Plan: | Jaagpad Midden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0361.BP00005-0401 |
Vanaf november 2008 is een adviesgroep onder leiding van een onafhankelijke voorzitter van start gegaan. De volgende partijen maken deel uit van de adviesgroep: Belangenvereniging Industrieterrein Oudorp, Historische Vereniging Alkmaar, Bewonersgroep Kanaaloeverplan, Wijkraad Schermereiland, Stichting Wijkraad Oud-Overdie en het OSA. Er is een intensief traject opgestart door de adviesgroep, met 3 bijeenkomsten waarvoor ook de gemeente en Bouwfonds waren uitgenodigd om toelichting te geven op de plannen, 3 bijeenkomsten in daadwerkelijk adviesgroepverband (dus zonder gemeente en Bouwfonds) en een excursie naar Amsterdam en Zaanstad (samen met verschillende leden van de raadscommissie SOB) waarbij verschillende vergelijkbare projecten zijn bekeken.
De adviesgroep geeft samengevat het advies om het ruimtelijk kader op de volgende punten aan te passen:
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is gevoerd aan de hand van het voorontwerp bestemmingsplan Jaagpad Midden (maart 2010).
Het voorontwerp bestemmingsplan is toegezonden aan de volgende (verplichte) overleginstanties:
* Van deze instantie hebben we geen reactie ontvangen
Het voorontwerp bestemmingsplan is toegezonden aan de volgende (niet verplichte) instanties:
* Van deze instantie hebben we geen reactie ontvangen
Adviesgroep Jaagpad Midden
De adviesgroep heeft bij de totstandkoming van het Ruimtelijk Kader Jaagpad Midden geparticipeerd. Het Ruimtelijk Kader is op 14 januari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Het vastgestelde Ruimtelijk Kader is vertaald in het voorontwerp bestemmingsplan Jaagpad Midden. Het voorontwerp is ook voorgelegd aan de adviesgroep. De adviesgroep is bijeengekomen op 5 juli en op 30 augustus 2010. In het bestemmingsplan zijn een aantal punten verwerkt die door de adviesgroep tijdens de bijkomsten zijn ingebracht.
Tijdens de laatste vergadering is de adviesgroep tot de conclusie gekomen dat, zoals het bestemmingsplan er nu ligt, door de adviesgroep inhoudelijk geen advies meer wordt gegeven dat zou kunnen leiden tot aanpassing of bijstelling van het huidige conceptbestemmingsplan, derhalve stelt de adviesgroep geen aanvullend advies meer op. De adviesgroep heeft het op prijsgesteld dat zij in de gelegenheid zijn geweest om input te leveren bij de totstandkoming van het bestemmingsplan en dat de participatie heeft geleid tot enkele wijzigingen.
Commentaar:
Wij bedanken hierbij de adviesgroep voor hun inbreng.
1. Provincie Noord-Holland
1.1 In de ontwerp structuurvisie Noord-Holland van de provincie Noord-Holland is de aanduiding 'metropolitan stedelijk gebied en regionale kernen' opgenomen voor de desbetreffende locatie. Tevens wordt Alkmaar aangeduid als 'bestaand bebouwd gebied'.
Het ontwerpbestemmingsplan Jaagpad Midden geeft ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Commentaar:
De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
2. VROM Inspectie, regio Noord-West
2.1 In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en –structuurvisies richting gemeenten.
Het bovengenoemde plan geeft mij geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB.
Commentaar:
De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
3. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
3.1 Het plan behelst de nieuwbouw van ongeveer 180 woningen en maakt feitelijk onderdeel uit van de totale ontwikkeling van jaagpad, waarin ruim 600 woningen worden gerealiseerd. Voor het onderhavige gebied is een watertoetsdocument opgesteld (Watertoets Jaagpad midden d.d. 16 december 2009). Middels de brief van 14 december 2009 hebben wij al eens onze reactie gegeven op dit document. Met name de toename van de hoeveelheid afvalwater als gevolg van de totale ontwikkeling Jaagpad en de aansluiting ervan op bestaande rioleringssysteem is daarbij ter sprake gekomen.
Commentaar:
Het is juist dat het Hoogheemraadschap reeds eerder heeft geadviseerd. Vervolgens is het hoogheemraadschap in het kader van het verplichte vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 Bro wederom gevraagd om te adviseren. De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
3.2 In het huidige bestemmingsplan wordt gesteld dat er voor het gebied nog een rioleringsplan moet worden opgesteld en is de afwateringsoptie voor het afvalwater nog open gelaten. Wij pleiten ervoor om bij het opstellen van het rioleringsplan de ontwikkeling Jaagpad als één geheel te schouwen. Wij worden graag betrokken bij het opstellen van het rioleringsplan voor Jaagpad waarin een definitieve keuze gemaakt kan worden voor aansluiting van het afvalwater.
Commentaar:
De gemeente is bezig met het opstellen van een rioleringsplan. Er wordt één rioleringsplan voor het hele Jaagpadgebied opgesteld, waarbij het Hoogheemraadschap wordt/is betrokken. Bij de totstandkoming van het ontwerp maaiveld wordt rekening gehouden met het rioleringsplan.
3.3 Naast het afvoer van het afvalwater hebben wij in onze laatste overleggen tevens gesproken over de toename van verhard oppervlak in het gebied. In het bestemmingsplan wordt aangenomen dat 90% van Jaagpad Midden in de voormalige situatie verhard/bebouwd was. Wij hebben inmiddels enkele oude luchtfoto's (1999) ter beschikking gekregen waaruit blijkt dat die aanname wel juist blijkt te zijn. Of dit precies de 2080 m² die in het bestemmingsplan genoemd staat, is voor ons niet exact na te gaan. Wij hebben vertrouwen in de conclusie dat het verhard oppervlak binnen Jaagpad Midden door de nieuwe ontwikkelingen zal afnemen.
Commentaar:
Uit onderzoek is gebleken dat het verhard oppervlak door de toekomstige ontwikkeling afneemt. Dit is verwoord in paragraaf 5.3.2 van de toelichting. Verder wordt de opmerking voor kennisgeving aangenomen.
3.4 Een kleine tekstuele opmerking. Op pagina 23 wordt onder het kopje Watersysteem vermeld dat het streefpeil in de boezem NAP 0,50m is, dit moet zijn NAP -0,50m. In de tabel Oppervlakteverdeling plangebied moet in de kolom huidige situatie (m²) de waarde 16.700 achter Totaal Verhard worden gewijzigd in 15.030.
Commentaar:
Naar aanleiding van deze opmerking is geconstateerd dat de tabel niet volledig juist was weergegeven. Gelet hierop is de tabel: Oppervlakteverdeling plangebied in paragraaf 5.3.2 uit de toelichting aangepast.
3.5 Tot slot merken wij op dat er voor werkzaamheden op en nabij de waterkering, alsook voor de werkzaamheden nabij het Noordhollands Kanaal een watervergunning dient te worden aangevraagd.
Commentaar:
De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.
4. Gemeente Heerhugowaard
Wij stellen het op prijs dat wij kennis mochten nemen van het ontwerpbestemmingsplan Jaagpad Midden. Het plan geeft ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Commentaar:
De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
5. Gemeente Castricum
Gelet op het type ontwikkeling, de locatie in het centrum van Alkmaar en daardoor niet nabij en/of grenzend aan de gemeente Castricum, zien wij geen noodzaak tot het maken van opmerkingen.
Commentaar:
De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
6. Gemeente Langedijk
Met dank voor de geboden mogelijkheid om te reageren, delen wij u mede dat het plan ons geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Commentaar:
De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
7 tot en met 11
Van de genoemde instanties onder ad. 7 t/m 11 hebben we geen reactie ontvangen.
12. Gemeentelijke Brandweer
12.1 Er worden algemene opmerkingen gemaakt over de bereikbaarheid van het plangebied alsmede de benodigde aanwezige blusvoorzieningen. Ten behoeve van de bereikbaarheid van de hulpverlenende diensten dient:
Ten behoeve van de berijdbaarheid dienen de voor hulpverlenende diensten berijdbare wegen:
- een breedte te bezitten van ten minste 4,5 meter en over een breedte van ten minste 3,25 meter te zijn verhard. Tevens dient er vrije hoogte boven de kruin van - de weg te worden gerealiseerd van ten minste 4,2 meter;
- de weg dient geschikt te zijn voor voertuigen met een asbelasting van 10 ton;
- de buitenbochtstraal dient ten minste 10 meter te bedragen;
- de binnenbochtstraal dient ten minste 5,5 meter te bedragen.
Het gebied dient te worden voorzien van primaire bluswatervoorzieningen welke ten minste:
- een capaciteit bezitten van ten minste 60 m³/h;
- een onderlinge afstand te bezitten van maximaal 80 meter;
- tot en afstand van 15 meter te bereiken zijn door een blusvoertuig.
Noot:
Afhankelijk van de gebouwhoogten en/of de aanwezigheid van (ondergrondse) parkeergarages kunnen er nadere eisen worden gesteld aan de locatie van primaire bluswatervoorzieningen in de openbare weg en/of het eigen terrein.
Commentaar:
De opmerkingen worden voor kennisgeving aangenomen en worden meegenomen in het (definitieve) ontwerp van het maaiveldgebied Jaagpad Midden. Het maaiveld wordt zodanig ingericht dat er wordt voldaan aan de brandveiligheidvereisten. In het kader van de bestemmingsplanprocedure hoeft niet nader te worden ingegaan op de reactie over de bereikbaarheid van het plangebied alsmede over de benodigde aanwezige blusvoorzieningen.
12.2 Verder is een opmerking gemaakt over paragraaf 5.10 Externe veiligheid. In de tweede alinea van pagina 37 staat aangegeven bij het definitief vaststellen van de woningbouwplannen c.q. het aantal wooneenheden maar ook de hoogte van de gebouwen het groepsrisico opnieuw beoordeeld dient te worden. De beoordeling van het groepsrisico dient ter goedkeuring te worden overgelegd.
Commentaar:
Bij de ontwikkeling van een plangebied dienen diverse zaken te worden onderzocht. Eén van de verplichte onderdelen is externe veiligheid. Wanneer in of nabij het plangebied inrichtingen aanwezig zijn die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Besluit), dan dient het plaatsgebonden risico en het groepsgebonden risico in kaart te worden gebracht.
In en om het plangebied Jaagpad Midden zijn geen inrichtingen aanwezig die vallen onder het Besluit. In paragraaf 5.10 in het voorontwerp bestemmingsplan Jaagpad Midden is het volgende aangegeven:
Zowel binnen het plangebied als in de nabije omgeving (o.a. industrieterrein Oudorp en
Overdie) zijn geen BEVI-inrichtingen gevestigd. Wel is voor het bedrijf Derco, dat is
gelegen op het industrieterrein Oudorp, een kwantitatieve risicoanalyse QRA opgesteld
(juli 2002). De contour van het plaatsgebonden risico (10-6 contour) blijft ver buiten het
plangebied. Het groepsrisico is via een simulatieprogramma berekend, waarbij rekening
is gehouden met de nieuwbouw van appartementen. Uit de simulatie bleek dat er geen
sprake is van een groepsrisico. Echter, met het definitief vaststellen van de
woningbouwplannen c.q. het aantal wooneenheden maar ook de hoogte van de
gebouwen dient het groepsrisico opnieuw beoordeeld te worden.
Aangezien de activiteiten die plaatsvinden binnen het bedrijf Derco niet vallen onder het Besluit, hoeft in het kader van de onderhavige bestemmingsplanprocedure dan wel bij de definitieve woningbouwplannen het groepsrisico niet opnieuw te worden berekend. Wanneer in het kader van de milieuvergunning het groepsrisico opnieuw moet worden bekeken dan worden de uitkomsten van het onderzoek voor advies aangeboden aan de bevoegde instantie.
Gelet op het bovenstaande is de tekst over externe veiligheid aangepast, zodat duidelijker naar voren komt dat het bedrijf Derco en het Besluit geen belemmeringen vormen voor de ontwikkeling van het plangebied (zie paragraaf 5.9 Externe veiligheid).
13. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
13.1 Beoordeling externe veiligheid
Het voorontwerp bestemmingsplan is getoetst op het aspect externe veiligheid. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens in de provinciale professionele risicokaart.
Het plangebied valt buiten het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen, het vervoer van gevaarlijke stoffen en buisleidingen. De conclusie is daarom dat er geen sprake is van (toenemende) relevante risico's ten aanzien van externe veiligheid. Er wordt daarom geen gebruik gemaakt van het wettelijke adviesrecht, als bedoeld in artikel 13 van het Bevi.
Bluswatervoorziening en bereikbaarheid
Het toetsingskader voor de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van het gebied voor de hulpdiensten is de NVBR-Handleiding 'Bluswatervoorziening en bereikbaarheid' van september 2003. Het plangebied wordt ontsloten via de Oude Trambaan en heeft een aansluiting op de Schermerweg. Voor de hulpdiensten is de bereikbaarheid hiermee voldoende. Op grond van de NVBR-handleiding geldt als richtlijn voor de bluswatervoorziening dat er binnen 40 meter van de toegang van een woning een primaire bluswatervoorziening aanwezig moet zijn met een capaciteit van tenminste 30 m³. Indien door de toepassing van kleinere waterleidingdiameters de plaatsing van ondergrondse brandkranen niet mogelijk is, dient te worden voorzien in een gelijkwaardig alternatief. Geadviseerd wordt hierover in een vroegtijdig stadium af te stemmen met de lokale brandweer en het PWN.
Opkomsttijden brandweer
Er is getoetst of er wordt voldaan aan de opkomsttijd voor de brandbestrijding volgens de Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg. Er is aangegeven dat er wordt voldaan aan de opkomsttijden.
Commentaar:
De opmerkingen uit de brief zijn hierboven in het kort weergegeven. De opmerkingen worden voor kennisgeving aangenomen en worden meegenomen in het (definitieve) ontwerp van het maaiveldgebied Jaagpad Midden. Het maaiveld wordt zodanig ingericht dat er wordt voldaan aan de brandveiligheidvereisten. In het kader van de bestemmingsplanprocedure hoeft niet nader te worden ingegaan op de ingebrachte opmerkingen.
14. NV PWN
14.1 Ter veiligstelling van onze in het plan te leggen c.q. aanwezige leidingen verzoeken wij u vooral ook die voorwaarden in acht te nemen die openbare nutsbedrijven nu eenmaal moeten stellen om hun taak in het algemeen belang te kunnen uitoefenen. Een zeer belangrijke voorwaarde is die van het beschikbaar stellen van voldoende ruimte in openbare grond voor het ondergrondse verkeer. Deze ruimte dient vrij te zijn van bomen en stekelige beplanting, terwijl de overige beplanting van dien aard dient te zijn dat ons leidingnet te alle tijde goed bereikbaar blijft. Ingeval de leidingstrook voorzien wordt van verharding, dient deze verharding 'open' te zijn. Tevens dient het leidingstrook vrij te blijven van opslag e.d.. Er wordt met name aandacht gevraagd voor de distributieleiding, brandkraan en aansluitleidingen. In dit kader wordt gewezen op de Nederlandse norm NEN 7171-1 en de praktijkrichtlijn NPR7171-2. Onderdeel hiervan vormt een standaard dwarsprofiel voor een woonstraat en een industriegebied. Wij stellen het op prijs als u, alvorens u tot effectuering van het plan wordt overgegaan, in overleg met ons bedrijf treedt.
Verder wordt er aandacht gevraagd voor het standaarddocument VANN. Dit document is opgesteld ten behoeve van de aanleg van voorzieningen in nieuwbouwgebieden.
Commentaar:
De opmerkingen uit de brief zijn hierboven in het kort weergegeven. De opmerkingen zijn voor kennisgeving aangenomen en worden meegenomen in het (definitieve) ontwerp van het maaiveldgebied Jaagpad Midden. In het kader van de bestemmingsplanprocedure hoeft niet nader te worden ingegaan op de ingebrachte opmerkingen.
14.2 In belang van de volksgezondheid mogen de in het plan gelegen gronden geen gevaarlijke stoffen bevatten, die na leidingaanleg in het drinkwater terecht kunnen komen. Zonder uw tegenbericht nemen wij aan dat in het onderhavige plan geen vervuilde gronden aanwezig zijn.
Commentaar:
Zoals in de toelichting onder paragraaf 5.4 Bodemkwaliteit is aangegeven voldoet de bodemkwaliteit in het plangebied aan de gestelde normen. De bodem is geschikt voor de beoogde bestemmingen.
15. Kamer van Koophandel
15.1 Ten aanzien van de voorgenomen plannen om in het plangebied circa 180 nieuwbouwwoningen te realiseren hebben wij geen bezwaar. Ten aanzien van de ontsluiting en verkeersintensiteit hebben wij op basis van het voorliggende bestemmingsplan wel de nodige bezwaren. In het totale plangebied worden circa 600 woningen gerealiseerd. Voor deze woningontwikkeling wordt echter buiten het plangebied geen nieuwe infrastructuur aangelegd. Dit zal betekenen dat een groot aantal extra verkeersbewegingen zullen plaatsvinden in en om het bedrijventerrein Oudorp, zowel per auto, fiets als per voet. Wij pleiten dan ook voor afdoende veiligheidsmaatregelen. Het voorliggende bestemmingsplan gaat hier echter niet verder op in.
Commentaar:
Het plangebied wordt onder andere ontsloten op de Schermerweg. De ontsluiting loopt via de Schermerweg en de wegenstructuur op het bedrijventerrein Oudorp. De Edisonweg is de centrale verzamelweg binnen dit bedrijventerrein. Deze weg sluit op twee punten aan op de Nieuwe Schermerweg die onderdeel is van de hoofdwegenstructuur van de stad, te weten bij het kruispunt Nieuwe Schermerweg/Rijnstraat en het kruispunt Nieuwe Schermerweg/Saturnusstraat. Zoals in paragraaf 5.2.1 is aangegeven kan het kruispunt Rijnstraat/Nieuwe Schermerweg het toekomstige verkeer goed verwerken. Het kruispunt Nieuwe Schermerweg/Saturnusstraat wordt in 2020 zwaarder worden belast. Een betere verdeling van het verkeer over beide kruispunten moet worden gestimuleerd. Bij de daadwerkelijke invulling van het plangebied Jaagpad Midden wordt hiermee rekening gehouden. Verder blijven de etmaalintensiteiten, bij de ontwikkeling van het hele Jaagpadgebied, op de wegen in het gebied onder de 5.000 motorvoertuigen per dag. Zowel de omliggende wegen als de interne wegenstructuur zijn geschikt zijn voor het toekomstige aantal verkeersbewegingen. De interne wegen worden zodanig vormgegeven dat er wordt voldaan aan de richtlijnen conform de CROW.
15.2 Ook de realisatie van de Besteaerbrug is ons inziens vangroot belang. Het doorgaan hiervan is echter op dit moment nog onduidelijk en ook is nog niet duidelijk, bij eventuele realisatie, of deze wordt opgesteld voor al het verkeer. Wij willen hierbij dan ook nogmaals krachtig pleiten voor het realiseren van deze brug en deze open te stellen voor al het verkeer.
Commentaar:
De Bestevaerbrug maakt onderdeel uit van de plannen voor het Stedelijk Wegennet. Wanneer in het kader van het Stedelijk Wegennet de Bestevaerbrug noodzakelijk is, wordt de brug gerealiseerd. Er wordt eerst nog onderzoek gedaan naar de praktische haalbaarheid van de Bestevaerbrug (nut en noodzaak). Zoals aangegeven is de komst van de Bestevaerbrug als (auto)brug nog niet zeker. Het college heeft met de vaststelling van de Kadernota Duurzame Bereikbaarheid een principebesluit genomen en geeft hiermee aan de brug ook graag beschikbaar te willen maken voor autoverkeer. Voor de verkeersafwikkeling van het plangebied Jaagpad Midden alsmede voor het hele plangebied van Jaagpad is de komst van de Bestevaerbrug niet noodzakelijk.
16. NV Nederlandse Gasunie
16.1 Het voornoemde plan is door ons getoetst aan het toekomstig externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM voor onze aardgastransportleidingen, zoals dat naar verwachting begin 2011 in werking zal treden middels de AMvB Buisleidingen. De circulaire “Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen uit 1984” zal dan komen te vervallen. Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.
Commentaar:
De reactie is voor kennisgeving aangenomen.
17. Belangenvereniging Industrieterrein Oudorp e.o.
17.1 Er wordt bezwaar aangetekend tegen woningbouw op en direct naast Industrieterrein Oudorp in het algemeen en tegen het voorontwerp bestemmingsplan Jaagpad Midden in het bijzonder. De brief aan het college van burgemeester en wethouders van 12 mei 2009, aangaande woningbouw Jaagpad Oost blijft onverminderd van kracht en geacht integraal deel uit te maken van het brief.
Commentaar:
De ingebrachte reacties zijn beoordeeld in het kader van de procedure rond het bestemmingsplan Jaagpad Oost. Voor de afweging wordt verwezen naar de reactienota behorende bij het bestemmingsplan Jaagpad Oost.
17.2 Hoofdstuk 7, pagina 41
De adviesgroep heeft een zevental adviezen uitgebracht die vervolgens in de gemeenteraad zijn besproken. Het hele plan is daarna ingrijpend gewijzigd maar in de nieuwe versie niet meer voor aanvullend advies ingebracht bij de Adviesgroep Jaagpad Midden. Men maakt zich zorgen over de effectiviteit van inspraak, adviesgroepen en bezwaarschriften.
Commentaar:
Bij de totstandkoming van het ruimtelijk kader is de adviesgroep Jaagpad Midden betrokken geweest. De adviesgroep heeft de gemeenteraad geadviseerd. Er zijn diverse voorstellen c.q. wensen van de adviesgroep verwerkt in het ruimtelijk kader. Het vaststellen van het ruimtelijk kader is een bevoegdheid van de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt de kaders vast rekening houdend met de adviezen. Nadat de gemeenteraad het ruimtelijk kader heeft vastgesteld dan bestaat niet meer de mogelijkheid om daarop te reageren.
De gemeenteraad heeft bij de behandeling van het ruimtelijk kader wel besloten dat de adviesgroep nog betrokken wordt bij de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan. In dit kader is de adviesgroep nog tweemaal bij elkaar geweest om het voorontwerp bestemmingsplan te bepreken. Tussen de eerste en tweede bijkomst zijn naar aanleiding van opmerkingen van de adviesgroep nog aanpassingen in het bestemmingsplan doorgevoerd. De gemeente Alkmaar is van mening dat het bieden van participatie effectief is, zeker gezien het feit dat het ruimtelijk kader en het bestemmingsplan door de inbreng van de adviesgroep zijn aangepast binnen de kaders van de gemeenteraad.
17.3 Pagina 3, hoofdstuk 1.3
Er wordt aangegeven welke bestemmingsplannen binnen het plangebied van het toekomstige bestemmingsplan Jaagpad Midden vallen. In het hoofdstuk is aangegeven dat slechts een deel dat nu nog valt binnen het bestemmingsplan “Industrieterrein Oudorp” deel gaat uitmaken van het toekomstige bestemmingsplan Jaagpad Midden. Op dat stuk mag nu geen woningbouw plaatsvinden. Door het toepassen van de nieuwe geluidzonering, zoals vastgesteld in het paraplubestemmingsplan “Geluidzonering Bedrijventerrein Oudorp zou woningbouw in de nieuwe situatie wel kunnen plaatsvinden. Men is van mening dat de nieuwe geluidzonering niet betekent dat de toekomstige bewoners vrij zullen blijven van industrielawaai.
Commentaar:
Het bestemmingsplan wordt door diverse onderzoeken onderbouwd. Uit de onderzoeken blijkt dat het plangebied Jaagpad Midden kan worden herontwikkeld tot woningbouw. De vraag of de toekomstige bewoners overlast zullen ondervinden van het bedrijventerrein Oudorp is nog niet duidelijk. Het ervaren van overlast is subjectief en per persoon verschillend. Wanneer de toekomstige bewoners overlast ondervinden dan wordt bekeken of er sprake is van daadwerkelijke meetbare overlast. Met andere woorden dan wordt bekeken of er wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving. Indien de bedrijven binnen de hun toegestane geluidruimte blijven dan worden de eventuele klachten van toekomstige bewoners als onterecht beschouwd.
17.4 Pagina 5, hoofdstuk 2.2
Op deze pagina wordt als begrenzing van het plangebied Jaagpad Midden de Schermerweg genoemd. Er wordt voorbij gegaan aan het feit dat aan de overzijde van diezelfde Schermerweg bedrijven zijn gevestigd. De afstand tussen industrie en bewoning is dus slechts een straatbreedte. In ieder geval te klein om overlast voor bewoners te voorkomen.
Commentaar:
Hierbij wordt verwezen naar het commentaar onder ad. 17.3.
17.5 Pagina 13, hoofdstuk 3.5.2
Er wordt gesteld dat industrieterrein Oudorp een opknapbeurt verdient en dat de herstructurering ervan moet worden geformuleerd. De opknapbeurt vindt momenteel plaats. Er zijn vragen over de te formuleren herstructurering. Welke plannen heeft de gemeente op dit gebied anders dan genoemd in hoofdstuk 3.5.5
Commentaar:
De herstructurering van het bedrijventerrein is een ander traject dan de bestemmingsplanprocedure voor het plangebied Jaagpad Midden. In paragraaf 3.5.5 is kort aangegeven dat de gemeente bezig is met de herstructurering voor het bedrijventerrein Oudorp.
17.6 Op pagina 15, hoofdstuk 4.1
In dit hoofdstuk wordt gesteld dat het plangebied tot voor kort een onderdeel was van het bedrijventerrein Oudorp-Jaagpad. Wat betreft de inspreker behoort het nog steeds tot het industrieterrein. De in het hoofdstuk genoemde leegstand en het marginale gebruik zijn vooral het gevolg van besluiteloosheid in combinatie met activiteiten van projectontwikkelaars, en minder het gevolg van desinteresse van ondernemers.
Commentaar:
In paragraaf 4.1 wordt niet aangegeven dat door toedoen van de desinteresse van ondernemers het Jaagpadgebied wordt herontwikkeld ten behoeve van woningbouw. De gemeente is van mening dat de tekst in paragraaf 4.1 dit ook niet suggereert. Eind jaren '90 heeft de gemeenteraad besloten om het Jaagpadgebied te gaan herontwikkelen tot woningbouw. Het onderhavige bestemmingsplan is een onderdeel van de uitwerking van het besluit van de gemeenteraad om het gebied om te vormen ten behoeve van woningbouw.
17.7 Pagina 18, hoofdstuk 4.3.3
Hierin staat dat de kade van het Noordhollands Kanaal ter hoogte van het plangebied een industriële uitstraling moet krijgen. Dit is in strijd met de adviezen van de Adviesgroep waarin juist is gesteld dat deze kade een “groen” uitstraling moet krijgen juist vanwege woningbouw. Men wil voorkomen dat de kade wordt gezien als uitloper van het industrieterrein. Alleen als Jaagpad midden haar huidige functie behoudt, zijnde industriegebied, is een kade met industriële uitstraling hier op zijn plaats.
Commentaar:
De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het Ruimtelijk Kader Jaagpad Midden besloten dat de kade wordt uitgevoerd als talud met een groene uitstraling. In het ontwerpbestemmingsplan heeft de strook langs het water de bestemming “Groen” gekregen.
17.8 Pagina 17, hoofdstuk 4.3.2
Er is aangegeven dat parkeren 1:1 binnen het bouwblok dient te worden opgelost. Enige onderbouwing van deze stelling volgt in hoofdstuk 5.3.2 op pagina 21. Men is van mening dat deze norm onvoldoende is onderbouwd, zodat in de toekomst parkeerproblemen moeten worden verwacht. Op dit moment is fase 1 van de Revitalisering Oudorp in volle gang en staat fase 2 op stapel. Onderdeel van de Revitalisering is herstructureren van de parkeerfaciliteiten, met als direct gevolg dat diezelfde parkeerfaciliteiten gelimiteerd worden. Het parkeerprobleem mag niet op het industrieterrein worden afgewenteld.
Commentaar:
Hetgeen in paragraaf 4.3.2 is aangegeven over de parkeernormen is afkomstig uit het vastgestelde ruimtelijk kader. In het ruimtelijk kader is een visie neergelegd over onder andere hoe het “parkeren” binnen het plangebied moet plaatsvinden. Vanuit de gemeente bestaat de wens om het parkeren 1:1 op te lossen binnen de twee appartementsgebouwen. De normen die voor het plangebied gelden zijn gebaseerd op het vastgestelde parkeernormenbeleid (Parkeernormen 2007-2015). Het parkeren wordt volledig in het plangebied opgenomen.
17.9 Pagina 18, hoofdstuk 4.3.4
Dit hoofdstuk gaat over de ontsluiting voor auto en fiets. Er is gesteld dat alle wegen binnen het bedrijventerrein zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen. Dit betekent dat op alle wegen de gevaarlijke situaties gaan ontstaan. Er wordt benadrukt dat de gemeente niet verantwoordelijk moet willen zijn voor verlaging van de verkeersveiligheid.
Commentaar:
De wegen worden zodanig vormgegeven dat er wordt voldaan aan de richtlijnen conform de CROW. Hiermee wordt voldaan aan de eisen die gesteld kunnen worden rond om de verkeerveiligheid van wegen.
17.10 Pagina 21, hoofdstuk 5.3.1
Hieruit blijkt dat de realisering van het Bestevaer-tracé er waarschijnlijk verkeerslichten moeten komen bij de kruising van Edisonweg-Marconistraat/Einsteinstraat. Gevreesd wordt dat dit tot meer luchtvervuiling ter plaatse zal leiden.
Commentaar:
Wanneer de gemeente Alkmaar besluit om de Bestevaertbrug te realiseren dan dienen alle benodigde onderzoek te worden uitgevoerd, waaronder luchtkwaliteit. Bij de planologische procedure om de Bestevaerbrug te kunnen realiseren worden alle benodigde maatregelen, waaronder de verkeersafwikkeling beoordeeld. In dat kader wordt tevens beoordeeld wat de ontwikkeling inclusief de extra maatregelen voor gevolgen heeft voor onder andere de luchtkwaliteit. Zoals reeds in het commentaar onder ad. 15.2 is aangegeven is de ontwikkeling van de Bestevaerbrug niet noodzakelijk voor de ontwikkeling van het plangebied Jaagpad Midden.
17.11 Pagina 34, hoofdstuk 5.8
In dit hoofdstuk worden diverse geluidaspecten besproken. Uit niets blijkt echter in hoeverre de gevestigde bedrijven in de toekomst gevrijwaard zullen blijven van klachten over mogelijke geluidoverlast, zowel overdag als 's nachts. Op pagina 35 wordt gesproken over een onderzoek. Bij deelname in de Adviesgroep bleek echter keer op keer dat de betrokken instanties steeds terugrijpen naar berekeningen terwijl ons inziens metingen van de werkelijke situatie heel nauwkeuriger zijn. Er wordt verzocht om eenduidige garanties te geven om toekomstige schadeclaims van toekomstige omwonenden zowel sociaal als juridisch te kunnen weerstaan.
Commentaar:
Bij een bestemmingsplanprocedure dienen diverse onderwerpen te worden onderzocht, zoals geluid, lucht en bodem. De uitkomsten van de onderzoeken worden vastgelegd in een rapportage. De wijze waarop het onderwerp geluid wordt beoordeeld is door middel van berekeningen. De reden hiervoor is dat aan een nieuwe situatie niet kan worden gemeten, aangezien de nieuwe toekomstige situatie nog niet bestaat. De toekomstige geluidbelasting is berekend met behulp van softwareprogramma's. Bij Industrielawaai zijn de basisgegevens hiervoor de rechten en plichten ( Geluidnormen) van de bedrijven. De gegevens zijn op basis van metingen vastgesteld. De methodieken voor het vaststellen van een toekomstige situatie zijn landelijk geaccepteerd. Het is juridisch aanvaard dat de toekomstige geluidbelasting wordt berekend en niet wordt gemeten.
17.12 Pagina 39, hoofdstuk 6.3.4
In de artikel 8 en 9 komen de wijzigingsbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders aan de orde. Er wordt benadrukt dat de voorgesteld bouwhoogte als te hoog wordt ervaren. Esthetisch zal deze bouwhoogte als 'niet mooi' worden ervaren doch ook ten aanzien van geluidsabsorptie is een dergelijk gebouw omgewenst. Op deze grote hoogte is er weinig remming van het industrielawaai. De mogelijkheid om deze hoogte nog met 10% te vermeerderen is om die reden sterk af te raden.
Commentaar:
Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Wanneer een aanvraag wordt ingediend om bijvoorbeeld de bouwhoogte met 10% te vermeerderen dan wordt de aanvraag onder andere getoetst of de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad en of het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad. Het college is van mening dat er geen redenen zijn om deze algemene regels niet in het bestemmingsplan op te nemen. Mocht een aanvraag worden ingediend dan wordt daarvoor een juridische procedure gevolgd en vindt de ruimtelijke afweging plaats.
17.13 Pagina 41, hoofdstuk 7.2
De laatste zin is niet afgemaakt en daardoor niet controleerbaar. Het levert de schijn op dat de grond te duur is aangekocht en dat men de verliezen wil compenseren op kosten van de gemeenschap, hetgeen toch niet de bedoeling kan zijn.
Commentaar:
In het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerp bestemmingsplan Jaagpad Midden in maart 2010 voorgelegd aan de wettelijke en niet wettelijke overlegpartners.
Ten tijde dat het voorontwerp werd voorgelegd, was het reeds duidelijk dat de ontwikkelaar van het plangebied en de gemeente Alkmaar een (anterieure) koopexploitatieovereenkomst zouden gaan sluiten, waarmee de financiën van de ontwikkeling van het plangebied wordt gewaarborgd. In het voorontwerp was onder paragraaf 7.2 het volgende aangegeven:
Bij onderhavig bestemmingsplan is dit laatste van toepassing en is een exploitatieplan daarom niet nodig. De kosten van de grondexploitatie zijn verzekerd door middel van gesloten overeenkomsten met de initiatiefnemer. De zakelijke inhoud van de overeenkomst is gepubliceerd op …. in…….
Naar aanleiding van de opmerking is paragraaf 7.2 aangepast. De overeenkomst wordt alvorens het (ontwerp)bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd ondertekend.
18 tot en met 29
Van de genoemde instanties hebben we geen reactie ontvangen.