direct naar inhoud van Artikel 27 Dubbelbestemming Waarde-cultuurhistorie
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

Artikel 27 Dubbelbestemming Waarde-cultuurhistorie

27.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De gronden aangewezen voor 'Waarde-cultuurhistorie' zijn naast de op de verbeelding aangegeven andere bestemming(en) tevens bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de met het beschermde stadsgezicht verbonden cultuurhistorische en architectonische waarden. De voor het stadsgezicht bepalende panden zijn op de verbeelding aangeduid met de specifieke bouwaanduidingen -orde 1, -orde 2 en -orde 3.
  • b. De bestemming 'Waarde-cultuurhistorie' is primair ten opzichte van de bestemmingen Bedrijf -1,-2, en -3, Cultuur en ontspanning-1 en -2, Gemengd-1 en -2, Groen, Maatschappelijk-1 en -2, Sport, Tuin -1, -2 en -3, Verkeer, Wonen-1 en -2 en Water.
27.2 Bouwregels
  • a. Bouwwerken, die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-orde 1' op de verbeelding zijn aangegeven, zijn de rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. Zij worden beschermd door de Monumentenwet 1988, respectievelijk de Monumentenverordening van het stadsdeel. Een aanvullende bescherming vanuit oogpunt van beschermd stadsgezicht is niet noodzakelijk.
  • a. Voor bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-orde 2' op de verbeelding zijn aangegeven, geldt dat bij verbouwing dient te worden uitgegaan van een restauratieve aanpak van de straatgevels en de kap. Oorspronkelijke gevelelementen dienen te worden gehandhaafd en indien nodig hersteld. Hierbij is gebruik van niet-authentieke materialen toegestaan, mits deze visueel volledig overeenkomen met de oorspronkelijke vorm, kleur en detaillering. In afwijking hiervan mag de eerste bouwlaag van straten die als detailhandellint-plus zijn omschreven afwijkend worden vormgegeven, mits de oorspronkelijke, waardevolle karakteristiek van de winkelpui niet wordt verstoord.
  • b. Voor bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding orde-3' op de verbeelding zijn aangegeven, geldt dat bij verbouwing dient te worden uitgegaan van behoud en herstel van de oorspronkelijke gevelelementen. Hierbij zijn veranderingen in materiaal, maatvoering en detaillering toegestaan, mits deze de oorspronkelijke karakteristiek van het gebouw niet verstoren.
  • c. Voor bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-ensembles en seriebouw-orde 2' en 'specifieke bouwaanduiding-ensembles en seriebouw- orde 3' op de verbeelding zijn aangegeven, geldt als uitgangspunt een gezamenlijke aanpak van de bouwwerken die tot het ensemble of de serie behoren. Voor sloop van slechts één tot een ensemble behorend pand wordt in beginsel geen vergunning verleend. Bij seriebouw kan het dagelijks bestuur voor sloop een vergunning verlenen, mits de eenheid van de serie niet in onevenredige mate wordt aangetast.
27.3 Sloopvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

Het dagelijks bestuur neemt bij de beoordeling van een aanvraag om sloopvergunning het volgende in acht:

  • a. Bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-orde 2' op de verbeelding zijn aangegeven zijn bouwwerken van vóór 1940 die vanwege hun architectonische kwaliteit, hun plaats in de stedenbouwkundige structuur en/of als toonaangevend element in de gevelwand een belangrijke bijdrage leveren aan het straatbeeld. Uitgangspunt is behoud.
  • b. Bouwwerken die met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-orde 3' op de verbeelding zijn aangegeven zijn bouwwerken van vóór 1940, die wat schaal en detaillering betreft passen in de gevelwand, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben. Uitgangspunt is behoud.
  • c. Voor bouwwerken met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- ensembles en seriebouw- orde 2' en 'specifieke bouwaanduiding-ensembles en seriebouw- orde 3' op de verbeelding zijn aangegeven geldt als uitgangspunt een gezamenlijke aanpak van de bouwwerken die tot het ensemble of de serie behoren. Voor sloop van slechts één tot een ensemble behorend pand wordt in beginsel geen vergunning verleend. Bij seriebouw kan het dagelijks bestuur voor sloop van een tot de serie behorend pand een vergunning verlenen, mits de eenheid van de serie niet in onevenredige mate wordt aangetast.
  • d. Bouwwerken die op de verbeelding niet zijn voorzien van een aanduiding als genoemd in a tot en met c, mogen worden vervangen.