Plan: | Uitwerkingsplan Amstelveen Midden-West Fokkerlaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0362.07D-VG01 |
Op 5 augustus 2005 is het Besluit Luchtkwaliteit 2005 vastgesteld, inclusief de bijbehorende Meetregeling luchtkwaliteit 2005. Dit nieuwe Besluit vervangt het oude Besluit luchtkwaliteit uit 2001. In deze nieuwe regeling is de mogelijkheid opgenomen om bij de beoordeling van de concentraties fijn stof het aandeel natuurlijk fijn stof (zeezout) buiten beschouwing te laten. Ze omvat een vaste aftrek van zes dagen voor het aantal dagen dat de dagnorm mag worden overschreden en een plaatsafhankelijke correctie op de jaargemiddelde norm die varieert van 3 µg/m³ tot 7 µg/m³. Deze aftrek is het hoogst aan de kust en neemt verder landinwaarts af. Voor de gemeente Amstelveen bedraagt de aftrek voor de beoordeling van de jaargemiddelde norm 6 µg/m³.
Een ander punt van wijziging in het Besluit luchtkwaliteit 2005 is het opnemen van de zogenaamde saldobenadering. Dit houdt in dat er op een bepaalde plek een verslechtering van de luchtkwaliteit mag optreden, mits dit op een andere plek tot een duidelijke verbetering en daardoor tot minder blootgestelden leidt. Ook dit is een aspect dat voor de beoordeling van het ontstaan van potentiële knelpunten extra mogelijkheden biedt.
Daarnaast is er in het Besluit uitvoering gegeven aan de 2e dochterrichtlijn ten aanzien van koolmonoxide (CO) en benzeen. De normen voor beide stoffen zijn gewijzigd. De opgenomen grenswaarde voor CO van 10 mg/m³ komt overeen met de advieswaarde van de WHO (World Health Organization, wereldgezondheidsorganisatie) en is twee maal strenger dan de in het vorige Besluit luchtkwaliteit opgenomen waarde. Deze grenswaarde wordt echter in Nederland sinds 2000 al niet meer overschreden. Voor benzeen geldt momenteel een grenswaarde van 10 µg/m³, vanaf 2010 geldt een grenswaarde van 5 µg/m³. Er is een plandrempel voor benzeen opgenomen, wanneer die wordt overschreden dient een actieplan te worden opgesteld. De ervaring leert dat in veel gevallen de concentratie nu al onder de 5 µg/m³ zit.
Wet luchtkwaliteit
Sinds 15 november 2007 staan de hoofdregels voor luchtkwaliteit in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Wm). Net als die uit het Besluit Luchtkwaliteit 2005, waarin onder meer de zogenaamde saldobenadering is opgenomen, gaan deze regels over het naleven van normen, maar er zijn belangrijke nieuwe elementen toegevoegd. Deze waren nodig om te zorgen dat de grenswaarden in Nederland worden gehaald en projecten voldoende doorgang kunnen vinden.
Artikel 5.16 Wet milieubeheer geeft aan onder welke voorwaarden de bestuursorganen bepaalde bevoegdheden, zoals wijziging bestemmingsplan, mogen uitvoeren.
Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in principe geen belemmering:
In het Besluit NIBM is vastgelegd wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof, de mate van luchtverontreiniging is in dat geval verwaarloosbaar. Voor de periode tot aan het vaststellen van het NSL is het begrip 'niet in betekenende mate' gedefinieerd als maximaal 1% toename van de concentratie van de betreffende jaargemiddelde grenswaarde van de vervuilende stof. Voor NO2 en PM10 komt dit neer op 0,4 ìg/m³.
Aangezien voor overige stoffen (bijna) geen overschrijdingen worden berekend, geldt de nibm-grens alleen voor de stoffen NO2 en PM10.
In de Regeling NIBM [6] is een aantal getalsmatige grenzen weergegeven voor een aantal soorten projecten, waaronder woningbouw, kantoren en inrichtingen. Als een project binnen de grenzen van deze Regeling valt, is verdere toetsing aan de grenswaarden niet nodig. In andere gevallen zal een toetsing moeten worden uitgevoerd, overigens kan dan ook blijken dat een project nibm is. Indien een project niet aan de nibm-grens voldoet, draagt het in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. In principe zijn al deze projecten, voor zover momenteel bekend, opgenomen in het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit). In het NSL zijn alle maatregelen opgenomen die de luchtkwaliteit moeten verbeteren en tevens zijn ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Naar verwachting wordt het NSL begin 2009 definitief vastgesteld. Op het moment dat het NSL is vastgesteld geldt voor het begrip nibm een grens van 3% van de jaargemiddelde grenswaarde.
Projecten die niet zijn opgenomen in het NSL, bijvoorbeeld omdat deze nieuwe ontwikkelingen na het opstellen van het NSL zijn ontstaan, die in betekenende mate bijdragen moeten getoetst worden aan de grenswaarden.
Toekomstige ontwikkeling wetgeving
Besluit Gevoelige bestemmingen
De ministerraad heeft in december 2007 ingestemd met een voorstel van minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het bouwen van gevoelige bestemmingen op locaties waar sprake is van luchtverontreiniging. Met het besluit worden kwetsbare groepen zoveel als mogelijk beschermd tegen ongezonde lucht. Nieuwe scholen, kinderdagverblijven en bejaarden-, verzorgings- en verpleeghuizen (gevoelige bestemmingen) zullen voortaan niet meer binnen 100 meter vanaf de rijksweg en 50 meter vanaf de provinciale weg worden gebouwd als daar grenswaarden worden overschreden.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad. Gemeenten worden opgeroepen om vooruitlopend op het inwerking treden van het besluit ook al terughoudend te zijn met het bouwen van gevoelige bestemmingen langs wegen.
Grenswaarden
In de Wet milieubeheer zijn de volgende grenswaarden voor de luchtkwaliteit opgenomen, zoals weergegeven in onderstaande tabel. De grenswaarden zijn zodanig bepaald dat daarmee schade aan de gezondheid wordt voorkomen, mits mensen niet op een andere wijze (bijvoorbeeld via roken) aan deze stoffen zijn blootgesteld. Bij concentraties boven de grenswaarden kunnen voor de mens schadelijke effecten optreden.
De bovengenoemde kwaliteitseisen ter bescherming van de gezondheid van de mens, gelden ingevolge de EG-richtlijnen voor de buitenlucht voor het gehele grondgebied van de lidstaten, met uitzondering van de werkplek en gebieden waartoe leden van het publiek gewoonlijk geen toegang hebben.
De luchtkwaliteitsnormen zijn opgesplitst in plandrempels, grenswaarden en alarmdrempels.
Grenswaarde:
Kwaliteitsniveau van de buitenlucht dat op een bepaald tijdstip (in 2005 of 2010) bereikt moet zijn, voor de grenswaarde geldt een resultaatsverplichting; er is geen afwijking van de norm toegestaan.
Plandrempel:
Plandrempels zijn variabele waarden die per jaar worden aangescherpt. Uiteindelijk komen de plandrempels op het niveau van de grenswaarde. Bij overschrijding van de plandrempels moet de overheid een actieplan opstellen om tijdig aan de grenswaarde te voldoen.
Alarmdrempel:
Kwaliteitsniveau van de buitenlucht dat bij kortstondige overschrijding risico's voor de gezondheid van de mens oplevert.
Voor Nederland zijn met name de volgende grenswaarden relevant:
De bovengenoemde kwaliteitseisen ter bescherming van de gezondheid van de mens, gelden ingevolge de EG-richtlijnen voor de buitenlucht voor het gehele grondgebied van de lidstaten, met uitzondering van de werkplek.
De gemeente Amstelveen valt onder de agglomeratie Amsterdam/Haarlem.
Gelet op de afstand van de gevoelige bestemmingen (waaronder woningen) tot de rijks- en provinciale wegen wordt de plandrempelwaarde voor de jaargemiddeldeconcentratie luchtverontreinigende stof NO2 niet overschreden. Dit blijkt ook uit het onderzoek luchtkwaliteit Amstelveen 2006.
De gemeente Amstelveen heeft vanuit gezondheidsoogpunt en vanwege het veilig stellen van haar ruimtelijke plannen reeds in augustus 2005 het besluit genomen om een actieplan op te stellen om de luchtkwaliteit in Amstelveen te verbeteren. Inmiddels blijkt uit de uitgevoerde luchtkwaliteitsrapportage over het jaar 2005 dat er overschrijdingen voorkomen van de normen voor fijnstof en stikstofdioxide. De gemeente is hierdoor wettelijk verplicht om een actieplan op te stellen. In het Actieplan Luchtkwaliteit Amstelveen is een elftal maatregelen uitgewerkt. De uitvoering van deze maatregelen is noodzakelijk om de ruimtelijke en infrastructurele projecten binnen de gemeente mogelijk te maken en om te voldoen aan de wettelijke eisen volgend uit het Besluit Luchtkwaliteit. De maatregelen zijn volgens vaste formats uitgewerkt waardoor de gemeente concreet een stap zet richting de uitvoering van deze maatregelen. Het Actieplan Luchtkwaliteit is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 september 2007.
Ontwikkeling plangebied
Onder het Besluit luchtkwaliteit 2005 dienden alle besluiten met gevolgen voor de luchtkwaliteit te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen.
Per 15 november 2007 is in de Wet milieubeheer een nieuwe hoofdstuk opgenomen over luchtkwaliteit. Dit hoofdstuk wordt wel de 'Wet luchtkwaliteit' genoemd en vervangt het 'Besluit Luchtkwaliteit 2005'.
Projecten die "niet in betekenende mate" bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeven volgens de Wet niet meer afzonderlijk getoetst te worden aan de grenswaarden. Er kan in die gevallen worden volstaan met het aannemelijk maken dat de mate van luchtverontreiniging verwaarloosbaar is. Voor de periode tot aan het van kracht worden van het (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is het begrip 'niet in betekenende mate' gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Op 1 augustus 2009 is het NSL in werking getreden. Het NSL heeft een looptijd van 1 augustus 2009 tot 1 augustus 2014. Gedurende de looptijd van het NSL wordt jaarlijks gemonitord hoe het staat met de luchtkwaliteit en de uitvoering van projecten en maatregelen. Het begrip 'niet in betekenende mate' is nu gedefinieerd als 3% van de grenswaarde.
Om het beoordelen van plannen voor overheden makkelijk te maken zijn de percentages van 1 en 3 procent ook uitgewerkt in concrete getallen. Dat is gebeurd in de Regeling NIBM bijdragen. De regeling geeft concrete getallen voor plannen die gaan over, bijvoorbeeld de bouw van woningen en/of kantoren. De grens voor woningbouwplannen ligt bij 1% op 500 woningen. Als er twee ontsluitingswegen zijn, mag een grens van 1000 woningen worden gehanteerd.
Aangewezen onder de 3% grens zijn woningbouwlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvat en, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 3000 woningen omvat.
Met betrekking tot de luchtkwaliteit zijn er geen bezwaren gesignaleerd die realisatie van het bouwplan verhinderen. Het plan draagt Niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit en er worden geen grenswaarden overschreden. Ook is er geen sprake van een dreigende overschrijding omdat de berekende concentraties naar de toekomst toe afnemen.