direct naar inhoud van Regels

Paraplubestemmingsplan 150KV Hoogspanningsverbinding Amstelveen

Status: vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0362.PP08-VG01
Plantype: bestemmingsplan

REGELS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Artikel 3 Reikwijdte

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 4 Leiding - Hoogspanning

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 5 anti-dubbeltelregel

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 6 overgangsrecht

Artikel 7 slotregel

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

 

 

Artikel 1 Begrippen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan 150KV Hoogspanningsverbinding Amstelveen" van de gemeente Amstelveen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0362.PP08-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar

ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het

bebouwen van deze gronden;

1.4 belemmeringenstrook:

geprojecteerde zone ter weerszijde van de leiding ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker transport en ter beperking van gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van de leiding(en). Op deze gronden is het oprichten van bebouwing en het uitvoeren van een aantal werkzaamheden niet zondermeer toegestaan. De belemmerde strook dient in principe obstakelvrij te blijven;

1.5 bestaand bouwwerk:

een bouwwerk, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan en gebouwd conform een vergunning, dan wel bebouwing zoals die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;

1.6 bestaand gebruik

het gebruik, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan en in gebruik is genomen conform de geldende gebruiksregels of een omgevingsvergunning;

1.7 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.8 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

1.9 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.10 hoogspanningsverbinding

een ondergrondse of bovengrondse verbinding met een spanningsniveau van 50kV of hoger;

1.11 kruin

het wegbaangedeelte dat is ingenomen door rijbanen, veiligheidsstroken en bermen;

1.12 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;

1.13 peil:

  1. voor een zich op een perceel bevindend bouwwerk, waarvan de gevel direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die gevel;

  2. voor een zich op een perceel bevindend bouwwerk in het talud van de dijk, waarvan de gevel niet direct aan de weg grenst en in alle andere gevallen: de hoogte van het bestaande aansluitende, afgewerkte maaiveld ter plaatse van de naar de dijk of weg gekeerde gevel, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen anders dan noodzakelijk voor de bouw, buiten beschouwing blijven;

  3. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil dan wel een ander plaatselijk aan te houden oppervlaktewaterpeil;

1.14 straatmeubilair:

de bij of op de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen: abri´s, afvalbakken, (ondergrondse) afvalcontainers, alarmeringsinstallaties met bijbehorende antennes, bloemen- of plantenbakken, brandkranen, draagconstructies voor reclame, fietsenrekken, gedenktekens, lichtmasten, parkeermeters, schakelkasten, speeltoestellen, straatverlichting, telefooncellen met bijbehorende antennes, urinoirs, verkeersborden, verkeersgeleiders, verkeerslichten, vitrines, voorwerpen van beeldende kunst, bewegwijzering en zitbanken; onder straatmeubilair worden niet begrepen verkooppunten voor motorbrandstoffen;

1.15 talud

het schuine vlak langs een weg, watergang of van een dijk;

1.16 weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil (maaiveld) tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.3 meten:

bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.

 

 

Artikel 3 Reikwijdte

 

3.1 Van toepassing verklaring

Voor zover de dubbelbestemmingen en aanduidingen uit het onderhavig bestemmingsplan, samenvallen met de bestemmingen uit de onderliggende bestemmingsplannen blijven de regels van die bestemmingen van toepassing, met dien verstande dat de dubbelbestemmingen en aanduidingen uit het onderhavig bestemmingsplan prevaleren boven de regels uit de onderliggende

bestemmingsplannen.

 

Het betreft de volgende bestemmingsplannen:

 

Plan

IMRO

Amsterdamse Bos 2018

NL.IMRO.0362.15A-VG01

Wester Amstel 2018

NL.IMRO.0362.14A-VG01

Uilenstede - Kronenburg

NL.IMRO.0362.20A-VG02

Amstelveen Noord - Oost

NL.IMRO.0362.10-VG01

Amstelveen A9

NL.IMRO.0362.A9-VG01

Amstelveen Zuid - Oost 2015

NL.IMRO.0362.13-VG01

Landelijk Gebied

NL.IMRO.0362.09-OH01

Paraplubestemmingsplan Gasleiding - Amsterdamse Bos

NL.IMRO.0362.PP09-VG01

Paraplubestemmingsplan Wonen

NL.IMRO.0362.PP07-VG01

Paraplubestemmingsplan Archeologie en Cultuurhistorie

NL.IMRO.0362.PP05-VG01

Paraplubestemmingsplan Schipholparkeren en Parkeernormen

Paraplubestemmingsplan Datacenter Amstelveen

NL.IMRO.0362.PP03-VG01

 

NL.IMRO.0362.PP10-VG01

 

3.2 Uitzonderingen

Voor zover een dubbelbestemming 'Waarde - archeologie' uit een onder 3.1 genoemd bestemmingsplan samenvalt met de dubbelbestemmingen en aanduidingen van onderhavig bestemmingsplan, zijn de bepalingen uit de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie' niet van toepassing voor werkzaamheden gericht op het beheren, onderhouden en in stand houden van de in dit bestemmingsplan bedoelde ondergrondse hoogspanningsverbindingen. Voor al het overige blijft een dubbelbestemming 'Waarde - archeologie' uit een onder 3.1 genoemd bestemmingsplan ongewijzigd van toepassing.

 

 

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 4 Leiding - Hoogspanning

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse hoogspanningsverbinding.

 

met de daarbij behorende:

  1. belemmeringenstrook;

  2. voorzieningen.

 

Met dien verstande, dat indien deze bestemming samenvalt met andere bestemmingen, deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Leiding - Hoogspanning'.

 

4.2 Bouwregels

Binnen de voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden gelden de volgende regels:

  1. bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de hoogspanningsverbinding;

  2. gebouwen en bouwwerken zijn niet toegestaan met uitzondering van bestaande (vergunde) gebouwen en bouwwerken;

  3. indien bestaande gebouwen en bouwwerken worden vervangen, vernieuwd of veranderd is dit toegestaan indien de oppervlakte en hoogte niet wordt vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

 

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 4.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd mits:

  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende ondergrondse hoogspanningsverbinding;

  2. vooraf schriftelijk advies is verkregen van de betreffende leidingbeheerder.

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de betreffende hoogspanningsverbinding.

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het opslaan van goederen, (brandbare) stoffen en/of materialen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de hoospanningsleiding.

 

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

4.5.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden om op of in de in lid 4.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, binnen de belemmeringenstrook de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  1. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplanting, niet zijnde vervanging van beplanting;

  2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;

  3. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk dieper dan 0,5 meter;

  4. diepploegen;

  5. het aanbrengen van gesloten verhardingen;

  6. het indrijven van voorwerpen in de bodem dieper dan 0,5 meter;

  7. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;

  8. het aanbrengen en/of slopen van ondergrondse constructies, straatmeubilair, installaties, opstallen of apparatuur anders dan ten dienste van de in lid 4.1 omschreven bestemming, waarbij de werkzaamheden dieper dan 0,5 meter reiken;

  9. het aanleggen van zonnepanelen.

 

 

4.5.2 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien het behoud van een veilige ligging van de hoogspanningsverbinding en de continuïteit van de energievoorziening zijn gewaarborgd. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de netbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen activiteiten het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.

 

4.5.3 Toegestane werkzaamheden

Het in lid 4.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

  1. het normale onderhoud en beheer ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of daarbij horende voorziening of ten aanzien van de functies van de overige bestemmingen van deze gronden betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;

  2. worden uitgevoerd door of namens een overheidsorgaan voor de uitoefening van een publiekrechtelijke taak indien daarvoor van de leidingbeheerder een positief advies wordt verkregen;

  3. zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

  4. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

  5. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

 

 

Artikel 5 anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

 

 

Artikel 6 overgangsrecht

 

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

 

6.2 Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan eenmalig afgeweken worden van lid 6.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.1 met maximaal 10%.

 

6.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 6.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

6.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

 

6.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

 

6.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

 

6.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 6.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

 

 

Artikel 7 slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan 150KV Hoogspanningsverbinding Amstelveen'.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 maart 2024

De griffier, de voorzitter,