direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Zijdelweg 21-23
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.11D-OH01

2.4 Gemeentelijk beleid

De basis voor dit bestemmingsplan is het bestemmingsplan Bedrijventerrein Amstelveen Zuid. Het particuliere initiatief tot het realiseren van een Truckwash aan de Zijdelweg is gevormd binnen de kaders van de landelijke wetgeving en de beleidsrichtlijnen van de gemeente Amstelveen.

Hieronder volgt het voor dit plangebied relevante beleid van de gemeente vanuit de beleidsnota's en besluiten:

  • Structuurvisie Amstelveen Zuid (15 december 2010);
  • Planologische verkenning Legmeerpolder;
  • Bestemmingsplan Landelijk Gebied;
  • Energiebeleidsplan 2009-2012, mei 2009;
  • Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2014;
  • Parkeernota 2005-2010, maart 2005;
  • Actieplan luchtkwaliteit Amstelveen 2007-2015, augustus 2007;
  • Deelnota Hogere Waarde, november 2007
  • Nota Duurzaam Bouwen, naar duurzame bouwresultaten 2007-2012;
  • Stedelijk Waterplan, maart 2008;
  • Ruimte voor groen; Groenstructuurplan voor Amstelveen 2008-2018;

2.4.1 Structuurvisie Amstelveen Zuid, 15 december 2010

Op 15 december 2010 heeft de raad van de gemeente Amstelveen de Structuurvisie ‘Amstelveen Zuid’ vastgesteld. De structuurvisie met bijbehorende kaart en toelichting betreft een zuidelijk en een noordwestelijk deel van het zuidelijk grondgebied van Amstelveen.Het zuidelijk deel van het plangebied grenst grofweg aan de zuidkant van de Randweg (gemeente-grens), westelijk aan de Legmeerdijk en oostelijk aan de Bovenkerkerweg (met een deel oostelijk van de Zijdelweg). Noordelijk wordt de grens gevormd door het centrale deel van de Legmeerpolder. Het noordwestelijk deel van het visiegebied wordt zuidelijk begrensd door de 20ke-geluidscontour van Schiphol en noordelijk door Westwijk. De structuurvisie Amstelveen Zuid (2010–2020) is een visie op hoofdlijnen volgens de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. De visie brengt reeds vastgesteld beleid en geplande ontwikkelingen in kaart en met elkaar in verband; het biedt voor Amstelveen Zuid een totaalperspectief. De structuurvisie biedt de planologische onderbouwing voor de mogelijkheid tot het (deels) verhalen van gemeentelijke kosten omlegging N201 (inclusief ongelijkvloerse kruising) via de ontwikkelgebieden bedrijventerreinen ‘De Loeten’ en ‘Amstelveen Zuid’ en woningbouwlocatie ‘De Scheg’. Daarnaast behoort, met de structuurvisie als basis, gedeeltelijk kostenverhaal voor provinciaal recreatief groenproject AmstelGroen tot de mogelijkheid.

2.4.2 Planologische verkenning Legmeerpolder

De ‘Planologische verkenning Legmeerpolder’ is gebaseerd op de nu bekende ontwikkelingen die (gaan) spelen in de Legmeerpolder en is van belang voor de beoordeling van alle toekomstige ontwikkelingen in dit deel van Amstelveen. Door gewijzigde of nieuwe grootschalige ontwikkelingen zijn ‘oude’ bestuurlijke uitgangspunten (bijvoorbeeld uit de Toekomstvisie Amstelveen 2020+) in een ander daglicht komen te staan. Hierdoor is behoefte ontstaan aan een herijking van de doelstellingen voor een duurzame lange termijnontwikkeling van de Legmeerpolder. De ‘Planologische verkenning Legmeerpolder’ geeft een eerste concrete aanzet. Amstelveen wil hiermee pro-actief een eigen visie voor de toekomst van de polder hebben en deze actief betrekken bij de regionale discussies over grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in de metropoolregio Amsterdam. Op 26 november 2008 heeft de gemeenteraad van Amstelveen met de ‘Planologische verkenning Legmeerpolder’ ingestemd. Het plangebied “Bedrijfslocatie Zijdelweg 23” heeft volgens onderstaande afbeelding uit de ‘Planologische verkenning Legmeerpolder’ het ruimtelijk toekomstbeeld ‘Bedrijventerrein Zuid’.

2.4.3 Bestemmingsplan Landelijk Gebied

Onder het regime van het vigerende bestemmingsplan “Landelijk Gebied” rust op de locatie Zijdelweg 23, waarop de uitbreiding van het bedrijfspand van Kaatee Transport B.V. is gesitueerd, de volgende bestemmingen:

- ‘Bedrijven I en II’

- ‘Agrarisch productiegebied I en II’

Ingevolge artikel 16 van de planvoorschriften van het bestemmingsplan “Landelijk Gebied” zijn gronden met de bestemming ‘Bedrijven I en II’ bestemd voor bedrijfsfuncties categorie I t/m III, die zijn genoemd in de bij de voorschriften van het bestemmingsplan behorende bijlage “Indicatieve bedrijvenlijst”. Ingevolge artikel 16 lid 2 sub a van de bestemmingsplanvoorschriften mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan op de plankaart van het bestemmingsplan staat aangegeven. Ingevolge artikel 16 lid 2 sub b van de bestemmingsplanvoorschriften mag de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 6,00 en 11,00 meter bedragen, en mag de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° bedragen. Ex artikel 16 lid 5 van de voorschriften van het bestemmingsplan zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de gestelde minimale dakhelling, tot een waarde van 0.

Ingevolge artikel 10 van de planvoorschriften van het bestemmingsplan “Landelijk Gebied” zijn gronden met de bestemming ‘Agrarisch productiegebied I en II’ bestemd voor:

- de uitoefening van het agrarische bedrijf met daarbij behorende verhardingen, waterlopen en bouwwerken,

uitgezonderd agrarische bedrijfswoningen en kassen;

- waterkering waar dat door een aanduiding op de plankaart is aangegeven

- water.

Een uitbreiding van het bedrijfsgebouw van Kaatee Transport B.V., gelegen op gronden met deels de bestemming ‘Bedrijven I en II’, en deels de bestemming ‘Agrarisch productiegebied I en II’, is strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Landelijk Gebied”. Zowel de goothoogte van 7,50 meter als de uitbreiding van het bedrijfsgebouw is in strijd met het vigerende bestemmingsplan ‘Landelijk Gebied’.

2.4.4 Energie beleidsplan 2009-2012

Het energiebeleidsplan (27 mei 2009) geeft het energiebeleid van Amstelveen nieuwe impulsen.

Amstelveen heeft de ambitie met regiogemeenten in 2040 een energieneutrale regio gerealiseerd te hebben, door integraal en maximaal in te zetten op alle gerelateerde onderwerpen die binnen haar invloedssfeer liggen.

Hiertoe zet zij gedurende de periode 2009-2012 en verder, waar mogelijk, maximaal in op het terugdringen van het energiegebruik en de CO2-uitstoot. Tegelijk stimuleert de gemeente het opwekken en benutten van duurzame energie, wil ze een voorbeeldfunctie vervullen en een nauwe samenwerking met regiogemeenten, inwoners, bedrijven en andere organisaties aangaan op het bereiken van de doelen.

2.4.5 Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2014

Het rioleringsplan geeft aan hoe de gemeente tot 2014 omgaat met het onderhoud en vernieuwen van het rioolstelsel. Het plan gaat ook in op zorgplichten voor hemelwater en grondwater en is hiermee breder van opzet dan voorheen.

De gemeente Amstelveen heeft een visie op de drie zorgplichten:

    • 1. de gemeente Amstelveen streeft naar een duurzaam, goed beheerbaar afvalwaterstelsel, om de volksgezondheid te beschermen, de goede leefomgeving te behouden en het milieu en de natuur te beschermen. Hierbij kiest de gemeente in principe voor centrale inzameling en zuivering van afvalwater.
    • 2. De gemeente Amstelveen streeft ernaar om afvalwater en hemelwater gescheiden in te zamelen en af te voeren. Bij bestaande bebouwing worden bij herstructureringen wijkwegen zoveel mogelijk afgekoppeld. Indien mogelijk worden ook daken afgekoppeld als de kans op foutaansluitingen minimaal is. Bij nieuwbouw dient alles gescheiden ingezameld te worden.
    • 3. De gemeente streeft naar handhaving van een grondwaterregime dat overeenstemt met de bestemming van de grond. Amstelveen schept in het openbare gebied de mogelijkheden die nodig zijn voor een goede ontwatering van particuliere terreinen en stemt met de waterkwantiteitsbeheerders de oppervlaktewaterpeilen af om grondwater over- en onderlast te voorkomen.

Voor zowel het hemel- als het grondwater geldt dat dit alleen naar het gemeentelijk stelsel afgevoerd mag worden als de eigenaar/gebruiker van een perceel het water redelijkerwijs niet zelf kan verwerken.

2.4.6 Parkeernota 2005-2010, maart 2005

De parkeernota 2005-2010 (2004) geeft uitgangspunten, richtlijnen en instrumenten voor het autoparkeerbeleid voor de periode 2005-2010. Het parkeerbeleid dient een bijdrage te leveren aan een sociaal, veilig, groen en duurzaam Amstelveen. Om dit te realiseren wordt gekozen voor een beleid dat gericht is op het faciliteren en reguleren van de groeiende mobiliteitsbehoefte. De mate waarin de parkeervraag gefaciliteerd wordt, vergt een voortdurende afweging tussen bereikbaarheid, economische ontwikkeling, leefbaarheid en stedelijke kwaliteit.

Parkeerregulering

In het beleidskader wordt onderscheid gemaakt naar drie gebieden: Stadshart, Woongebieden en Werkgebieden. Het uitwerkingsplan Olmenlaan/Lindenlaan ligt in een woongebied.

Bij het reguleren van het parkeren wordt per gebied een andere prioriteit gegeven aan doelgroepen.

In het stadshart wordt de prioriteit gegeven aan bewoners en consumenten. Dit resulteert in vergunninghoudersparkeren voor bewoners en betaald parkeren voor consumenten.

In de woongebieden ligt de prioriteit bij de bewoners. Indien regulering noodzakelijk is, wordt ernaar gestreefd de bewoners zoveel mogelijk met vergunninghoudersparkeren te faciliteren.

In de werkgebieden ligt de prioriteit bij werknemers. Indien regulering noodzakelijk is, wordt ernaar gestreefd de werknerems zoveel mogelijk met vergunninghoudersparkeren te faciliteren.

Parkeercapaciteit

In het algemeen is de parkeercapaciteit in Amstelveen toereikend. Aangezien de ontwikkelingen in de toekomst per gebied verschillend kunnen zijn, zal de gemeente per gebied monitoren of de parkeercapaciteit toereikend blijft of waar problemen dreigen te ontstaan.

Parkeernormen en nieuwbouw

Parkeernormen zijn van belang in geval van nieuwbouw, verbouw of functiewijziging. Het spanningsveld tussen bereikbaarheid en leefbaarheid is direct gelieerd aan de te hanteren parkeernormen: het verhogen van de norm leidt tot een toename van de automobiliteit, terwijl toepassing van een te krappe norm parkeerproblemen tot gevolg kan hebben. Met de vaststelling van de Parkeernota zijn nieuwe parkeernormen vastgesteld. Hierin wordt aansluiting gezocht met de parkeerkencijfers van het CROW, het nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Maatwerk per situatie en per locatie blijft mogelijk.

Verschijningsvorm

De parkeercapaciteit in de gemeente Amstelveen bevindt zich grotendeels op maaiveld. Alleen in het Stadshart zijn parkeergarages aanwezig die openbaar en permanent toegankelijk zijn voor consumenten. Het doel is om in de toekomst parkeerplaatsen vooral onder te brengen in gebouwde voorzieningen (minder blik in het zicht) en om parkeerplaatsen meer te concentreren (minder zoekverkeer).

2.4.7 Actieplan luchtkwaliteit Amstelveen 2007-2015, augustus 2007

De gemeente Amstelveen heeft vanuit gezondheidsoogpunt en vanwege het veiligstellen van haar ruimtelijke plannen reeds in augustus 2005 het besluit genomen om een actieplan luchtkwaliteit op te stellen. Inmiddels blijkt uit de uitgevoerde luchtkwaliteitsrapportage over het jaar 2005 dat er overschrijdingen voorkomen van de grenswaarden voor fijnstof en de plandrempeloverschrijdingen voor de stof stikstofdioxide. Hierdoor is de gemeente wettelijk verplicht om een actieplan op te stellen.

Van belang is dat de gemeente maatregelen neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren. De provincie heeft de bevoegdheid om bestemmingsplanwijzigingen af te keuren, indien er in het plangebied zich wegen bevinden waar overschrijdingen van verontreinigende stoffen voorkomen.

Het doel van het Amstelveense actieplan is om door kosteneffectieve maatregelen de huidige overschrijdingen terug te brengen onder het niveau van de grenswaarden. Voor zowel fijn stof als stikstofdioxide wordt nagestreefd om in 2010 aan de geldende normen te voldoen. Ook voor het jaar 2015 stelt de gemeente zich ten doel om aan de geldende normen te voldoen. Via de jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage wordt gemonitord of deze doelstellingen worden behaald.

Het Besluit luchtkwaliteit is het wettelijk kader voor de luchtkwaliteit. De gemeente neemt door het opstellen van het actieplan haar verantwoordelijkheid om datgene te doen dat binnen haar eigen mogelijkheden ligt. Ook in andere plannen, waaronder de gebiedsontwikkeling van de A9 en het Amstelveense Verkeers- en Vervoersplan, zal aandacht besteed worden aan de luchtkwaliteit in de gemeente.

Uit de jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage zal blijken of de overschrijdingen van de gestelde grenswaarden tot het acceptabele normniveau zijn teruggebracht, waardoor er een beter leefklimaat ontstaat en bouwprojecten binnen Amstelveen doorgang kunnen vinden.

2.4.8 Nota Duurzaam Bouwen, naar duurzame bouwresultaten 2007-2012

De nota 'Duurzaam Bouwen, naar duurzame bouwresultaten', geeft een nieuw kader voor duurzaam bouwen in de gemeente Amstelveen. De noodzaak van een nieuw kader komt voort uit in- en externe ontwikkelingen: Nationale- en Europese wet- en regelgeving, ontwikkelingen in inzichten en instrumenten voor duurzaam bouwen. Het nieuwe kader vindt zijn basis in de eigen praktijk van duurzaam bouwen. Een belangrijke impuls gaat naar verwachting uit van de nieuwe werkwijze voor duurzaam bouwen: prestatiegericht werken met het instrument GPR Gebouw (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn). Deze werkwijze verbreedt de reikwijdte van het beleid naar kwaliteitsthema's: gezondheid en woonkwaliteit. Tevens verbeteren de mogelijkheden voor monitoring van beleid en voor communicatie van de resultaten naar ontwikkelaars en consumenten. Beide worden gezien als belangrijke succesfactoren voor effectief beleid. Kernvraag bij deze nieuwe werkwijze is: welk ambitieniveau gaat de gemeente Amstelveen voor de periode 2007 – 2012 hanteren?

Nieuwe (beleids)ontwikkelingen internationaal en nationaal

Het beleid op het gebied van duurzaam bouwen is in ontwikkeling. Zo is de landelijke norm welke het energieverbruik in de woning aantoont, de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC), aangescherpt van 1,0 naar 0,8. Daarnaast wordt in Europees verband een norm ontwikkeld voor energie; de Energy Performance for Building Directives. Dit betekent dat ontwikkelende partijen meer rekening moeten houden met de energieprestaties van een woning.

Nieuwe werkwijze en instrumentarium

Om uitvoering te geven aan het vastgestelde beleid worden instrumenten ingezet. De gemeente Amstelveen werkte vanaf 1998 met het Nationaal Pakket duurzaam bouwen. Medio 2005 werd bekend dat het vigerende instrument niet meer werd uitgebracht en geactualiseerd. Vanwege de beëindiging van de Nationale Pakketten is eind 2005 een nieuw instrument aangekocht; GPR Gebouw (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn). Het voordeel van dit instrument is dat het uitstekend geschikt is om deze op gebouwniveau toe te passen. GPR Gebouw is een prestatiegericht en communicatief instrument dat vele voordelen met zich meebrengt. Zo beschikt het instrument over een CO2- reductie-monitor en een consumentenlabel, waardoor via communicatie en een gebruikershandleiding de bewoner(s) / gebruiker(s) ook zien hoe de woning scoort op het thema duurzaamheid. De gemeente Amstelveen beschikt inmiddels over een licentie voor het gebruik van GPR Gebouw. Deze zal ingezet worden bij alle op te starten nieuwbouwprojecten (zoals voor de woningbouw, kantoorgebouwen en schoolgebouwen) binnen de gemeente.

Het CO2-Servicepunt heeft menukaarten (checklist met keuzemaatregelen) voor de bestaande en nieuwbouw ontwikkeld. De menukaart voor de nieuwbouw is bedoeld als hulpmiddel om bij kleinere projecten met ontwikkelende partijen afspraken te maken over duurzaamheidsmaatregelen. Tevens is een menukaart ontwikkeld voor de bestaande bouw.

De nieuwe kaders

Doordat duurzaam bouwen binnen de gemeente in ontwikkeling is, is er binnen het college behoefte aan nieuwe beleidskaders die verder vorm en richting geven aan het duurzame bouwproces. Met het opstellen van de nota “Duurzaam Bouwen, naar duurzame bouwresultaten” laat de gemeente zien welke ambities zij heeft op het gebied van duurzaam bouwen.

Het college van BenW heeft middels punt 8.1.2 uit het collegeprogramma “Samen werken aan resultaat” hier opdracht toe gegeven. Met deze nota wordt een start gemaakt om te komen tot effectief prestatiegericht beleid dat ervoor kan zorgen dat duurzaam bouwen verder geïmplementeerd wordt in de bouwprocessen en de bouwpraktijk.

Op basis van interviews, eigen ervaringen met pilotprojecten en ervaringen van andere gemeenten zijn nieuwe ambities voor duurzaam bouwen geformuleerd. Hierbij is met name aandacht besteed aan de procesmatige werkwijze. Immers duurzame bouwprojecten hebben de grootste kans van slagen als in elke geleding van het bouwproces getoetst wordt op de overeengekomen duurzaamheidscriteria.

2.4.9 Stedelijk Waterplan, maart 2008

Het Stedelijk waterplan (2008) voorziet in de behoefte van de Gemeente Amstelveen en het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) aan meer inzicht in het functioneren van het watersysteem, in het geven van een eenduidige en realistische visie op het water en in het aandragen van maatregelen die bijdragen aan het oplossen van knelpunten in het watersysteem en het realiseren van ambities.

De gemeente Amstelveen en het hoogheemraadschap AGV hebben elk eigen taken en verantwoordelijkheden om het watersysteem op orde te houden. Waternet is de uitvoerende organisatie die in opdracht van AGV zorgt voor afvalwater, oppervlaktewater en veiligheid achter de dijken. De gemeente is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud en de afvoer van rioolwater. Beide partijen anticiperen op de verwachte klimaatveranderingen die zich uiten in meer korte maar hevige regenbuien en een stijging van de zeespiegel.

Een optimale waterkwaliteit is onderdeel van de hoge leef-, en omgevingskwaliteit waarnaar de gemeente Amstelveen streeft als aantrekkelijke woon-, leef- en werkgemeente. Water draagt zodoende als kwaliteitsdrager bij aan de versterking van de kwaliteit van de Amstelveense stad.

AGV wil samen met de gemeente de visie en beleid op waterbeheer lokaal realiseren. Naast wettelijk verplichte zaken wordt gekeken naar ambities bij de verschillende thema's van het waterbeheer.

De opgestelde visie die in het Stedelijk Waterplan centraal staat benadrukt de ontwikkeling waar beide partijen zich voor inzetten: het realiseren van een duurzaam en mooi watersysteem in de gemeente Amstelveen. Door de gezamenlijke aanpak van het Stedelijk Waterplan worden verantwoordelijkheden en belangen verduidelijkt en processen inzichtelijk gemaakt. Dit levert een duidelijke bijdrage aan de samenwerking tussen beide organisaties.

2.4.10 Ruimte voor groen; Groenstructuurplan voor Amstelveen 2008-2018

Amstelveen is naast een stad met een rijke groentraditie een stad in beweging. Ruimtelijke ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Ondanks de stevige verankering van het groen in de structuur van de stad hebben ruimtelijke ontwikkelingen consequenties voor groen. Juist door het bijzonder groene karakter raken veranderingen in de stad al snel de stedelijke groenstructuur. Om op een verantwoorde wijze keuzes te kunnen maken is het groenstructuurplan van Amstelveen geactualiseerd. Het voorliggende groenstructuurplan is daardoor geen volledig nieuw plan. Met deze geactualiseerde versie van het groenstructuurplan wordt op overzichtelijke wijze het ruimtelijke groenkader weergegeven. Het plan vormt en een herbevestiging van bestaand groenbeleid. De hoofdlijnen uit het Amstelveense groenstructuurplan en landschapsplan (1993) zijn dan ook in dit plan terug te vinden.

Het groenstructuurplan heeft de volgende doelstellingen:

  • Het vastleggen/bepalen van de ambitie ten aanzien van de ontwikkeling van de groenstructuur;
  • Het behouden en waar mogelijk versterken van het groen in Amstelveen zowel in de bebouwde kom als in het buitengebied in omvang en/of in kwaliteit door het vaststellen van structuur en beeldbepalende delen van het Amstelveense groen;
  • Het benoemen van de bijzondere karakteristiek alsmede de functionele betekenis van de groenstructuur;
  • Het bieden van een heldere groenvisie op hoofdlijnen op basis waarvan bij ruimtelijke ingrepen goed afgewogen keuzes kunnen worden gemaakt;
  • Het aanreiken van concrete actiepunten die bijdragen aan het behouden en verder ontwikkelen van de groenstructuur in al haar facetten.

Het groenstructuurplan kan worden gebruikt als informatiebron over status, waarde en functie van het groen binnen Amstelveen. Het Groenstructuurplan wordt daarnaast gebruikt als kader bij:

  • Renovaties en reconstructies van de openbare ruimte
  • Functiewijziging van het openbaar groen, bijvoorbeeld de wijziging van groen naar water.
  • Beheer van groen
  • Uitgifte van openbaar groen

Binnen de groenstructuur is onderscheid gemaakt in drie statusniveaus. Bovenwijks groen en wijkgroen vormen de hoofdgroenstructuur. Overig groen is gelegen buiten de hoofd groenstructuur. Tevens wordt onderscheid gemaakt in stedelijk gebied en buitengebied.

Voor dit herzieningsplan is voornamelijk de hoofdstructuur buitengebied van toepassing.

Hoofdstructuur buitengebied

Belangrijke structuurbepalende landschapselementen in het buitengebied zijn het Amsterdamse Bos in het westen en het bovenland in het oosten. Het Amsterdamse Bos heeft ondanks de relatief jonge ontstaansgeschiedenis landschappelijke en ecologische waarde. De recreatieve betekenis is uitzonderlijk hoog. Het Bovenland kent een hoge cultuurhistorische en landschappelijke waarde. Deze waarde wordt in belangrijke mate bepaald door het aangrenzende circa 3,5 meter lager gelegen open landschap van de oudere droogmakerijen. Het open deel van de Bovenkerkerpolder is van grote invloed op de structuur van het buitengebied ten zuiden van de Nesserlaan. Lanen, dijken en kades worden door hun structuurbepalend karakter en de cultuurhistorische waarde gerekend tot structuurbepalend landschapselement.

De onderdelen van de hoofdgroenstructuur die gerekend worden tot open landschap zijn de Bovenkerkerpolder en een deel van de Legmeerpolders. De Middelpolder heeft door de herinrichting en het beheer een andere structuur gekregen en wordt daarom aangeduid als half open landschap.

Visie en Ambitie 2006-2016

De hoofdgroenstructuur geeft Amstelveen zijn karakteristiek groene parkachtige uitstraling en zorgt voor een bijzonder aantrekkelijke leefomgeving. Dat geldt niet alleen voor het stedelijk gebied maar ook voor het buitengebied. Ligt het accent van de kwaliteit van de hoofdgroenstructuur binnen de stad op fraaie lanen en rijk beplante parkstroken, in het buitengebied bepaalt de landschappelijke opbouw in belangrijke mate de kwaliteit. De landschappelijke elementen zoals dijken, waterlopen en de Bovenlanden vormen belangrijke dragers voor de verdere ontwikkeling van het buitengebied. Het is de ambitie van Amstelveen om de hoofdgroenstructuur duurzaam in stand te houden en verder te ontwikkelen.