Plan: | Fietsbrug plofsluis |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0356.BPLO2011HER001-VA01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Het Amsterdam Rijnkanaal valt onder verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerders zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal
Waterschapsbeleid
In de Waterstructuurvisie (2002) is door het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een langetermijnvisie (voor 2050) en een middellangetermijnvisie (tot 2015) ontwikkeld voor een duurzamer waterbeheer voor het beheersgebied. In het plangebied speelt het ontwikkelen van een duurzaam stedelijk waterbeheer. Het gaat dan met name om schoon oppervlaktewater, het zo lang mogelijk vasthouden, infiltreren en afkoppelen van hemelwater en waar mogelijk het aanleggen van een verbeterd gescheiden riolering.
Water voorop!, zo luidt de titel van het Waterbeheerplan 2010-2015 van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. In dit plan staat hoe het Hoogheemraadschap zorgt voor een duurzaam, schoon en veilig watersysteem. Zo'n systeem draagt bij aan een betere leefomgeving van mens, dier en plant. Het waterbeheerplan geeft een overzicht van:
Het gaat hierbij om de beleidsvelden veiligheid, watersystemen en (afval)waterketen in samenhang met de ruimtelijke omgeving, natuur- en milieudoelen en maatschappelijke en klimatologische ontwikkelingen. Het hoogheemraadschap zorgt als waterautoriteit voor veilige dijken, droge voeten en schoon water. Kernwaarden bij de aanpak van het hoogheemraadschap zijn: duurzaamheid, kwaliteit, resultaatgerichtheid, innovativiteit en efficiency.
Tevens is dit waterbeheerplan een regionale uitwerking van Europees (KRW) en nationaal (WB21) beleid.
Ten behoeve van de watertoets heeft het hoogheemraadschap het Handboek Watertoets opgesteld. Dit handboek geeft inzicht in de wijze van advisering over water in ruimtelijke plannen. Het geeft antwoord op de volgende vragen:
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen aan de oostkant van Nieuwegein en bestaat uit het Amsterdam Rijnkanaal, verharding en weiland.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit jonge rivierkleigronden. Er is sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m onder maaiveld ligt. De gemiddeld laagste grondwaterstand ligt tussen de 0,8 m en 1,2 m onder maaiveld.
Waterkwantiteit
In het plangebied ligt het Amsterdam Rijnkanaal. Ten oosten van de Heemsteedsekanaaldijk liggen enkele watergangen.
Veiligheid en waterkeringen
De Heemsteedsekanaaldijk is een 'overige' waterkering. Op deze zone is de Keur van toepassing. Bouw- en graafwerkzaamheden binnen de kern- en beschermingszones van de waterkering dienen voorgelegd te worden aan de beheerder (Rijkswaterstaat van de waterkering (hiervoor is ontheffing van de Keur noodzakelijk). Daarmee wordt voorkomen dat de veiligheid van de waterkering wordt geschaad.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is ongerioleerd.
Toekomstige situatie
Algemeen
In het plangebied wordt een fietsbrug aangelegd met aan de oostkant een hellingsbaan voor het fietspad naar de brug toe. Ten behoeve van de aanleg van de hellingsbaan wordt het maaiveld verhoogd. Alleen het fietspad wordt daarbij verhard. Hemelwater stroomt af naar de bermen en kan aldaar infiltreren in de bodem. Bij een toename van het verhard oppervlak met meer dan 1000 m² dient compensatie plaats te vinden. Met de aanleg van het fietspad neemt het verhard oppervlak toe met circa 3200 m². De vereiste compensatie wordt in overleg met de waterbeheerder aangelegd.
In overleg met Rijkswaterstaat is bepaald dat de onderkant van de brug minimaal 8,90 m boven NAP moet liggen. Ten opzichte van het gemiddeld peil van het Amsterdam-Rijnkanaal NAP - 0.40 m komt de onderkant van de brug dan op 9,30 meter boven het gemiddelde waterniveau.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij Rijkswaterstaat vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.