direct naar inhoud van Regels

Paraplubestemmingsplan Parkeernormen

Status: vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0358.PP01-VG01
Plantype: bestemmingsplan

TOELICHTING

 

 
Inhoudsopgave

 

TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

HOOFDSTUK 2 VISIE PLANGEBIED

HOOFDSTUK 3 PLANOPZET

HOOFDSTUK 4 UITVOERBAARHEID

HOOFDSTUK 5 BELEIDSKADERS

HOOFDSTUK 6 OMGEVINGSKWALITEIT

 

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

 

1.1 Aanleiding en doelstelling

 

Dit paraplubestemmingsplan regelt het opnemen van parkeernormen in bijna alle bestemmingsplannen. Hierdoor kunnen alle nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan de thans geldende parkeernormen die zijn vastgesteld door de gemeente Aalsmeer.

 

Tot voor kort waren de parkeernormen verankerd in de bouwverordening. Met de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK 2014 (op 29 november 2014) is de Woningwet gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op het komen te vervallen van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening. De stedenbouwkundige voorschriften, zoals het parkeren, moeten nu in het bestemmingsplan zelf geregeld worden. Op 1 juli 2018 moeten de parkeernormen integraal onderdeel uitmaken van het ruimtelijke toetsingskader, dus verankerd zijn in alle bestemmingsplannen.

 

Op 22 september 2016 heeft de gemeenteraad de 'Nota Parkeernormen Aalsmeer 2016' vastgesteld. Deze nota vervangt de parkeernormen, voor de categorie 'wonen', uit het Aalsmeer Verkeer- en Vervoerplan (AVVP). Aalsmeer baseert zijn parkeernormen op landelijke richtlijnen (CROW-publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' van oktober 2012). De aanleiding voor deze Nota Parkeernormen Aalsmeer is:

 

Door in toekomstige bestemmingsplannen via de regels een verwijzing op te nemen naar de geldende Nota Parkeernormen, inclusief toepassingsregels, wordt aan deze verplichting voldaan en geldt voor iedereen een eenduidig kader.

 

 

1.1.1 Paraplubestemmingsplan

 

Vanuit efficiency is gekozen om niet alle bestemmingsplannen opnieuw vast te stellen, maar één parapluplan te maken voor nagenoeg het hele grondgebied van Aalsmeer.

Een parapluplan is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen. Op één of meer aspecten worden diverse bestemmingsplannen met een paraplubestemmingsplan aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de desbetreffende bestemmingsplannen van kracht.

 

De gemeente Aalsmeer wil met onderhavig paraplubestemmingsplan de Nota Parkeernormen een juridisch-planologische status geven.

 

 

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

 

Gemeenten zijn verplicht voor hun gehele grondgebied te beschikken over actuele bestemmingsplannen. Deze mogen niet ouder zijn dan 10 jaar. Voorliggend paraplubestemmingsplan voorziet in een partiële herziening van bijna alle Aalsmeerse bestemmingsplannen en dient als aanvulling op de vigerende bestemmingsplannen. De vigerende bestemmingsplannen blijven dus gelden. Met het voorliggende paraplubestemmingsplan kunnen omgevingsvergunningen worden getoetst aan de op dat moment geldende parkeernormen. De ligging en begrenzing van het plangebied waar dit paraplubestemmingsplan betrekking op heeft betreft bijna het gehele grondgebied van Aalsmeer.

Dit paraplubestemmingsplan voorziet in een partiële herziening van de digitaal geldende bestemmingsplannen (digitaal; digitaal en analoog raadpleegbaar). Er is ook een analoog (niet digitaal raadpleegbaar) paraplubestemmingsplan Parkeernormen. Uit de verbeeldingen (plankaarten) blijken de plangebiedsgrenzen. De twee plangebiedsgrenzen tezamen vormen bijna het gehele grondgebied van Aalsmeer.

 

 

1.3 Geldende bestemmingsplannen

 

Dit paraplubestemmingsplan vervangt/herziet gedeeltelijk bijna alle Aalsmeerse bestemmingsplannen, zowel de analoog geldende als de digitaal geldende.

In het geval een bestemmingsplan niet digitaal beschikbaar is omdat het nog een analoog geldend bestemmingsplan betreft, is het niet mogelijk om het digitaal gedeeltelijk te herzien. In dit geval leidt het in procedure brengen van voorliggende paraplubestemmingsplan dus tot het opstellen van twee plannen: een analoge gedeeltelijke herziening voor de 'oude' WRO (Wet op de Ruimtelijke Ordening) plannen en een digitale voor de 'nieuwe' Wro (Wet ruimtelijke ordening) plannen.

 

Hieronder volgt een overzicht (in willekeurige volgorde) van de bestemmingsplannen die met dit paraplubestemmingsplan gedeeltelijk worden herzien.

 

De volgende analoog geldende bestemmingsplannen worden ook met een paraplubestemmingsplan gedeeltelijk herzien:

 

Naam Bestemmingsplan

 

Vastgesteld

 

Onherroepelijk

 

 

 

 

Kudelstaart 2006

 

21-02-2008

 

28-10-2008

 

Uiterweg Plasoevers 2005

 

18-12-2006

 

03-09-2008

 

Wijzigingsplan Kudelstaart 2006-Kudelstaart-Centrum

 

02-11-2010

 

24-12-2010

 

Wijzigingsplan Kudelstaart - Parkeerterrein Robend

 

31-01-2012

 

23-03-2012

 

Oosteinderweg e.o. 2005

 

18-02-2008

 

17-07-2009

 

Eerste Herziening Nieuw Oosteinde

 

23-05-2002

 

16-10-2003

 

N201 Zone

 

14-02-2002

 

05-12-2007

 

N201 Zone eerste herziening

 

27-01-2005

 

05-12-2007

 

N201-zone Uitwerking 1: Groenzone locatie Oost

 

29-09-2008

 

28-11-2008

 

N201-zone Uitwerking 2: VBA-Noord

 

11-12-2008

 

27-02-2009

 

Deze analoge plannen zijn niet beschikbaar op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl, maar wel als pdf in te zien op de gemeentelijke website www.aalsmeer.nl.

 

De volgende digitaal geldende bestemmingsplannen worden met dit paraplubestemmingsplan gedeeltelijk herzien:

 

Naam bestemmingsplan

 

Planidentificatie

 

Vastgesteld

 

Eerste herziening BP Woonarken - Uiterweg 180

 

NL.IMRO.0358.11B-VG01

 

30-06-2016

 

Molenpad - Zijdstraat

 

NLEN.IMRO.0358.BP00579VA01

 

14-07-2011

 

Stommeerkade Oost

 

NL.IMRO.0358.STOMMEERKADEOOS-VA02

 

21-09-2011

 

Gezondheidscentrum Drie Kolommenplein

 

NL.IMRO.0358.BPGEZONHEIDSDRIEK-VG01

 

04-04-2013

 

Kudelstaart op onderdelen

 

NL.IMRO.0358.BPKudelstaartoo-VA01

 

06-06-2013

 

Nieuw Oosteinde

 

NL.IMRO.0358.BPNIEUWOOSTEINDE-VG01

 

16-06-2013

 

Stommeer

 

NL.IMRO.0358.BPSTOMMEER-VA01

 

25-04-2013

 

Schinkelpolder

 

NL.IMRO.0358.BPSchinkelpolder-VA02

 

26-03-2015

 

Aalsmeerderweg 420-422

 

NL.IMRO.0358.BPAALSMWEG420422-VG01

 

03-04-2014

 

Landelijk Gebied Oost

 

NL.IMRO.0358.BPLANDELIJKGEBOOST-VA02

 

04-12-2014

 

Woonarken

 

NL.IMRO.0358.BPWOONARKEN-VG02

 

29-10-2015

 

1e Herziening Hornmeer - Fusieschool Hornmeer

 

NL.IMRO.0358.08A-VG01

 

07-04-2016

 

Hornmeer

 

NL.IMRO.0358.BPHornmeer-VA01

 

06-06-2013

 

Bestemmingsplan Woonarken - Uiterweg 180

 

NL.IMRO.0358.09V-VG01

 

30-06-2016

 

N 196 en Zwarteweg

 

 

NL.IMRO.0358.N196zwarteweg-VG01

 

11-09-2014

 

Wijzigingsplan bp Nieuw Oosteinde, 1e wijziging

 

NL.IMRO.0358.BPNIEUWOOSTWIJZ1-VG01

 

31-03-2015

 

Bestemmingsplan Schinkelpolder, 1ste wijziging

 

NL.IMRO.0358.BPSchinkelpolwijz1-VA01

 

23-09-2014

 

Bestemmingsplan Schinkelpolder - Wijzigingsplan Rietwijkeroordweg 33

 

NL.IMRO.0358.BPSchinkelpolwijz3-VG01

 

15-03-2016

 

 

 

 

 

 

Deze digitale plannen zijn zowel beschikbaar op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl als op de gemeentelijke website www.aalsmeer.nl.

 

 

1.4 Leeswijzer

 

In hoofdstuk twee worden de uitgangspunten van het ruimtegebruik voor de komende tien jaar gegeven en de motivatie. Hoofdstuk drie bevat de juridische vertaling van de visie van het bestemmingsplan. In hoofdstuk vier komt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan bod. Om een indruk te krijgen wat met het bestemmingsplan wordt beoogd en hoe het juridisch vertaald wordt, is het lezen van deze hoofdstukken voldoende.

 

Hoofdstuk vijf en zes geven de achtergronden op de gemaakte keuzen weer die uiteindelijk hebben geleid tot de planopzet. In hoofdstuk vijf wordt ingegaan op de beleidskaders. In het laatste hoofdstuk komen de omgevingsaspecten aan bod.

 

 

HOOFDSTUK 2 VISIE PLANGEBIED

  

 

2.1 Functionele en ruimtelijke uitwerking

 

Op 29 november 2014 is de 'Reparatiewet BZK 2014' in werking getreden. In deze wet is onder andere bepaald dat artikel 8 lid 5 Woningwet vervalt. Ingevolge dit artikel kunnen in de bouwverordening stedenbouwkundige voorschriften – waaronder voorschriften met betrekking tot parkeren – worden opgenomen. Met de intrekking van artikel 8 lid 5 Woningwet, vervalt de grondslag voor artikel 2.5.30 van de bouwverordening. De grondslag voor de parkeerregeling in de bouwverordening vervalt niet onmiddellijk, de wetgever heeft een overgangstermijn opgenomen van bijna 4 jaar, tot 1 juli 2018.

 

Nu de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening, en daarmee de parkeerregeling uit artikel 2.5.30, komen te vervallen moet de parkeerregeling in het bestemmingsplan worden geregeld

 

 

2.2 Motivatie gemaakte keuzes

 

Voldoende parkeervoorziening is een belangrijke voorwaarde voor elke ruimtelijke ontwikkeling. Om ervoor te zorgen dat er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd voor nieuwe ontwikkelingen wordt dit bestemmingsplan opgesteld waarbij in de regels wordt verwezen naar het geldende 'Nota Parkeernormen Aalsmeer'. Op grond van artikel 3.1.2. tweede lid Bro mogen parkeernormen worden neergelegd in een beleidsregel. In een planregel dient dan tot uitdrukking worden gebracht dat bij de toets op het onderdeel parkeren, de beleidsregel betrokken moet worden. Dit mag een dynamische verwijzing zijn. Dat betekent dat in de planregel tot uitdrukking kan worden gebracht dat te allen tijde wordt getoetst aan de meest actuele versie van het beleid. Tussentijdse wijzigingen van het beleid zijn dus hangende de planperiode van het bestemmingsplan mogelijk. Hierdoor kan elke initiatief waarvoor een omgevingsvergunning wordt ingediend getoetst worden aan de meest actuele parkeernorm, te vinden op de website van de gemeente Aalsmeer (www.aalsmeer.nl). Daarom heeft de gemeente gekozen voor deze verwijzing.

 

De gemeente Aalsmeer heeft ervoor gekozen de richtlijnen uit de CROW (Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) niet één op één over te nemen, maar de hoeveelheid categorieën en functies te beperken om het normenkader overzichtelijk te houden en voor een aantal functies praktijkdiscussies te verminderen. De Aalsmeerse parkeernormen zijn opgenomen in een bijlage. Daar waar parkeernormen reeds in bestemmingsplannen zijn opgenomen, prevaleren deze boven de normen uit deze Nota Parkeernormen. Om die reden zijn bestemmingsplannen die projectmatig zijn ontstaan buiten deze paraplubestemmingsplan gelaten. Voor deze projecten zijn afspraken gemaakt over parkeernormen. Deze afspraken zijn reeds verankerd in het betreffende bestemmingsplan. Als voorbeeld is te noemen het bedrijventerrein Green Park Aalsmeer.

HOOFDSTUK 3 PLANOPZET

 

3.1 Algemeen

 

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de wijze waarop de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkeling van het plangebied juridisch is vertaald. In het voorgaande hoofdstuk is beschreven welke ontwikkelingen in het plangebied plaatsvinden. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke juridisch-planologische instrumenten daarbij worden ingezet.

 
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) die per 1 juli 2008 in werking is getreden verplicht gemeenten tot het opstellen van een bestemmingsplan voor het gehele grondgebied. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan.

 
Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. Deze onderdelen zijn bindend voor de burger. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De toelichting is niet juridisch bindend, maar wordt als handvat en beleidskader/interpretatiekader voor het bestemmingsplan gebruikt.

 
De bruikbaarheid van deze instrumenten is geheel afhankelijk van het doel van het bestemmingsplan en de gewenste bestemmingsmethodiek van de gemeente Aalsmeer. Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan moet voorzien in een passende regeling voor de komende tien jaar, dit is de geldigheidsduur van een bestemmingsplan.

 

3.2 De bestemmingen

 

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

Begrippen (artikel 1)

Hierin worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gebruikt.

 

Reikwijdte (artikel 2)

Hierin staat welke regels worden herzien.

 

Hoofdstuk 2 Algemene regels

 

Overige regels (artikel 3)

Onder overige regels moeten volgens de richtlijnen van de SVBP alle regels worden ondergebracht die niet onder een andere regel te vervatten zijn.

De regeling voor parkeren is opgenomen in de overige regels. In de regels wordt verwezen naar de geldende Nota parkeernormen Aalsmeer (te vinden op www.aalsmeer.nl). Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. De regeling voorziet daarnaast in een afwijkingsbevoegdheid om enige flexibiliteit te bieden.  

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

 

Overgangsrecht (artikel 4)

Samengevat wordt hierin gewaarborgd dat bouwwerken en gebruiksvormen die bij de totstandkoming van het plan reeds bestaan, maar nu in strijd raken met het plan, mogen blijven bestaan. Daarbij wordt het hierin mogelijk gemaakt om op te treden tegen eerder ontstaan illegaal gebruik.

 

Slotregel (artikel 5)

Voor de duidelijkheid, o.a. bij benoeming en verwijzing, is hierin een eenduidige naam voor het gehele plan inclusief de toelichting aangegeven.

 

 

HOOFDSTUK 4 UITVOERBAARHEID

 

 

4.1 Economische uitvoerbaarheid

 

4.1.1 Financieel-economische haalbaarheid

 

De financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt gewaarborgd doordat de ambtelijke kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente.

 

4.1.2 Verhaal van kosten

 

Het bestemmingsplan bevat geen bouwtitel die voldoet aan de genoemde criteria in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Om deze reden is er geen sprake van wettelijk verplicht kostenverhaal en is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen.

 

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

 

Het ontwerp is gedurende zes weken ter inzage gelegd van vrijdag 7 april 2017 tot en met donderdag 18 mei 2017.

Gedurende de termijn van ter inzage legging heeft een ieder de gelegenheid gekregen

om schriftelijk zienswijzen kenbaar te maken. Er zijn geen zienswijzen ingediend binnen de termijn.

 

 

4.3 Handhaving

 

Wanneer een bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, dan is de discussie over de inhoud van het plan afgerond en dienen overheid en burgers zich aan het plan te houden. Gebruik en/of bouwen dat niet in overeenstemming is met de verbeelding en/of de planregels is dan in strijd met het geldende bestemmingsplan. De zorg dat situaties gedurende de planperiode in overeenstemming zijn en blijven met het geldende bestemmingsplan valt onder het begrip handhaven. Goede handhaving vereist dat, naast de overheid ook belanghebbenden en de gebruikers van een plangebied op eenvoudige wijze kennis kunnen nemen van de inhoud van het geldende bestemmingsplan. Om dit te bereiken zijn bestemmingsplannen digitaal toegankelijk via het internet. In de opzet van voorliggend bestemmingsplan is al rekening gehouden met deze ontwikkeling.

 

 

HOOFDSTUK 5 BELEIDSKADERS

 

 

 

5.1 Nota parkeernormen Aalsmeer

 

Op 22 september 2016 heeft de gemeenteraad de Nota parkeernormen Aalsmeer 2016 vastgesteld. In 2012 heeft de CROW nieuwe parkeerkencijfers gepubliceerd. De nieuwe landelijke richtlijnen van de CROW zijn de aanleiding voor het actualiseren van de geldende normen.

 

Met deze nota willen we duidelijke, transparante en overzichtelijke parkeernormen en bijbehorende toepassingsregels voor nieuwe initiatieven en bij wijzigingen en uitbreidingen van functies binnen de gemeente. Hierdoor kunnen we parkeeroverlast voorkomen en de verkeersveiligheid waarborgen en verbeteren, dit met inachtneming van de bestuurlijke wens tot deregulering, flexibiliteit en maatwerk.

 

De nieuwe Aalsmeerse parkeernormen zijn gebaseerd op de actuele parkeerkencijfers van het CROW. Hierdoor sluiten vraag en aanbod beter op elkaar aan en wordt de kans op parkeeroverlast in de omgeving van een bouwontwikkeling verkleind.

In de nieuwe nota zijn heldere toepassingsregels geformuleerd die duidelijk maken hoe de parkeereis berekend moet worden.

De nieuwe nota laat voldoende ruimte om flexibel om te gaan met parkeernormen (gemotiveerd afwijken, dubbelgebruik, vrijstelling bij kleine ontwikkelingen), om maatwerk te bieden en om afgeleide normen specifiek op te nemen in bestemmingsplannen.

 

Om deze nieuwe normen van toepassing te verklaren op alle bestaande bestemmingsplannen wordt nu een paraplubestemmingsplan gemaakt en in procedure gebracht. Indien in het voortraject van een project normen zijn vastgesteld wordt aan deze normen vastgehouden.

 

 

HOOFDSTUK 6 OMGEVINGSKWALITEIT

 

6.1 Bodem

 

Met het voorliggende bestemmingsplan worden geen nieuwe planologische ruimten ge-

boden. Een parkeerplaats is daarbij ook geen milieugevoelige functie. Een nadere

beoordeling voor dit aspect kan achterwege blijven.

6.2 Water

 

Met het voorliggende bestemmingsplan worden geen nieuwe planologische ruimten ge-

boden. Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.

 

 

6.3 Archeologie

 

Met het voorliggende bestemmingsplan worden geen nieuwe planologische ruimten ge-

boden. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit

plan.

 

6.4 Geluid

 

Met het voorliggende bestemmingsplan worden geen nieuwe planologische ruimten ge-

boden om het aantal geluidgevoelige functies ten opzichte van de vigerende

bestemmingsplannen te vergroten. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.

 

 

6.5 Luchtkwaliteit

 

Met het voorliggende bestemmingsplan wordt geen nieuwe planologische ruimte ge-

boden om het aantal milieugevoelige functies ten opzichte van de vigerende

bestemmingsplannen te vergroten. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.

 

 

6.6 Externe veiligheid

 

Met het voorliggende bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die van invloed kunnen zijn op het gebied van veiligheid. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.

 

 

6.7 Flora en fauna

 

Dit bestemmingsplan voorziet planologisch gezien niet in nieuwe ontwikkelingen die

ecologische waarden zouden kunnen schaden. Een onderzoek naar flora en fauna is

daarom in het kader van dit bestemmingsplan niet noodzakelijk.

 

6.8 Duurzaam bouwen en energie

 

Dit bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op duurzaam bouwen en energie.