direct naar inhoud van 3.2 Beschrijving deelgebieden
Plan: Landelijk Gebied Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09C-VG01

3.2 Beschrijving deelgebieden

3.2.1 Bovenkerkerpolder

Algemeen

De Bovenkerkerpolder is een droogmakerij. Dit is een polder die vroeger is uitgeveend en is drooggemalen. De begrenzing van de droogmakerij wordt gevormd door de nog aanwezige waterkeringen, in het westen van de Bovenkerkerweg in het zuiden de Hollands dijk. In het oosten vormt het bovenland de waterkering, waarbij het talud van de Ringsloot de eerste barriere vormt.

Landschappelijke structuur

De structuur van het gebied is typisch die van een droogmakerij met een rechthoekig grid van kavelsloten en overwegend langwerpige oost-west gerichte graslandkavels van circa 40 a 45 meter breedte en een lengte van circa 600 meter.

Het gebied wordt ontsloten vanaf de randen: aan de oostzijde vanaf de Amsteldijk en aan de westzijde vanaf de Bovenkerkerweg/Hollandse Dijk. De aanliggende agrarische complexen liggen tamelijk gespreid. Er is sprake van één centrale weg in noord-zuidrichting: de Middenweg van de Bovenkerkerpolder, waaraan ook enkele agrarische vestigingen zijn gelegen.

Kenmerkend voor de agrarische complexen is de relatie met de dijk en de concentratie van woon- en bedrijfsbebouwing binnen een bouwperceel, met daarbuiten slechts zeer incidenteel een schuurtje of schuilhok voor vee.

Bij een aantal complexen wordt het direct omliggende land gecompartimenteerd door opvallende witgeschilderde hekken (paardenweiden).

De groenstructuur betreft de - in het voor het overige 'lege' landschap - karakteristieke erfbeplanting bij de - deels voormalige - agrarische complexen.

Bebouwingskarakteristiek

De bebouwing op de agrarische complexen bestaat uit woonhuizen, stallen, materieelbergingen en bouwwerken voor hooi- en mestopslag. De woonhuizen zijn over het algemeen gebouwd in de hollandsche/traditionele karakteristiek; er is sprake van een grote diversiteit, zowel in omvang, als hoofdvorm. Enkele hoofdgebouwen hebben een monumentale waarde, maar aanvullende bebouwing, de vaak rommelige inrichting van de erven en een afwijkend gebruik hebben veel van het oorspronkelijke karakter verloren doen gaan.

De bedrijfsbebouwing is overwegend utilitair en aangepast aan de eisen van deze tijd, in sommige opzichten zelfs zonder oog voor de aanwezige waarden.

De bouwhoogte is overwegend in één of twee bouwlagen met een kap. De materialen voor de woongebouwen is metselwerk voor de gevel (rood/bruinrood/bruin) en pannen (rood en grijs) op het dak.

De bedrijfsgebouwen zijn zowel met staalplaat-bekledingen uitgevoerd, als in een betonsysteem-bouw met golfplatendaken.

De bouwhoogten zijn in het algemeen beperkt en overal is sprake van - soms zeer flauwe - hellende daken.

Waardering

Het gebied ontleent zijn waarde aan het open landschap in de vorm van een karakteristieke droogmakerij en zijn zeer extensieve bebouwing in typische agrarische complexen, waarvan een belangrijk deel als monumentwaardig of karakteristiek is aangemerkt, met overwegend traditionele bouwvormen en geclusterde erfbeplanting.

3.2.2 Noorderlegmeerpolder

Algemeen

Dit betreft het deel van de Noorder Legmeer dat is gelegen tussen de Zijdelweg en de Bovenkerkerweg. Sprake is van een relatief open en leeg agrarisch gebied met een beperkt aantal verspreid liggende agrarische complexen.

Landschappelijke structuur

Binnen de polderdijken aan de west- en oostzijde is sprake van een strikt rechthoekig systeem van sloten, wegen en kavels. Bij de open agrarische gronden ten oosten van de Zijdelweg zijn enkele agrarische percelen met een drietal 'burgerwoningen'. De waterstructuur bestaat uit smalle afwateringssloten in oost-westrichting, en een enkele tocht en bermsloot in noord-zuidrichting.

In het agrarisch deel bestaat de groenstructuur in principe slechts uit erfbeplanting bij de woonhuizen.

Bebouwingskarakteristiek

De bebouwing van dit deel van de Noorderlegmeerpolder gelegen tussen de Zijdelweg en de Bovenkerkerweg bestaat uit een drietal 'burgerwoningen' en een bedrijf met dienstwoning. De woonhuizen zijn overwegend in 1 laag met een kap.

Waardering

Bij het open agrarische gebied is nog sprake van een landelijke karakteristiek, hoewel daarbij vastgesteld moet worden, dat plaatselijk typische stadsrandverschijnselen voorkomen (niet agrarische bedrijvigheid w.o. autobedrijven).