Plan: | N201 - Zijdelweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0362.09A-OH01 |
Voorheen, zoals vastgelegd in de realisatieovereenkomst, was het de bedoeling de kruising tussen de omgelegde N201 en de Zijdelweg op maaiveld aan te leggen en uit te rusten met een verkeersregelinstallatie. Zoals eerder aangegeven, voorzien de gemeenten Uithoorn en Amstelveen bij dit ontwerp in de toekomst problemen voor de doorstroming van het noord-zuid verkeer over de Zijdelweg. Dit vindt zijn oorsprong in het feit dat de afwikkeling van verkeer op de N201 voorrang zal krijgen op het verkeer op de Zijdelweg en eveneens omdat het toekomstig te realiseren Bedrijventerrein Amstelveen-Zuid vlak bij deze kruising ontsloten dient te worden.
Ingenieursbureau Grontmij heeft in 2006 onderzocht wat de consequenties zijn wanneer de gelijkvloerse kruising N201-Zijdelweg gewijzigd wordt in een ongelijkvloerse kruising (“Scopewijziging kruising N201 - Zijdelweg”, Grontmij, I&M-99377438-TH-jj, 25 september 2006). Dit rapport is als bijlage bij de toelichting gevoegd. Daarbij zijn drie varianten in ogenschouw genomen. Het betreft een eerste verkenning naar de mogelijkheden van een ongelijkvloerse kruising.
Het rapport is daarna beoordeeld. Uitgangspunten voor deze beoordeling waren:
Daarnaast speelden uiteraard de ruimtelijke, milieukundige en financiële aspecten van deze kruising een rol in de beoordeling.
De provincie Noord-Holland en de gemeenten Uithoorn en Amstelveen hebben op basis van het rapport de conclusie getrokken dat een half klaverblad-oplossing de enig aanvaardbare oplossing is in het licht van de gestelde uitgangspunten. De overweging die hierbij de bepalende rol heeft gespeeld is dat in de Haarlemmermeervariant ter plaatse van de op- en afritten alsnog verkeersregelinstallaties nodig zijn op de Zijdelweg omdat deze aansluitingen te dicht op elkaar liggen. Dit gegeven alleen al maakt dat deze oplossing niet gewenst is omdat dit – evenals bij de gelijkvloerse kruising het geval is – de doorstroming van het verkeer op de Zijdelweg en daarmee de capaciteit van het noord-zuidverkeer te zeer zou belemmeren. Op deze manier is er weinig winst ten opzichte van een gelijkvloerse variant.
Bovendien moet het viaduct van de N201 over de Zijdelweg in geval van toepassing van verkeerslichten vanwege de te hanteren zichtlijnen op deze verkeerslichten circa 1,40 m hoger worden aangelegd. Dit brengt ook nadelige gevolgen met zich mee (milieu, kosten).
Naast voornoemde overwegingen is geconstateerd dat het rapport van Grontmij geen rekening houdt met de ontsluiting van het aan de westzijde van de Zijdelweg te realiseren bedrijventerrein Amstelveen-Zuid. Dit bedrijventerrein zal zowel ten noorden als ten zuiden van de N201 een ontsluiting moeten krijgen op de Zijdelweg. In de half klaverblad-oplossing is dit op een goede en verkeersveilige manier mogelijk door op de rotondes ook het bedrijventerrein aan te sluiten. In de andere varianten is dit niet goed mogelijk zonder de doorstroomcapaciteit van de Zijdelweg ernstig te belemmeren. Bij de Haarlemmermeervariant kan bijvoorbeeld de ontsluiting van het bedrijventerrein niet aangetakt worden op de op- en afritten naar respectievelijk van de N201, waardoor aparte ontsluitingen van het bedrijventerrein op de Zijdelweg nodig zijn. Op die manier zouden vier kruisingen op korte afstand op de Zijdelweg elkaar volgen (bedrijventerrein, op/afrit N201, op/afrit N201, bedrijventerrein). Een situatie die zowel vanuit capaciteitsoverwegingen als vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen ongewenst is.
Om de capaciteit van de omgelegde provinciale weg N201 optimaal te benutten is van meet af aan door alle bij de omlegging betrokken partijen (rijk, provincies en gemeenten) als uitgangspunt gehanteerd dat dit een 80 km/h autoweg wordt met een zeer beperkt aantal aansluitingen.
Uiteraard is daarbij onderkend dat de ontwikkeling van dergelijke terreinen een verhoogd vervoersaanbod op de toeleidende wegen tot gevolg zal hebben. In het onderhavige geval betreft dat de (grotendeels provinciale) Zijdelweg. Feit is echter ook, dat dit hogere verkeersaanbod geheel afhankelijk is van de aard van de op deze terreinen te vestigen bedrijven. Niet ondenkbeeldig is immers dat deze bedrijven voor hun aan- en afvoerroutes toch al gebruik moeten maken van de Zijdelweg.
Een eigen ontsluiting van het bedrijventerrein op de N201 zou eveneens minimaal als ongelijkvloerse kruising uitgevoerd moeten worden. Nog afgezien van de daarmee gepaard gaande extra kosten zou dit inhouden dat ook daar rekening gehouden zou moeten worden met het ruimtebeslag van de bijbehorende op- en afritten. Voor de bewoners van de dichter bij de omgelegde N201 gelegen woningen van Aan de Kant in Uithoorn zou in dat geval een gelijksoortige situatie worden gecreëerd als nu het geval is bij de woningen aan de Hélène Swarthlaan. In verband met de doorstroming van het verkeer op de N201 is de impact van een tweede ontsluiting ook complexer. Vanuit verkeerstechnisch oogpunt zal er een minimale afstand moeten zijn tussen twee Haarlemmermeer aansluitingen. Consequentie kan zijn dat de tweede aansluiting meer naar het westen moet verschuiven en niet meer past binnen het ruimtebeslag van het bedrijventerrein. Een tweede aansluiting op de N201 betekent tevens dat de N201 langer op hoogte doorgetrokken moet worden. Een extra halve Haarlemmermeer aansluiting (bijvoorbeeld alleen 2 op- of afritten) levert niet de gewenste functionaliteit en betekent dat verkeer alsnog via de Zijdelweg moet worden afgehandeld met de eerder gemaakte impact van VRI's en doorstroming. Er is dus des te meer een reden om vast te houden aan het uitgangspunt dat extra aansluitingen op de omgelegde N201 niet gewenst zijn.
Tevens pleit vóór de half klaverblad-oplossing dat er geen bedrijven langs de Zijdelweg hoeven te worden gesloopt dan wel problemen zouden ontstaan met de ontsluiting van de reeds langs de Zijdelweg aanwezige bedrijven. Deze bestaande bedrijven kunnen nu op een normale manier op de Zijdelweg worden ontsloten en in de toekomst kunnen zij aantakken op de infrastructuur van het bedrijventerrein Amstelveen-Zuid. Op deze manier worden de verkeersstromen van het bedrijventerrein gebundeld via de rotondes op de Zijdelweg gebracht, hetgeen de verkeersdoorstroming op de Zijdelweg ten goede komt.
Verder is ervoor gekozen de nieuwe N201 ter plaatse van de kruising met de Zijdelweg met 2 x 2 rijstroken uit te voeren. Op deze wijze wordt het in- en uitvoegend verkeer komende vanaf of naar de Zijdelweg en het verkeer uit de richting of naar Utrecht respectievelijk Aalsmeer goed afgewikkeld van en naar de nieuwe N201. Vanuit de oogpunten verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming is een dergelijke verkeersafwikkeling gewenst.
Naar aanleiding van ingediende zienswijzen is er een aanvullende verkeerskundige analyse uitgevoerd naar alternatieven wat betreft de vormgeving van de ongelijkvloerse kruising (“Aansluiting Zijdelweg op omgelegde N201 in Uithoorn/Amstelveen”, Grontmij, kenmerk 297617, 14 juni 2010). Dit rapport is als bijlage bij de toelichting gevoegd. Uit dit rapport blijkt dat de aangebrachte alternatieven dusdanige afwikkelingsproblemen met zich meebrengen dat ze niet toepasbaar zijn. Ten aanzien van het ontwerp van de halfklaverbladvariant is aangegeven dat er een vrije rechtsafbeweging nodig is bij de zuidelijke rotonde, gezien vanuit Uithoorn. Dit past binnen het bestemmingsplan. Daarnaast is de noodzakelijkheid aangegeven van een verbinding tussen het zuidelijk en noordelijk deel van het bedrijventerrein. De precieze locatie hiervoor zal binnen de planvorming voor het bedrijventerrein nader worden bepaald, voorkeur is om deze zo dicht mogelijk bij de Zijdelweg aan te leggen.
Dit zijn de belangrijkste overwegingen geweest om te kiezen vóór de half klaverblad-oplossing. Uiteraard kan dit alleen mogelijk zijn wanneer de andere aspecten ook binnen de wettelijke kaders haalbaar zijn, zoals op het gebied van luchtkwaliteit en geluid. De onderzoeken geven aan dat deze aspecten geen belemmeringen opleveren voor de ontwikkeling van een half klaverblad.
De gemeenteraden van Amstelveen en Uithoorn hebben respectievelijk in juli 2007 en juni 2007 het besluit genomen om een half klaverblad te realiseren en hiervoor geld beschikbaar te stellen. Beide gemeenten en de provincie Noord-Holland hebben hun bijdrage herbevestigd in het kader van het tekenen van de wijzigingsovereenkomst ten behoeve van de ongelijkvloerse kruising N201 eind 2008, zodat de half klaverblad oplossing ook financieel haalbaar is.
De voordelen van een ongelijkvloerse kruising ten opzichte van een gelijkvloerse kruising zijn ondermeer:
Met deze wijziging wordt verreweg het grootste deel van de opwaardering van de N201 op Amstelveens grondgebied gerealiseerd.
Bij de definiëring van het ontwerp voor de ongelijkvloerse kruising lagen de twee rotondes in eerste instantie meer westwaarts. Mede naar aanleiding van gesprekken met aangrenzende eigenaren is onderzocht of de rotondes in oostelijke richting verplaatst konden worden. Uitkomst hiervan is dat de rotondes, ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp, ca. 25 meter naar het oosten zijn opgeschoven vanwege de volgende voordelen:
Verder opschuiven bleek niet haalbaar vanwege de benodigde strekking van de bochtstralen en de afstand hiervan tot de Bovenkerkerweg.