direct naar inhoud van Artikel 8 Natuur
Plan: Vreeswijk - Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPVN2010001-OH01

Artikel 8 Natuur

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Behoud, herstel en ontwikkeling van natuur en landschappelijke waarden;
  • b. Extensief recreatief medegebruik;
  • c. Waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, oeververbindingen en waterpartijen;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' tevens voor een ecologische verbindingszone;

Ten dienste en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:

  • e. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. Bijbehorende voorzieningen, zoals verhardingen en paden.
8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • b. Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, welke van ondergeschikte betekenis zijn;
  • c. De bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 12 m bedragen;
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. Het aanleggen van wegen, paden en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. Werken of werkzaamheden, welke wijziging van de waterhuishouding of de waterstanden beogen of ten gevolge hebben;
  • c. Het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. Het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, tenzij zulks in het belang van de waterhuishoudkundige betekenis noodzakelijk is;
  • e. Het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • f. Het bebossen van gronden die ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan niet als bosgronden konden worden aangemerkt;
  • g. Het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
8.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod

Het verbod als bedoeld in sublid 8.3.1, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. Bestendig beheer en onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. Reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. Reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
8.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 8.3.1, zijn slechts toelaatbaar, mits door de genoemde werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen als genoemd in lid 8.1 van dit artikel, niet worden of kunnen worden aangetast.