken, zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de regels van dit plan, voor:

16.1 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Gebouwen ten behoeve van de openbare dienst met een maximale bouwhoogte van 5 meter, en een maximale brutovloeroppervlakte van 15 m² en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals vrijstaande muren, keermuren, straatmeubilair, gedenktekens, plastieken, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken alsmede ten behoeve van voorzieningen voor warmte- en koudeopslag. Voor voorzieningen ten behoeve van warmte- en koudeopslag geldt dat burgemeester en wethouders advies van de waterbeheerder inwint.

16.2 Geringe afwijkingen

Geringe afwijkingen in situering die in het belang zijn van een ruimtelijk en/of technisch betere c.q. verantwoorde plaatsing van bouwwerken, wegen en anderszins, of welke noodzakelijk zijn in verband met de toestand van het (bouw)terrein, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt.

16.3 Geringe overschrijdingen
  • a. de op de verbeelding dan wel in de regels aangegeven bestemmings- of bouwgrenzen met ten hoogste 1 meter mogen worden overschreden ten behoeve van uitkragingen, bordessen, buitentrappen, galerijen, luifels, erkers, balkons, lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen;
  • b. het overschrijden van de maximale hoogte-, breedte-, diepte en oppervlaktematen voor bebouwing als aangegeven op de verbeelding, dan wel zoals omschreven in de regels, mits de afwijking van enige maat niet meer dan 10% bedraagt en de op de verbeelding niet worden overschreden.