direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen - 3
Plan: Amsteleiland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09B-VG03

Artikel 9 Wonen - 3

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een woongebouw;
  • b. het op eigen terrein aanleggen en instandhouden van ten minste 2 parkeerplaatsen per woning;

met de daarbij behorende:

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen / woongebouwen worden gebouwd;
  • c. binnen het bouwvlak mag maximaal 1 hoofdgebouw worden gebouwd;
  • d. het aantal wooneenheden mag de aangegeven waarde ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet overschrijden
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouw, inclusief uitbouwen, en mag niet meer bedragen dan 400m²;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • g. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter;
  • h. de dakhelling dient ten minste 15º en mag ten hoogste 45º bedragen.

9.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen ten behoeve van het vergroten van de woonfunctie gelden de regels voor hoofdgebouwen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat vrijstaande bijgebouwen niet zijn toegestaan.

9.2.3 Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend onder bovengrondse bebouwing binnen het bouwvlak gesitueerd worden;
  • b. de diepte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • c. het realiseren van ondergrondse bouwwerken mag geen nadelige effecten hebben op de bodem- en waterhuishouding. Hiertoe dient de aanvrager (vooraf) een watervergunning aan te vragen bij de Waterbeheerder.

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:

  • a. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar het water gekeerde gevel niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. 6 meter voor palen en lichtmasten;
  • c. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

9.3.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 9.3.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of doen gebruiken van meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning, met inbegrip van de daarbij behorende aan- en of bijgebouwen, als kantoor en/of praktijkruimte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • c. het bedrijfsmatig (commercieel) houden van paarden, zoals het stallen en africhten van paarden van derden en de verhuur van paarden aan derden.

9.4 Parkeerbepaling

In aanvulling op het bepaalde in de andere voorkomende bestemmingen gelden de volgende regels:

  • a. woningen en/of woongebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd als uit de aanvraag om vergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte wordt gerealiseerd op eigen terrein;
  • b. als voldoende in de zin van de voorgaande regel wordt in ieder geval aangemerkt 2 parkeerplaatsen per te bouwen woning.