direct naar inhoud van 2.6 Natuur en landschap (flora en fauna)
Plan: Vreeswijk - Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPVN2010001-OH01

2.6 Natuur en landschap (flora en fauna)

Groen
Langs het Lekkanaal bevindt zich een groenstructuur die doorloopt van de uiterwaarden van de Lek tot aan de Punt van Plettenburg. Deze structuur bestaat uit een afwisseling van bos, grasland en water. Deze structuur heeft een belangrijke ecologische en recreatieve functie. Een langzaamverkeersverbinding maakt de zone toegankelijk voor wandelaars of fietsers.

Ecologie

Regionale ecologische structuur
Langs het plangebied lopen ecologische verbindingszones, langs de westelijke oever van het Lekkanaal. Dit gebied is aangewezen als gebied voor vochtige loofbossen en schraallanden. Verder zijn in de omgeving van het plangebied geen reservaatsgebied of speciale beschermingszones, zoals Natura 2000-gebieden, aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPVN2010001-OH01_0005.png"  

Figuur - Regionale ecologische structuur

De gehele groenzone langs het Lekkanaal heeft als hoofdfunctie natuurontwikkeling met als nevenfunctie recreatie en beleving. Dit groen functioneert als migratieroute voor flora en fauna. Deze functie is toegekend aan gebieden die actuele of potentiële natuurwaarden bezitten, maar vanwege nevenfuncties geen primaire natuurontwikkeling als functie kunnen hebben (oevers, wegbermen etc.). Er is geen plaats voor intensieve recreatie, maar wel voor extensieve recreatie zoals wandelen, fietsen en vissen.
De overige groene gebieden hebben als hoofdfunctie recreatie en beleving en als nevenfunctie natuurontwikkeling.

Ten slotte ligt in de groenzone ook een gebied met recreatietuinen. Dit deel van de groenzone heeft de hoofdfunctie recreatie en beleving, nevenfunctie natuurontwikkeling. Deze terreinen sluiten aan op gebieden met actuele of potentiële natuurwaarden, maar zelf zijn ze minder waardevol vanwege de ligging en/of de recreatieve functie. Deze gebieden zijn wel van betekenis voor migratie van flora en fauna, als een schakel tussen ecologisch waardevolle gebieden en intensief gebruiksgroen.

Beschermde soorten
Op grond van de Flora- en faunawet moet worden gekeken naar het effect van het bestemmingsplan op de aanwezige beschermde soorten. Het betreft hier een consoliderend bestemmingsplan, daarom zal alleen worden beschreven welke (potentiële) natuurwaarden er binnen het plangebied aanwezig zijn. Gedetailleerde ecologische gegevens van dit gebied zijn volgens het Natuurloket vrijwel afwezig.

Flora
Het plangebied herbergt plantensoorten van zeer voedselrijke cultuurgraslanden, oevers, sloten, bomenrijen en struwelen. Bijzondere (Rode Lijst) plantensoorten zijn, vanwege dit voedselrijke karakter, niet aanwezig. De flora beperkt zich in Nieuwegein tot zeer algemene plantensoorten. De waterkwaliteit van Vreeswijk Noord en de soortenrijkdom van planten in watergangen zijn niet bijzonder waardevol. Naar verwachting zijn voorkomende soorten vrij algemeen.

Vogels
Het openbare en privé-groen vormen het leefgebied voor verschillende soorten struweelvogels zoals putter, merel, zanglijster, winterkoning, heggenmus, zwartkop, fitis, tuinfluiter, ekster, Turkse tortel en groenling. De gebouwen bieden broedgelegenheid aan soorten als huismus, spreeuw, zwarte roodstaart en kauw. De oevervegetatie vormt het broedgebied voor meerkoet, wilde eend, blauwe reiger en waterhoen. Het complex van de Prinses Beatrixsluizen is een belangrijke plaats voor de huiszwaluw in Nieuwegein zuid.
Alle in Nederland voorkomende vogelsoorten zijn als extra te beschermen soort opgenomen in de Flora- en faunawet. Verstoring van nestplaatsen is in het broedseizoen verboden; ontheffing wordt niet verleend.

Zoogdieren
Binnen het plangebied komen naar verwachting de soorten egel, mol, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, woelrat, aardmuis, veldmuis, bosmuis, konijn en huisspitsmuis voor.
Verder kunnen passerende en foeragerende baardvleermuis, watervleermuis, ruige en gewone dwergvleermuis, laatvlieger en gewone grootoorvleermuizen voorkomen. Deze dieren vliegen langs de boomkruinen, bij lantaarnpalen, in parken, boven het water.

Amfibieën en reptielen
Vanwege het vele open water, de begroeide oevers, maar de beperkte waterkwaliteit, zullen enkele soorten amfibieën aanwezig zijn. Algemeen voorkomend zijn kleine watersalamander, gewone pad, groene kikker en bruine kikker. Deze soorten zullen naar verwachting vooral leven in en langs de watergangen, mits de oevers niet te steil zijn. Ter plaatse van kale oevers en/of braakliggende gronden kan de rugstreeppad voorkomen. Alle amfibieën en reptielen zijn wettelijk beschermd. De rugstreeppad is zwaar beschermd.

Overige diersoorten
In het plangebied is open water aanwezig, de aanwezigheid van beschermde soorten vissen is echter onwaarschijnlijk. Door het ontbreken van geschikte biotopen voor insecten, worden insecten eveneens niet verwacht.

Conclusie

Met betrekking tot het groen en ecologie wordt het volgende geconcludeerd:

  • het plangebied is van geringe ecologische betekenis, maar herbergt verschillende wettelijk beschermde soorten planten, vogels, amfibieën en zoogdieren;
  • het starten van werkzaamheden tijdens het broedseizoen is niet toegestaan, aangezien dit verstoring van de broedvogels zou betekenen;
  • met betrekking tot de genoemde overige soorten is een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk voordat mag worden gestart met het uitvoeren van ingrepen;
  • bijzondere aandacht dient besteed te worden aan het behoud van eventuele vaste rust-, verblijfs- en voortplantingsplaatsen van vleermuizen aangezien deze soorten extra worden beschermd in het kader van de Flora- en faunawet;
  • de te beschermen soorten komen echter alle in Nederland zeer algemeen voor en in de nabijheid van het plangebied zijn voldoende alternatieve leefgebieden voorhanden. Het verlenen van de vereiste ontheffing mag redelijkerwijs worden verwacht.