direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Windpark Nieuwegein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPWINDPARK-VA03

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

De provincie Utrecht streefde binnen Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie (BLOW) realisatie na van 50 MW opgesteld vermogen aan windenergie door plaatsing van windturbines. Met een opgesteld vermogen van 9 MW in 2012 is deze taakstelling nog lang niet gehaald. Het windpark Houten wordt in 2013 gebouwd (6 MW).

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Utrecht (2013-2028)

De provincie Utrecht heeft haar Streekplan Utrecht 2005-2015 beleidsneutraal omgezet in een Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2005-2015 (vastgesteld door PS, 23 juni 2008). De term beleidsneutraal betekent dat de provincie het Streekplan als beleidskader blijft toepassen. Als vervanging van deze beleidsneutrale Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie is er een nieuwe PRS (2013-2028) opgesteld. De PRS is op 4 februari 2013 vastgesteld.

In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 legt de provincie het ruimtelijke beleid voor de periode 2013-2028 vast. Het nieuwe ruimtelijke beleid van de provincie biedt gemeenten meer ruimte om zelf beslissingen te nemen. Zo stelt de provincie dat op voormalige agrarische bedrijven onder voorwaarden woningen gebouwd mogen worden als het plan de ruimtelijke kwaliteit verbetert. De gemeente kan zelf bepalen of aan deze eis wordt voldaan.

In paragraaf 4.2.2 van de PRS wordt aangegeven dat het gebruik van duurzame energiebronnen, waaronder windenergie, wordt gestimuleerd. De ambitie van de provincie hierbij is om in 2040 het grondgebied van de provincie Utrecht klimaatneutraal georganiseerd te hebben. De PRS bevestigt hier de voornoemde taakstelling van 50 MW. De provincie heeft in de ontwerp structuurvisie vier locaties voor (grootschalige) windparken aangewezen. Het windpark Nieuwegein wordt hierbij als locatie genoemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPWINDPARK-VA03_0003.png"Figuur 2.1 De locatie van het windpark Nieuwegein is in de PRS aangewezen als windenergielocatie (bron: Themakaart PRS 2013-2028, kaart 4.2.2.1)

Windplan Utrecht

De structuurvisie zal op termijn waarschijnlijk het Windplan Utrecht (d.d. 9 juli 2002) vervangen. Al sinds het Windplan stelt de provincie zich op als regisseur van de ontwikkeling van windenergie in de provincie Utrecht. Dat heeft voordelen voor het opgestelde vermogen en voor de landschappelijke kwaliteit.

Omdat windturbines niet overal in de provincie geplaatst kunnen worden, heeft de provincie Utrecht een aantal uitgangspunten opgesteld waaraan voldaan zou moeten worden. Te weten:

  • zoveel mogelijk aansluiten bij stedelijke functies;
  • aansluiten bij bestaande lijnen in het landschap;
  • concentratie van windturbines in kleine en middelgrote clusters;
  • geen onevenredige aantasting van natuurwaarden;
  • geen onevenredige aantasting van landschap en landschappelijke openheid;
  • geen onevenredige aantasting van cultuurhistorische waarde van het landschap;
  • inachtneming van Europese richtlijnen voor vogelgebieden en cultureel erfgoed;
  • rekening houden met vogeltrekgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPWINDPARK-VA03_0004.jpg"

Figuur 2.2 Uitsnede Beleidkansenkaart (Bron: Windplan Utrecht, Bijlage 5) en opstelplaatsen van de windturbines van Windpark Nieuwegein

Windkansenkaart en Beleidkansenkaart

De locatie van het Windpark Nieuwegein staat vermeld op de windkansenkaart. Op de Beleidkansenkaart van Windplan Utrecht (zie figuur 2.2) liggen de opstelpunten van de windturbines in het gebied met een rode kleur. De rode kleur heeft betrekking op Categorie III: geen mogelijkheden voor windturbines. Het Windplan geeft aan: 'Geen mogelijkheden voor windenergie zijn er in alle delen waaraan een grote natuur-, milieu-, landschappelijke of cultuurhistorische waarde wordt toegekend'. Vervolgens geeft het Windplan de lijst met beoordelingsaspecten, zoals Ecologische Hoofdstructuur, Vogel- en Habitatgebieden. (Zie Windplan Utrecht, paragraaf 2.3.3). In het Windplan staat (op bladzijde 6) aangegeven dat nader onderzoek kan uitwijzen of de mogelijkheden voor windenergie groter zijn, dan die zoals weergegeven in Bijlage 5 Nader onderzoek deelgebieden.

Uit overleg met de provincie Utrecht is gebleken, dat de rode kleur ter plaatse van het geplande windpark alleen betrekking heeft op:

  • a. de nabijheid van een ecologische verbindingszone; deze loopt aan weerszijden van de A27 en gaat onder het viaduct over het Amsterdam-Rijnkanaal door;
  • b. de nabijheid van bebouwing op de verzorgingsplaats (wegrestaurant en benzinestation); in het windplan Utrecht (op bladzijde 8) zijn zowel rond woon- en verblijfsrecreatieve gebieden als rond bebouwing in het buitengebied cirkels van 350 m getrokken.

Eneco Wind heeft ten aanzien van de twee bovengenoemde aandachtspunten nader onderzoek uitgevoerd. Hieruit is het volgende gebleken:

Ad a. Met betrekking tot de ecologische verbindingszone: in paragraaf 3.3.2 zijn de resultaten van het natuurwaardenonderzoek weergegeven. Uit het natuurwaardenonderzoek blijkt, dat de windturbines niet in de ecologische verbindingszone staan en hierop ook geen negatieve invloed hebben.

Ad b. Met betrekking tot bebouwing (woningen, het wegrestaurant en benzinestations van BP en OK): in paragraaf 3.5.4 zijn de resultaten van de uitgevoerde risicoanalyses weergegeven. Uit de resultaten blijkt, dat het windpark voldoet aan de afstandsnormen voor externe veiligheid. Voor zover de rode kleur nabij de windturbines betrekking had op woningen; deze zijn inmiddels gesloopt.

Op basis van de resultaten van deze nadere onderzoeken (natuurwaardenonderzoek en de risicoanalyse) kan geconcludeerd worden, dat de aandachtspunten geen beletsel voor het windpark vormen.

Dat de provincie de locatie ook expliciet positief beoordeelt, blijkt uit de Nota van beantwoording Deel 2 van de tegen het streekplan 2005-2015 ingediende bedenkingen. Op bladzijde 69, onder nummer 2805, verwoordt de provincie: 'het initiatief van Nieuwegein om in Het Klooster een kleinschalige opstelling van windmolens te realiseren past in het streekplan beleid m.b.t. windenergie'. In een brief (bijlage 1) van de provincie Utrecht d.d. 19 februari 2008 gericht aan Evelop Netherlands B.V., bevestigt de provincie dat 'de realisering van een kleinschalige opstelling van windmolens in het gebied Het Klooster in Nieuwegein (in beginsel) past in het ruimtelijk beleid zoals dat door Provinciale Staten is vastgelegd in het Streekplan 2005-2015'.

Nabij het windpark Nieuwegein, op een afstand van circa 500 m, ontwikkelen Eneco Wind en de coöperatieve vereniging Uwind een windpark bestaande uit drie windturbines parallel aan het Amsterdam-Rijnkanaal. In de Samenvatting Windplan Utrecht onder het kopje 'Richtlijnen beeldkwaliteit' stelt de provincie dat het zicht op een opstelling van windturbines verstoord kan worden als twee of meer opstellingen op korte afstand van elkaar zijn gepositioneerd. Dat geldt echter volgens het Windplan vooral voor open landschappen, waarvoor de provincie als vuistregel een afstand van ten minste 4 km wenselijk acht. Het Windplan acht kleinere afstanden in stedelijk gebied wel mogelijk. Beide windparken bevinden zich nabij de snelweg A27, in een stedelijke omgeving op de grens van bebouwd en onbebouwd gebied en in dat gebied staan tal van maskerende bomenrijen. Hierdoor leidt een kortere afstand tussen beide windparken in het onderhavige geval niet tot een afbreuk van beeldkwaliteit.

Samenvattend zijn er in het Streekplan Utrecht, in het Windplan Utrecht en in de Nota van beantwoording Deel 2, voldoende aanknopingspunten te vinden waaruit blijkt dat de realisering van een kleinschalige opstelling van windmolens op Het Klooster past binnen het provinciale beleid.

Regionaal beleid

De gemeenten Nieuwegein en Houten hebben onderling afspraken gemaakt om de initiatieven bij Het Klooster en Houten op elkaar af te stemmen. Afgesproken is dat er zo min mogelijk beïnvloeding op de windturbinelocatie in Houten mag optreden. De afstand van turbine 1 naar de meest noordelijke turbine van windpark Houten is circa 500 m. Deze afstand is ruim meer dan vijf maal de rotordiameter. Hiermee is het zogenaamde 'parkeffect' (de onderlinge beïnvloeding van de twee windparken) geminimaliseerd.