direct naar inhoud van 7.1 Geluidhinder
Plan: Oostelijke eilanden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01

7.1 Geluidhinder

Het grootste deel van de bebouwing in het plangebied heeft de bestemming "Gemengd" en "Wonen". Binnen deze bestemmingen is het op een aantal plaatsen in het plangebied mogelijk nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen te realiseren, zoals woningen of scholen. Ten behoeve van deze nieuwe geluidgevoelige functies is akoestisch onderzoek verricht naar de geluidbelasting ten gevolge van het weg- en railverkeerslawaai. Het akoestisch rapport (“Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Oostelijke Eilanden“, Tauw, november 2009) is als bijlage (bijlage 7) bij de toelichting opgenomen.

Het ontwerpbestemmingsplan bevat drie nieuwbouwlocaties waarin nieuwe woningen zijn opgenomen: het Wienerterrein, de Blankenstraat en de kop van de Czaar Peterbuurt. Voor de laatstgenoemde locatie is een apart akoestisch onderzoek verricht. De rapportage van dit onderzoek ("Project N43 Czaar Peterstraat Amsterdam; onderzoek wegverkeerslawaai en spoorweglawaai", Cauberg-Huygen, 12 februari 2008) is als bijlage bij de toelichting opgenomen. Verder maakt het ontwerpbestemmingsplan op twaalf locaties nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk in bestaande gebouwen.

Volgens de Wet geluidhinder (2006) liggen alle locaties binnen de geluidzones van tenminste één van de volgende wegen: de Kattenburgerstraat, de Kattenburger-, Wittenburger- en Oostenburgergracht, de Cruquiuskade en de Zeeburgerstraat. De Czaar Peterstraat heeft volgens de Wet geluidhinder geen geluidzone (maximumsnelheid van 30 km/uur). Vanwege de tram is ook deze straat meegenomen in het onderzoek. Behalve het Wienerterrein liggen alle locaties tevens binnen een volgens de Regeling zonekaart spoorwegen (Scr. 22, 2007) vastgestelde zone langs een spoorweg. Het betreft het spoortraject tussen Amsterdam Muiderpoort en Amsterdam Centraal. Een deel van het Wienerterrein ligt binnen de zone van het industrieterrein Kadijken Oost (scheepswerf King William).

De normstelling in de Wet geluidhinder bestaat uit een voorkeursgrenswaarde en een maximale toelaatbare geluidsbelasting. Voor wegverkeerslawaai zijn deze 48 resp. 63 dB. Voor railverkeerslawaai zijn deze waarden 55 resp. 68 dB. Voor industrielawaai zijn deze 50 resp. 55 dB. Er is onderzoek verricht naar de hoogte van de geluidsbelasting voor de genoemde locaties.

De geprojecteerde nieuwbouw op het Wienerterrein ligt binnen de zone van de Oostenburgergracht en het industrieterrein Kadijken Oost. Alleen op de bouwstrook die direct aan de Oostenburgergracht is gesitueerd, is de geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde. De geluidsbelasting overschrijdt nergens de maximale toelaatbare geluidsbelasting. Vanwege de ligging van het bouwplan tot de 50 dB(A) en tevens de 55 dB(A) geluidscontour en het belang van flexibiliteit en dynamiek van het industrieterrein, zijn maatregelen aan of rond de bronnen akoestisch en/of financieel niet doelmatig. Daarnaast is het niet wenselijk om toekomstige ontwikkelingen van bedrijvigheid op het industrieterrein te belemmeren.

De geprojecteerde nieuwbouw op de kop van de Czaar Peterbuurt wordt aan alle kanten belast met verkeerslawaai. Er blijkt dat 76 van de 117 geprojecteerde woningen een hogere geluidsbelasting ondervinden, dan de voorkeursgrenswaarden voor het rail- en wegverkeerslawaai. Nergens wordt de maximale grenswaarde overschreden.

Voor een aantal van de overige locaties is, afhankelijk van de situering ten opzichte van de (rail)wegen, de geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde. De overschrijding is in de meeste gevallen beperkt. Voor de locatie Blankenstraat 398 vindt een overschrijding van de maximale toelaatbare geluidsbelasting plaats van 1 dB (69 dB), vanaf een hoogte van 8,5 meter. Het realiseren van woningen op deze locatie kan vanaf 8,5 meter dan uitsluitend met toepassing van een dove gevel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01_0007.png"

tabel 1 Resultaten voor de overige locaties

De bebouwing langs het spoor (“De Sporenboog”) functioneert als geluidsscherm. De woningen in dit gebouw zijn voorzien van een dove gevel aan de spoorzijde. In het verleden zijn ter hoogte van de spoorbrug over de Nieuwe Vaart geluiddempende maatregelen getroffen. Om woningen mogelijk te maken op de genoemde locaties is voor het railverkeerslawaai het vaststellen van hogere waarden noodzakelijk.

In de gegeven situaties zijn ook voor het wegverkeerslawaai verdere geluidsreducerende voorzieningen beperkt mogelijk. Bij de laatste vernieuwingen van het wegdek van de wegen in het plangebied is geen geluidsreducerend asfalt toegepast. Ook voor toekomstige vernieuwing is daar op dit moment geen sprake van. Plaatsing van schermen langs wegen is in deze stedelijke situatie niet gewenst en niet haalbaar. Voor het wegverkeerslawaai is het vaststellen van hogere waarden noodzakelijk.

Eind 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam besloten om de bevoegdheid voor het vaststellen van hogere grenswaarden Wet geluidhinder vanaf 1 januari 2008 over te laten aan het dagelijks bestuur van de stadsdelen. Voorafgaand aan het besluit tot vaststelling van hogere grenswaarden dient het ontwerpbesluit van vaststelling hogere grenswaarden 6 weken ter inzage te worden gelegd (conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht).