direct naar inhoud van Artikel 8 Waterstaat-Waterkering
Plan: 1e Herziening Amsterdamse Bos A9 - Fokkerweg
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.04A-VO01

Artikel 8 Waterstaat-Waterkering

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat-Waterkering aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de waterhuishouding door middel van dijken, dijksloten en kaden. Indien deze bestemming samenvalt met andere bestemmingen, zijn deze andere bestemmingen ondergeschikt aan de bestemming waterkering.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden mag ten behoeve van de primaire bestemming uitsluitend worden gebouwd:

bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.3 Verhouding tot samenvallende bestemmingen

Op de grond met de bestemming waterkering mag ten behoeve van andere, daarmee samenvallende bestemmingen slechts worden gebouwd, indien en voor zover de belangen van de waterkering hierdoor niet worden geschaad.

8.4 Adviesprocedure

Alvorens omtrent het verlenen van een bouwvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het water(staats)belang niet wordt geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.

8.5 Ontheffing

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke ontheffing van het Hoogheemraadschap op en in de gronden die op de plankaart zijn aangeduid als waterkering, of die aan te merken zijn als bij de waterkering behorende veiligheidszones, handelingen te verrichten waarop een verbod van toepassing is conform de keur van het Hoogheemraadschap. In de keur van het Hoogheemraadschap is aangegeven hoe de breedte van de waterkering en de veiligheidszones dient te worden bepaald. Deze breedte is afhankelijk van het type waterkering.

8.6 Ontheffingsbepaling
8.6.1 Ontheffing voor bebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.2.1 voor bebouwing toegestaan in de samenvallende bestemmingen.

8.6.2 Voorwaarden voor ontheffing

De in lid 8.6.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterkering. Alvorens te beslissen over de ontheffing winnen Burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder van de waterkering.

8.7 Specifieke gebruikregels
8.7.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

8.7.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 8.7.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of produkten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
  • c. het gebruik van gronden als staan- of ligplaats, alsmede kampeerterrein;
  • d. het gebruik van gronden voor het beproeven van voer- of vaartuigen, voor het beoefenen van auto- of motorsport of de (model) vliegsport en voor het houden wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
  • e. het gebruik van gronden voor sport- of wedstrijdterrein, parkeerterrein, landingsplaats, dagcamping dan wel voor de ruitersport.
8.7.3 Algemene ontheffingsbevoegdheid (toverformule)

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 8.7.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.