direct naar inhoud van Regels
Plan: Westdijk 34 te Zuidschermer
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.WP00118-0305

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

het wijzigingsplan Westdijk 34 te Zuidschermer met kenmerk NL.IMRO.0361.WP00118-0305 van de gemeente Alkmaar.

1.2 Wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

Artikel 2 Algemene bepaling

2.1 Van toepassing verklaring

Op onderhavig wijzigingsplan 'Westdijk 34 te Zuidschermer' zijn de regels van:

  • a. het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2014' van de gemeente Alkmaar, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Alkmaar bij besluit van 17 maart 2015 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0458.Landelijkgebied14-VS01;
  • b. het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2014' van de gemeente Alkmaar, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Alkmaar bij besluit van 17 maart 2015 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.Landelijkgebied14-VS05;
  • c. het bestemmingsplan '1e Partiele herziening Landelijk Gebied 2014 ' van de gemeente Alkmaar, zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 25 april 2019 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0361.PH00103-0305;

van overeenkomstige toepassing, zulks met dien verstande dat:

  • d. de verbeelding is gewijzigd zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0361.WP00118-0305 behorende bij dit wijzigingsplan;
  • e. lid 18.1 en 18. 2 van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2014' van de gemeente Alkmaar zoals bedoeld in lid 2.1 sub a als volgt zal luiden:
2.2 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. erven;
  • c. aan huis verbonden beroepen;
  • d. hobbymatige agrarische activiteiten;
  • e. bestaande paardenbakken en paddocks;
  • f. ter plaatse van de aanduiding ‘bed & breakfast’: tevens een bed and breakfast waar overnachtingsmogelijkheid mag worden geboden aan maximaal 4 personen;

met bijbehorende groen- en parkeervoorzieningen.

2.3 Bouwregels

Op de in lid 18.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd en ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

2.3.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bestemmingsvlak zijn twee woningen toegestaan;
  • c. de inhoud van een woning, geen stolp zijnde, bedraagt maximaal 750 m³;
  • d. het hoofdgebouw, geen stolp zijnde, dient van een kap te worden voorzien,waarvan de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° mag bedragen;
  • e. de goothoogte van het hoofdgebouw, geen stolp zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen en de nokhoogte niet meer dan 10 m;
  • f. indien het hoofdgebouw een stolp betreft, mag de oppervlakte niet minder dan 200 m² bedragen;
  • g. indien het hoofdgebouw een stolp betreft, mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen of 3,5 m uitsluitend voor de voorgevel;
  • h. indien het hoofdgebouw een stolp betreft, dient deze van een kap te worden voorzien, waarvan de dakhelling niet minder dan 45° en niet meer dan 50° mag bedragen;
  • i. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • j. voor de nieuwbouw van een stolp geldt als extra voorwaarde dat het moet gaan om een solitair gelegen perceel waarvan de oppervlakte van het bestemmingsvlak minimaal 1000 m² is, het bestemmingsvlak minimaal 25 meter breed moet zijn en minimaal 40 meter diep.

2.3.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • a. de totale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 650 m²;
  • b. de goothoogte van erfbebouwing bedraagt maximaal 3 m;
  • c. de bouwhoogte van erfbebouwing bedraagt maximaal 7 meter;
  • d. de afstand van erfbebouwing tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen.

2.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel: 1 meter met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen die voor de voorgevel evenwijdig aan de voorgevelrooilijn worden geplaatst;
  • b. maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen: 2 meter;
  • c. maximale bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Overige regels

4.1 Voldoende parkeergelegenheid

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik is verzekerd, dat op eigen terrein, dat bij dat bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend hoort, wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen. Daarbij moet voldaan worden aan de parkeeropgave, zoals neergelegd in de "Parkeernormennota Alkmaar 2017-2027". Indien deze regeling wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.

4.2 Afwijken van parkeereisen
4.2.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1:

  • a. voor zover op andere geschikte wijze in de nodige parkeergelegenheid wordt voorzien; of
  • b. het voldoen aan deze regel door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
4.2.2 Voorwaarden

Bij de toepassing van de in artikel 4.2.1 genoemde afwijkingen wordt rekening gehouden met de afwijkingsvoorwaarden, zoals deze zijn neergelegd in de "Parkeernormennota Alkmaar 2017-2027". Indien deze regeling wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Westdijk 34 te Zuidschermer'.