direct naar inhoud van 4.2 Ruimtelijke hoofdopzet
Plan: Drinkwaterproductiebedrijf Hooglandse Jaagpad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPOH2010HER001-VA02

4.2 Ruimtelijke hoofdopzet

De belangrijke ruimtelijk structurerende elementen in de directe omgeving van de projectlocatie wijzigen niet. De ligging van de Hollandse IJssel en het Hooglandse Jaagpad blijven ongewijzigd. Ook blijft de bebouwing beperkt tot de zone langs het Hooglandse Jaagpad. Wel neemt de bebouwing hier toe. Op de nu onbebouwde locatie komt een nieuw gebouw met een omvang van ongeveer 1.500 m². Op de huidige locatie wordt na de realisatie van het nieuwe productiebedrijf de bestaande bebouwing gesloopt. Zie figuur 4.1 voor een overzicht van de tussensituatie en de eindsituatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPOH2010HER001-VA02_0003.jpg"

Figuur 4.1: Situatie na nieuwbouw (links) en na sloop van bestaande gebouwen (rechts).

Vergelijking opties

Het huidige drinkwaterproductiebedrijf is sinds 1930 al in bedrijf en de technische staat van de installaties is aan vervanging toe. In de huidige situatie wordt het water niet onthard. De maatschappelijke wens en het beleid van Vitens is gericht om onthard water te leveren. Daarom is in 2007 onderzocht welke locatie voor de nieuwbouw geschikt is. Belangrijk hierbij is dat de nieuwe locatie gelegen is op of in de directe nabijheid van het bestaande winveld. Wanneer het drinkwaterproductiebedrijf niet in de directe nabijheid van het winveld staat, zal het water in kwaliteit afnemen, doordat het water eerst door een leiding naar het drinkwaterproductiebedrijf moet worden gevoerd en vervolgens weer door deze leiding afgevoerd moet worden. Nieuwe leidingen zijn niet zo maar neer te leggen. Ook geldt voor het verplaatsen van de waterwinning naar een andere locatie (wanneer deze voorhanden is) een lang vergunningentraject (gemiddeld circa 10 jaar).

Het nieuwe gebouw moet passen in de ruimtelijke structuur van het gebied rond het winveld en er mogen geen onaanvaardbare gevolgen voor de directe omgeving zijn. Ten slotte is van belang de maatschappelijke kosten beperkt te houden.

De locatie van het huidige drinkwaterproductiebedrijf is niet mogelijk, omdat het winningsproces niet langdurig stilgelegd kan worden zonder grote risico's voor de continuïteit van de drinkwatervoorziening in Nieuwegein en IJsselstein. Hierbij kan een onderbreking van de levering van drinkwater niet worden uitgesloten. Vitens heeft namelijk ten aanzien van leveringszekerheid enkele verplichtingen gekregen vanuit de overheid. Deze verplichting (leveringszekerheidsnorm) zorgt ervoor dat er tijdens een calamiteit voldoende drinkwater geleverd kan worden. Vitens heeft daarbij de verplichting om ervoor te zorgen dat de levering op twee manieren geborgd kan worden. Hierdoor wordt geborgd dat wanneer er één wegvalt, de tweede ingezet kan worden. In de huidige situatie is de leveringszekerheidsnorm geborgd. De eerste manier betreft de normale levering van het drinkwaterproductiebedrijf. De tweede manier is de koppelleiding (calamiteitenleiding) vanuit Nieuwegein. Het huidige drinkwaterproductiebedrijf levert hoofdzakelijk aan IJsselstein en is daardoor niet leveringszeker. Dit betekent dat bij uitval van dit productiebedrijf er geen restcapaciteit is. Om toch drinkwater aan het afzetgebied te kunnen leveren is de leveringszekerheid geborgd door een koppelleiding (calamiteitenleiding) naar het huidige drinkwaterproductiebedrijf. Het drinkwaterproductiebedrijf in Tull en 't Waal kan in een tijdelijke situatie meer drinkwater zuiveren door het efficiënter inzetten van de installatie. Hierdoor wordt voldaan aan de leveringszekerheidsnorm van minimaal 75% drinkwater levering per dag. Vitens voldoet hiermee nog steeds aan de wettelijke norm.

Wanneer het huidige drinkwaterproductiebedrijf volledig en voor een langere periode (circa 3 jaar) buiten bedrijf wordt gesteld, ontstaat de situatie dat de levering enkel plaatsvindt door de koppelleiding. Omdat het om nieuwbouw gaat die vooraf te plannen is, voldoet Vitens niet aan de leveringszekerheidsnorm. Bij uitval van de koppelleiding zal het leveringspercentage ver onder de wettelijke eis teruglopen. Hierdoor levert Vitens onvoldoende drinkwater aan het voorzieningsgebied IJsselstein. Het is dan ook niet mogelijk om vanuit de omliggende drinkwaterinfrastructuur langdurig alternatieve leveringen te realiseren.

Er zijn vervolgens drie overgebleven opties beoordeeld, die in figuur 4.2 rood zijn omcirkeld. Naast de gekozen locatie (optie C) is ook een locatie ten zuiden van het huidige productiebedrijf (optie A) en de locatie van Rijkswaterstaat langs de A2 (optie B) beoordeeld (de huidige locatie is weergegeven als optie D).

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPOH2010HER001-VA02_0004.png"

Figuur 4.2: Locaties nabij het winveld die in overweging zijn genomen.

Bij de keuze voor optie C hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld:

  • 1. Landschappelijk gezien is de strook langs de Hollandse IJssel te onderscheiden van het omliggende landschap. Er is sprake van een strook percelen met bebouwing, verharding en dichte begroeiing langs het Hooglandse Jaagpad met daarachter een open weidegebied. De nieuwbouw op locatie C komt in deze strook en doet daarom geen afbreuk aan de bestaande landschappelijke structuur. Bij optie A was dit wel het geval geweest.
  • 2. De openbare weg is direct gelegen aan de nieuwbouw bij locatie C. Hierdoor is ondergrondse infrastructuur eenvoudig aan te passen. Bij optie A en B moeten extra kosten worden gemaakt om de nieuwbouw aan te sluiten op de ondergrondse infrastructuur.
  • 3. Het productiebedrijf bij optie C is gelegen in het waterwingebied. De winputten liggen om de nieuwbouw. Bij optie B is dit niet het geval.
  • 4. Optie B heeft niet de voorkeur, omdat deze grond niet in bezit is van Vitens. Bovendien bleek deze grond bij nader onderzoek vervuild te zijn.
  • 5. Optie A heeft niet de voorkeur wegens de aanwezige grondvervuiling. De gekozen optie C heeft alleen maar vervuiling in de toplaag. Door de aanwezigheid van leidingen et cetera zijn aan eventuele werkzaamheden extra kosten verbonden. Dit heeft uiteraard niet de voorkeur om de maatschappelijke kosten voor de drinkwatervoorziening te kunnen beperken.
  • 6. Optie A heeft landschappelijk niet de voorkeur, omdat deze aan het beboste gebied ligt. Daarnaast valt het uitzicht op de watertoren weg.

Voorlopig ontwerp

Voor de nieuwbouw is een voorlopig ontwerp gemaakt. De oppervlakte van de geplande bebouwing binnen de groene lijnen op onderstaande afbeelding is 1405 m². Het kan zo zijn dat het ontwerp wordt aangepast en de oppervlakte van de geplande bebouwing toeneemt. Deze uitbreidingen worden gedacht op de gearceerde delen. Dit is met name aan de achterkant van het gebouw. Ook kan het zijn dat veranderingen in het drinkwaterproductieproces betekenen dat meer bebouwing noodzakelijk is. Dit zal pas tijdens de periode van ingebruikname van het nieuwe gebouw duidelijk worden. Hiervoor wordt nu gedacht aan een ruimtelijke reservering van 45 m².

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPOH2010HER001-VA02_0005.jpg"

Figuur 4.2: Nieuwbouw en mogelijke uitbreidingen.