direct naar inhoud van 2.2 De ontwikkeling
vastgesteld
NL.IMRO.0362.OIAVHB08xD-VG01

2.2 De ontwikkeling

De verplaatsing van de stadsverwarmingseenheid vindt plaats van de locatie welke aan de zuidkant direct grenst aan de Wisselstroom, ten oosten aan de Stroombaan en ten westen aan de Van Heuven Goedhartlaan naar de locatie die ten noord-oosten van de eerstgenoemde locatie ligt. De beoogde locatie grenst aan de noordzijde aan de Mr. G. Groen van Prinstererlaan en ten oosten aan de Beneluxbaan. De reden van de verplaatsing is dat de stadsverwarmingseenheid niet kan worden opgenomen in het plan voor de herontwikkeling van de locatie Van Heuven Goedhartlaan 15-17.

De stadsverwarmingseenheid is voorzien in de oksel van een op/afrit van de Beneluxbaan naar de Oranjebaan/Groen van Prinstererlaan. De Beneluxbaan ligt hier verhoogd en de Oranjebaan ligt iets verdiept: de kruising is ongelijkvloers. De taluds van de Beneluxbaan zijn dicht begroeid met opgaand bosplantsoen. Bij de bepaling van de locatie van de stadsverwarmingseenheid is uitgegaan van het behoud van dit bosplantsoen. De daarin voorkomende bomen dienen behouden te worden. Overige beplanting dient op zijn minst na de bouw van de stadsverwarmingseenheid te worden teruggebracht. Dit om te voorkomen dat door de bouw van de stadsverwarmingseenheid een “gat” ontstaat in het groen langs de Beneluxbaan op deze plek. Een gat heeft hier namelijk geen functie en biedt ongewenst doorzicht naar achterkanten van kantoorgebouwen en een parkeerterrein. Alle vier de “hoeken” van deze (ongelijkvloerse) kruising bestaan uit taluds met weelderig groen. Daartussen ligt het viaduct, van waaraf goed zicht is op de omgeving. Deze afwisseling tussen geslotenheid (groene omzoming) en openheid (op het viaduct) markeert dit punt in de stad en dient behouden te blijven. De stadsverwarmingseenheid komt aan de rand van het bosplantsoen en zoveel mogelijk naar het zuiden in de oksel van de afrit te staan. De locatie ligt zoveel mogelijk in het zuidelijke gedeelte van het plangebied. Direct aan de Oranjebaan is het ongewenst een bouwwerk te bouwen. Het viaduct is een bouwwerk met flinke afmetingen en een eigen vormgeving en uitstraling. De keerwanden in oostwest richting lopen door tot voorbij de locatie van de stadsverwarmingseenheid. De stadsverwarmingseenheid dient geen onderdeel te gaan uitmaken van of in uitstraling aan te sluiten bij de uitstraling van het viaduct. De schaal, maat, vormgeving en materialisering van het viaduct zijn niet toepasbaar in de stadsverwarmingseenheid. De afstand van de stadsverwarmingseenheid tot het viaduct en de bijbehorende constructies dient daarom voldoende te zijn. Zuidelijk in de oksel van de afrit ligt de stadsverwarmingseenheid voldoende van het viaduct af om een eigen plek en eigen uitstraling te hebben.

Er dient aan de volgende randvoorwaarden te worden voldaan:

  • 1. Bestaande waardevolle bomen blijven behouden. Uitgangspunt hierbij is het vrijhouden van de kroonprojectie. Zie onderstaande kaart.
  • 2. Rondom nieuwe bebouwing voldoende ruimte (tenminste 5m) om groene aankleding te waarborgen
  • 3. Duidelijk vormgegeven voor deze plek
  • 4. Langgerekt gebouw dat zich voegt naar lengtebreedte verhouding van de beschikbare grond
  • 5. Oostzijde geïntegreerd in/rekening houdend met het aanwezige talud, passend in het aanwezige openbaar groen
  • 6. Overige materialen natuurlijk en duurzaam, bij voorkeur hout, steen en glas. Uitstraling natuurlijk en in gedekte kleuren, eventueel afgewisseld met transparantie. Geen glimmend plaatmateriaal of in het oog springende kleuren.
  • 7. Stadsverwarmingseenheid bereikbaar over naastliggend fietspad maar opstelplaats niet op het fietspad.
  • 8. Afstand tot fietspad tenminste 6 meter.
  • 9. Positionering zoveel mogelijk naar het zuiden om afstand te houden tot het viaduct en de kunstwerken.