direct naar inhoud van 4.2 Landschap, cultuurhistorie en archeologie
Plan: Golfbaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09E-VG01

4.2 Landschap, cultuurhistorie en archeologie

De Bovenkerkerpolder is een drooggemalen veenafgraving tussen de Ouderkerkerweg, de Amsteldijk, de Hollandse Dijk en de Bovenkerkerweg.

Het plangebied is grotendeels onbebouwd en kent voornamelijk agrarisch gebruik. De droogmakerij bestaat voornamelijk uit graslanden, is relatief vlak en wordt gekenmerkt door een grote mate van openheid waarin voornamelijk veeteelt zichtbaar is. Tussen de Bovenlanden, het niet afgegraven deel van de polder, en de benedenlanden is er wel sprake van hoogteverschil, dat in het landschap een bijzondere beleving geeft. Het plan voor het Golfodrome Amstelveen is voorzien in de benedenlanden.

Typerend is de inrichting van de bovenlanden, het niet afgegraven en daardoor historisch waardevolle veenlandschap. Deze bovenlanden liggen buiten de polder. Zij worden aan de westelijke zijde afgebakend door de Ringdijk van de Bovenkerkerpolder en aan de Oostkant door de Amsteldijk.

Vooral het contrast tussen de droogmakerij en het veenweidelandschap van de bovenlanden met de ringdijk als verbindend en contrasterend element tussen beide landschappen is bijzonder.

De Bovenkerkerpolder wordt gekenmerkt door een kwaliteit in het geometrische patroon, van ontwatering- en verkavelingsstructuren. De Bovenkerkerpolder is niet uniek, maar wel typerend voor het 18e eeuwse Hollandse landschap. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord Holland wordt de Bovenkerkerpolder gewaardeerd met hoge cultuurhistorische waarde. Op dezelfde kaart is opgenomen dat de Bovenkerkerpolder geen bijzonder archeologische waarden heeft.

Ontwikkeling golfbaan in relatie tot het landschap

Het landschap heeft in plaats van een agrarisch karakter een meer recreatief karakter gekregen.

De bebouwing van het Golfcentrum maakt onderdeel uit van de bestaande agrarische enclaves. De functies van het nieuwe hoofdgebouw zijn ondergebracht ter plaatse van de voormalige bestaande bebouwing.

Er wordt geen aparte beheerderswoning ontwikkeld, waardoor er geen nieuwe losse bebouwing in het open landschap ontwikkeld wordt. De nieuwe afslagplaatsen en schuilhutten zijn iets ingegraven en verder ingepast in grondophogingen, waardoor ze één geheel vormen met de omgeving. Er ontstaan dan kleine glooiingen welke passend zijn binnen de huidige open verschijningsvorm.

De parkeergelegenheid is ten opzichte van eerdere plannen teruggebracht van 300 naar 106 half verharde parkeerplaatsen. Door de vermindering van het aantal parkeerplaatsen wordt de stenige aanblik van parkeervakken en auto's kleiner. Er is meer ruimte voor een groene uitstraling, passend binnen het open groene polderlandschap.

Er is geen sprake van hoog opgaande beplanting, maar enkel van lagere struweelbeplanting. Deze keuze past bij de huidige open verschijningsvorm van het landschap.