direct naar inhoud van 3.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Laagraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPLO2010001-VA02

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Ruimtelijk beleidskader

Structuurvisie Nieuwegein verbindt 2030
De structuurvisie geeft de visie van de gemeentelijke overheid over Nieuwegein in de periode tot 2030 weer. Hierin wordt geconstateerd dat de tijden van groei voorbij zijn. De uitdaging voor de toekomst wordt gezocht in kwaliteit in belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde voor de bewoners.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPLO2010001-VA02_0011.png"  

Afbeelding- ontwikkelbeeld 2030

Bovenstaande figuur geeft een integraal ontwikkelbeeld van de gemeente voor Nieuwegein in 2030. Op het ontwikkelbeeld wordt het plangebied aangegeven als landschapsontwikkelingsgebied in combinatie met woningbouw (en recreatie).
In de structuurvisie wordt het belang van de Nieuwe Hollandse Waterlinie nogmaals onderstreept.

Binnen de visie worden vier stadsbrede ontwikkelthema's en een aantal ontwikkelzones onderscheiden. De thema's zijn gericht op:

  • 'Nieuwegein Leeft'; inzetten op kwalitatief hoogwaardig wonen en werken in Nieuwegein met bijbehorende hoogwaardige voorzieningen voor jong en oud.
  • 'Mooi Nieuwegein'; revitaliseren en beleefbaar maken van 'cultuurhistorische parels' en inzetten op aansprekende nieuwe architectuur op cruciale plekken in de stad.
  • 'Nieuwegein Verbindt'; intensiveren en versterken van de verbindingen in de stad en met het buitengebied en verbeteren van de kwaliteit van de publieke ruimte.
  • 'Duurzaam Nieuwegein'; de stad neemt haar verantwoordelijkheid jegens omgeving en volgende generaties door deze niet onnodig te belasten met milieuknelpunten en waar mogelijk deze milieuknelpunten te verminderen.

In het kader van 'Nieuwegein Leeft' is de het gebied aan de noordrand van Nieuwegein langs de A12 aangewezen als ontwikkelzone (A12-zone). Het plangebied is aangewezen als gebied voor landschappelijke versterking in combinatie met woningbouw. Het gebied ligt tegen bedrijventerrein De Liesbosch die een upgrading krijgt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPLO2010001-VA02_0012.png"  

Afbeelding- Ambities en opgaven 'Nieuwegein Leeft'

De A12-zone wordt getransformeerd naar een hoogwaardig, intensief woon- werk- en voorzieningengebied met grote aantrekkingskracht op de regio. Parken, groenzones en het mooie landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie dragen bij aan de identiteit en ruimtelijke kwaliteit van deze locatie. Er wordt ingezet op het realiseren van goede verbindingen met openbaar vervoer en voor de fiets naar Utrecht en het verbeteren van het fiets en openbaar vervoersnetwerk van Nieuwegein naar Houten, Rijnenburg en de recreatiegebieden bij de Nedereindseplassen. Gestreefd wordt naar het verminderen van de barrièrewerking van de A12 door bijvoorbeeld het realiseren van verbindingen onder of boven de rijksweg, goede milieutechnische afscherming, en in de meest ambitieuze variant de overkluizing of ondertunneling van een deel van de snelweg. Aan de oostzijde van de A12 wordt gestreefd naar het versterken van de recreatieve en cultuurhistorische waarden - Nieuwe Hollandse Waterlinie- en ruimte voor de ontwikkeling van een bijzonder woonmilieu.

Woonvisie 'kijk hier wil ik wonen' (2005)
De woonvisie 2005 is een middellange termijnvisie op het wonen in Nieuwegein en geeft aan hoe attractief Nieuwegein als woongemeente is en hoe deze attractiviteit behouden kan blijven en waar mogelijk verbeterd kan worden. De woonvisie wordt als input gebruikt vanuit het wonen bij meer integrale beleidsafweging. Op basis van de woonvisie zijn de volgende beleidsuitgangspunten vanuit het wonen geformuleerd:

  • mogelijkheden voor aanvullende woningbouw zoveel mogelijk benutten en kansen creëren.
  • bij woningbouwontwikkelingen krijgt de realisering van groene woonmilieus voorrang;
  • daar waar voorzieningen aanwezig en bereikbaar zijn krijgt huisvesting voor senioren prioriteit;
  • er dient meer (goedkoop) aanbod te komen voor jongeren en starters door bevordering van de doorstroming en nieuwbouw op strategische locaties, bijvoorbeeld aan de randen van het centrum;
  • daarnaast blijft er aandacht voor huisvesting voor gezinnen, met name in het duurdere segment;
  • de realisering van woonservicewijken wordt ondersteund. Naast Lekboulevard, Jutphaas, Wijkersloot en Zuilenstein zal aan de hand van criteria gekeken worden naar kansrijke volgende wijken;
  • de mogelijkheid van de realisering van woningen in een landelijk dorps woonmilieu in een groene recreatieve en cultuurhistorische omgeving in het gebied ten oosten van de Laagravenseweg en ten zuiden van de Houtenseweg wordt nader onderzocht.
    Hierbij wordt het principe 'rood voor groen' toegepast;
  • het is wenselijk het (recreatieve) gebruik en de toegankelijkheid van het park Oudegein te verbeteren;
  • het is wenselijk de mogelijke bebouwing langs de hoofdroutes met woningen of andere functies te onderzoeken, zonder dat de stroomfunctie van de S15 wordt aangetast;
  • het is wenselijk om het imago van Nieuwegein te verbeteren en meer in overeenstemming te brengen met de kwaliteiten die de stad als (woon)gemeente heeft.

Bij nieuwbouw wordt dus ingezet op het vergroten van de differentiatie aan woningen en woonmilieus. Naast nieuwbouw is het realiseren van meer diversiteit ook mogelijk door in een bestemmingsplan een hoge mate van flexibiliteit toe te laten; dus om een woning uit te bouwen of bijgebouwen te plaatsen. Deze uit- en bijbouwmogelijkheden moeten zo maximaal mogelijk zijn. Differentiatie en flexibiliteit moeten ook in het gebruik van de woonruimte terugkomen. Dit houdt in dat een gedeelte van de woning voor andere functies ingezet moet kunnen worden, mits de woonfunctie de hoofdbestemming blijft. In dit verband wordt aangesloten op de Nota aan huis verbonden werkactiviteiten (2005).

Notitie aan-huis-gebonden werkactiviteit (2005)
Deze notitie bevat het kader, waarbinnen beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in woningen en bijgebouwen mogen plaatsvinden. Doel van de nota is om een heldere, duidelijke regeling te krijgen voor mensen die een klein gedeelte van hun huis willen inrichten om van daaruit werkactiviteiten te ontplooien. De regeling maakt het voor bewoners mogelijk om binnen de juridische mogelijkheden werkactiviteiten te ontplooien, echter zonder dat dit voor de buurt tot onredelijke overlast gaat leiden. Een aan-huis-verbonden werkactiviteit wordt gedefinieerd als het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid op kleine schaal in een woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Maximaal mag een oppervlakte van 35% van het brutovloeroppervlak van de woning en bijgebouwen tot een maximum van 75 m² worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden werkactiviteit.

Toeristisch-recreatieve beleidsvisie (2005)
Het toeristisch en recreatief beleid van de gemeente Nieuwegein is vastgelegd in de nota: Toeristisch-recreatieve beleidsvisie Nieuwegein. Hierin staat centraal dat gestreefd wordt naar een, in aard en omvang, dusdanig toeristisch-recreatief aanbod in Nieuwegein, dat het een verrijking betekent voor haar inwoners en aantrekkelijk is voor bezoekers van buiten de stad. Het beleid richt zich met name op de sterke punten aanwezig binnen de gemeente. Nieuwegein is een groene stad met veel parken en openbaar groen. Daarnaast bieden de wateras en de aanwezige cultuurhistorische elementen, zoals de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de historische dorpskernen Jutphaas en Vreeswijk, kansen voor toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Om aan te geven waar de grootste kansen liggen om concrete toeristisch-recreatieve projecten te realiseren, zijn vier beleidsspeerpunten benoemd. Aan ieder van deze speerpunten zijn concrete projecten toegevoegd.

  • 1. Cultuurhistorie, 'behoud door ontwikkeling'
    Nieuwegein beschikt over twee oude dorpskernen Jutphaas en Vreeswijk. Samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie vormen zij de historische ruggengraat van de gemeente. Uit toeristisch-recreatief oogpunt liggen hier kansen en is het van belang deze cultuurhistorische elementen te behouden. Hierbij geldt dat behoud van kwaliteit heel goed samengaat met ontwikkeling, waarbij gezocht moet wordt naar een gezond evenwicht.
  • 2. Water, 'verbindende schakel'
    Het water in Nieuwegein kan beschouwd worden als de verbindende schakel tussen diverse toeristisch-recreatieve producten. De 'wateras', gevormd door de Hollandsche IJssel, het Lekkanaal en het Merwedekanaal, is een interessant speelveld voor diverse projecten. Belangrijk is dat de inspanningen ter verbetering van de 'wateras' blijven bestaan.
  • 3. Recreatief groen, 'laagdrempelig en toegankelijk'
    Het proces van verstedelijking gaat verder, hierdoor wordt het steeds belangrijker dat de Nieuwegeinse bevolking dicht bij huis toegang heeft tot openluchtrecreatie. Nieuwegein beschikt over relatief veel openbaar groen. Investeringen om deze kwaliteit te behouden en versterken zijn daarom nodig.
  • 4. Imago en betrokkenheid, 'promotie van de stad en het wij-gevoel'
    Nieuwegein beschikt over een vrij ruim aanbod aan toeristisch-recreatieve elementen. Belangrijk is deze als één samenhangend geheel naar buiten toe te presenteren. Dit bevordert culturele levendigheid en het imago van de stad. Minstens zo belangrijk is het bevorderen van de binding van bedrijven en inwoners met Nieuwegein. Het wij-gevoel van inwoners en ondernemers moet de basis vormen voor een sterke binding met de stad. Door hen te informeren en te betrekken kan de saamhorigheid vergroot worden.

Prostitutiebeleid (2000)
Naar aanleiding van het opheffen van het bordeelverbod in oktober 2000 is door de gemeente Nieuwegein beleid opgesteld. Het prostitutiebeleid is vastgelegd in een wijziging in de Algemeen plaatselijke verordening (APV). De beleidslijn gaat uit van één gelijke regeling voor de gemeenten binnen het politiedistrict Lekstroom (Nieuwegein, Houten, Lopik en IJsselstein). Voor het hele district wordt een beleidslijn gevoerd, waarbij het bestaande aantal aanwezige bordelen, escortbureaus en dergelijke gehandhaafd blijft. In Nieuwegein worden seksinrichtingen aangemerkt als een bedrijfsactiviteit.
Het bestemmingsplan maakt deze activiteiten in de bedrijvenbestemming niet mogelijk.

Economische Visie Nieuwegein 2011-2015
In de economische visie voor Nieuwegein wordt er voor gekozen om de belangrijke positie in de economie van Midden Nederland verder te versterken. Dit betekent onder andere dat de vestigingsvoorwaarden voortdurend te verbeteren, één daarvan is het verhogen van de kwaliteit van de bedrijventerreinen binnen de gemeente.

Webwinkels (2012)
De verkoop via internet is een vorm van detailhandel die steeds belangrijker wordt. Mede naar aanleiding van recente jurisprudentie wordt door de gemeente een standpunt ingenomen:

  • webwinkels zonder showroom en/of afhaalmogelijkheden en/of betalingsmogelijkheden ter plaatse zijn in Nieuwegein toegestaan binnen de bedrijfsbestemming;
  • webwinkels met showroom en/of afhaalmogelijkheden en/of betalingsmogelijkheden ter plaatse dienen zich te vestigen op een perceel met de detailhandelsbestemming.

Aanpasbaar bouwen (1992)
Sinds 1992 heeft Nieuwegein een eigen aanpasbaar bouwen beleid. Ingegeven door de toenemende vergrijzing, bevordert aanpasbaar bouwen, behalve voor gehandicapten en ouderen, de toegankelijkheid en de bruikbaarheid van woningen en woongebouwen voor iedereen. Veel eisen uit het basispakket in de nota 'Nieuwegein bouwt aanpasbaar' zijn inmiddels overgenomen in het bouwbesluit. De nota is echter nog steeds actueel omdat hierin extra eisen zijn opgenomen.

Horecabeleid (1992)
Het horecabeleid is vastgelegd in de nota 'Horecaonderzoek Nieuwegein' van 1992. In de nota wordt geconcludeerd dat in Nieuwegein een beperkte uitbreiding van de horeca mogelijk is en dat er een gericht stimuleringsbeleid gevoerd kan worden. Er worden drie horecaconcentratiegebieden onderscheiden: binnenstad en de oude kernen van Jutphaas en Vreeswijk.

3.2.2 Beleidskader verkeer, vervoer en parkeren

Fietsnota Nieuwegein
Naar aanleiding van de in 2002 verschenen 'Fietsbalans' van de Fietsersbond is deze nota opgesteld. De nota is bedoeld om kennis te nemen van de sterktes en zwaktes van het fietsnetwerk van Nieuwegein en om aan te geven wat nodig zal zijn om het fietsnetwerk van Nieuwegein te verbeteren. Op het gebied van fietsgebruik, verkeersveiligheid en fietsparkeren is in de nota een aantal aanbevelingen gedaan.

Om de veiligheid voor fietsers te verbeteren zijn vrijliggende fietspaden en 'rode fietsstroken' gepland. In de Fietsnota wordt de nieuwe wandel- en fietsverbinding bij de Plofsluis (Plofsluisbrug) als 'missing link' aangegeven. Er worden verder geen andere specifieke maatregelen genoemd.

Beleidsnota Autoverkeer
De gemeenteraad heeft op 18 december 1997 de beleidsnota Autoverkeer, fase Stroommodellen en de beleidsnota Autoverkeer, Nota van Antwoord vastgesteld (1997). Daarmee heeft de raad een keuze gemaakt voor stroommodel 2 als toekomstige verkeersstructuur voor de gemeente Nieuwegein. In het stroommodel 2 wordt onderscheid gemaakt tussen stadsautowegen, wijkwegen en wegen van een lagere orde.

Sinds de invoering van Duurzaam Veilig kunnen de stadsautowegen worden aangeduid als gebiedsontsluitingswegen (70 km/h), wijkwegen zijn gebiedsontsluitingswegen (50 km/h) en de wegen van een lagere orde zijn erftoegangswegen (30 km/h). De gebiedsontsluitingswegen (70 km/h) zijn bestemd voor de afwikkeling van de autoverplaatsingen over langere afstanden. De gebiedsontsluitingswegen (50 km/h) ontsluiten de aanliggende wijken en vervullen de verkeersschakel tussen de wijk en de gebiedsontsluitingsweg (70 km/h). De erftoegangswegen liggen in verblijfsgebieden waar de verkeersfunctie van ondergeschikt belang is. Als uitwerking van de Beleidsnota Autoverkeer zijn verkeersmaatregelen genomen, teneinde een betere afstemming te krijgen tussen het gebruik en de functie van de weg, conform stroommodel 2. Zo zijn er over langere afstanden wegen gecategoriseerd als erftoegangsweg met rijsnelheid 30 km/h, waardoor de routes via de gebiedsontsluitingswegen (70 km/h) aantrekkelijker zijn geworden.

Nota Parkeernormen 2011-2015
De gemeenteraad heeft op 26 mei 2011 de parkeernota vastgesteld. In deze nota zijn nieuwe parkeernormen voor nieuwe ruimtelijke plannen en projecten in Nieuwegein vastgesteld, om in de toekomst in de parkeerbehoefte te kunnen voorzien.
In de Nota Parkeernormen 2011-2015 zijn de parkeernormen gedifferentieerd, wordt bij het bepalen van de norm veel meer rekening gehouden met locatiespecifieke eigenschappen en zijn er minimum parkeernormen bij vrijstelling. De verwachting is dan ook dat de Parkeernormen in deze nota veel meer rekening houden met de dagelijkse praktijk dan de verouderde parkeernormen in de Nota Parkeren uit 1999. De Nota Parkeernormen 2011-2015 maakt onderdeel uit van de Nota Parkeren 1999 en strekt alleen ter vervanging van de hierin opgenomen parkeernormen.

3.2.3 Beleidskader waterhuishouding

Nota Waterplan
Deze nota is vastgesteld in samenwerking met het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het drinkwaterbedrijf Vitens. Het vormt het vervolg op de Nota Watervisie uit 2004, waarin de knelpunten van het watersysteem van Nieuwegein zijn benoemd. De Nota Waterplan geeft een reeks maatregelen voor de verbetering van het watersysteem. De prioritering van projecten is gedaan op basis van de volgende criteria:

  • wettelijke vereisten;
  • ernstige overlast;
  • praktisch en financieel uitvoerbaar;
  • combineren, werk-met-werk-maken, afkoppelen;
  • communicatie en educatie;
  • ecologie.

Het doel is het voorkomen van wateroverlast, een goede kwaliteit van het oppervlaktewater in de stad en een goede kwaliteit drinkwater. Maatregelen zijn onder andere het afkoppelen van schoon regenwater, uitbaggeren, het verbeteren van de doorstroming en het aanleggen van bergbezinkbassins.

Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013
In dit plan worden de gemeentelijke doelstellingen voor de afvalwater, regenwater en het grondwater en het beheer beschreven en een strategie voor de planperiode uitgezet. In het stuk worden hoofdzakelijk technische en beheersmaatregelen behandeld.

3.2.4 Beleidskader natuur en landschap (flora en fauna)

Integrale landschapsvisie Laagraven Oost (2011)
In opdracht van de gemeenten Houten en Nieuwegein is de integrale landschapsvisie Laagraven-Oost opgesteld. Deze is vastgesteld op 19 april 2011. Deze visie is nodig omdat de ambitie bestaat het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in landschappelijk, cultuurhistorisch en recreatief opzicht te versterken. Vanuit verschillende overheden en marktpartijen worden verschillende visies en initiatieven voor het betreffende gebied neergelegd. Het gaat om vrij abstracte visies (ambitiedocumenten, beleidsnota’s) maar ook om concrete initiatieven met name op het gebied van woningbouw en recreatie.

Bij Houten en Nieuwegein is behoefte aan een goede afstemming tussen de diverse initiatieven onderling en afstemming met het overheidsbeleid. De integrale landschapsvisie Laagraven Oost voorziet in de behoefte aan een eenduidige visie voor het gebied. In de visie wordt richting gegeven aan ruimtelijke ontwikkelingen op de middellange en de lange termijn. De visie gaat als afstemmings- en sturingskader dienen voor de periode 2010-2020 met een doorkijk naar 2040. In een vervolgfase zal de stap naar uitvoering (prioritering) van projecten nader worden uitgewerkt.

Sein op groen; Nota natuurontwikkeling Nieuwegein (1997)
In de nota Sein op groen wordt de gemeentelijke visie op natuurontwikkeling verwoord. Doelstellingen van het natuurbeleid in het stedelijk gebied zijn:

  • veiligstellen en verder ontwikkelen van natuurwaarden in stedelijke kerngebieden;
  • verhoging van natuurwaarden in de directe woonomgeving.

Om een stabiele en duurzame structuur te ontwikkelen zijn drie factoren van belang:

  • het scheppen van condities;
  • het realiseren van migratiemogelijkheden;
  • ontwikkelingstijd.

Voor het plangebied is specifiek beleid in Sein op groen opgenomen. Een onderscheid is gemaakt in de gebieden die ontwikkeld worden met:

  • een hoofdfunctie natuur en nevenfunctie recreatie;
  • een hoofdfunctie waterberging en natuur en nevenfunctie natuurontwikkeling;
  • een ontwikkelgebied ten behoeve van de functies natuur en recreatie.

Dit beleid krijgt een uitwerking in de bestemmingsplannen.

Groenstructuurschets (1995)
De schets is opgesteld om te komen tot een kwalificering en kwantificering van het bestaande openbare groen in de gebouwde omgeving van Nieuwegein en om de relatie met de ecologische infrastructuur aan te geven.
De uitgangspunten en wensen met betrekking tot de groenstructuur zijn inzichtelijk gemaakt, uitgesplitst naar de functies ecologie, beleving en recreatie en de combinatie van deze functies. In de schets is vastgesteld dat de ontwikkeling van Nieuwegein zelf (met uitzondering van enkele lokaal structurerende elementen op buurt- en wijkniveau) niet los kan worden gezien van de ontwikkeling in de regio. Gedurende de afgelopen periode heeft de gemeente hier aan inhoud gegeven.

Klimaatprogramma 2009-2013 (2009)
De gemeente Nieuwegein heeft de ambitie CO2 uitstoot te reduceren. Thema's die aan de orde zijn bij CO2 reductie zijn onder andere: duurzaam bouwen, verkeer en energiebesparing en duurzame energie bij particulieren en bedrijven.
Er is een reeks aan klimaatprojecten door de gemeente opgestart. Energiezuinig en duurzaam bouwen bij nieuwbouw wordt gestimuleerd en er zijn mogelijkheden voor de toepassing van windenergie en biomassa.

Gemeente brede quickscan flora & fauna (2012)
De quickscan bevat een overzicht van de beschermde soorten flora & fauna. De verzamelde gegevens kunnen gebruikt worden bij toetsingen van geplande werkzaamheden aan de Flora en faunawet.

3.2.5 Beleidskader archeologie en cultuurhistorie

Archeologiebeleid (2011)
Om de gemeentelijke rol als beslissend bestuursorgaan adequaat te kunnen vervullen, wordt een gemeentelijk archeologiebeleid met een eigen (inhoudelijk en bestuurlijk) afwegingskader opgesteld.

De bij het beleid horende archeologische verwachtingskaart geeft op perceelsniveau inzicht in het voorkomen van bekende en te verwachten archeologische waarden. Daarnaast bevat de kaart een informatielaag met mogelijke diepteligging van de te verwachten archeologie en bodemverstoring. De archeologische verwachtingskaart vormt de basis voor een archeologische beleidsadvieskaart: aan de verwachtingen worden regels gekoppeld die inzichtelijk waar en wanneer onderzoek nodig is. Deze beleidsadvieskaart vormt op zijn beurt de basis voor het aanpassen van bestemmingsplannen en bij de verlening van omgevingsvergunningen.

Cultuurhistorie
Voor de gehele gemeente wordt momenteel een inventarisatie en integrale waardering uitgevoerd van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Vooruitlopend op dit onderzoek is onder andere voor Laagraven een voorlopige inventarisatie en waardering uitgevoerd. De eerste resultaten van dit onderzoek zijn als bijlage 1 bij de toelichting gevoegd.

Niet alle cultuurhistorische waarden kunnen door middel van het bestemmingsplan worden beschermd. Ook andere instrumenten zullen ingezet moeten worden, zoals monumentenlijst, het beeldkwaliteitplan of de welstandsnota.

3.2.6 Beleidskader milieu

Externe veiligheid
Naast het feit dat vanuit de Rijksoverheid risiconormen zijn gesteld, laat de wet- en regelgeving ook ruimte aan gemeenten (en provincies) om eigen veiligheidsambities te formuleren.
In de beleidsvisie externe veiligheid (raadsbesluit 2007-403) is aangegeven hoe Nieuwegein met deze beleidsvrijheid omgaat. Zo is in de visie aangegeven op welke bedrijventerreinen in Nieuwegein nieuwe risicobedrijven zich mogen vestigen.
Plangebied Laagraven is niet aangewezen en in dit bestemmingsplan wordt de vestiging van nieuwe risicobedrijven uitgesloten. Bestaande risicobedrijven zijn er niet.

Duurzaam bouwen
Duurzaamheid is een belangrijke doelstelling voor vormgeving, inrichting en gebruik van schaarse ruimte. Het streven van de gemeente Nieuwegein bij nieuwbouw/renovatie is het realiseren van een milieuprestatie van 15% of hoger ten opzichte van de op dat moment geldende gebruikelijke bouwstandaard in Nederland. Dit heeft de raad vastgesteld eind 2007 in de nota ´Bouwen voor de toekomst; duurzaam bouwen beleid gemeente Nieuwegein´. Het is van belang om te bouwen met gezonde materialen, het materiaalgebruik te reduceren, zoveel mogelijk te recyclen en grondstofkringlopen te sluiten ('Cradle tot cradle').
De milieuprestatie wordt (bij grotere bouwplannen) gemeten met het duurzaam bouwen instrument GreenCalc+-score en weergegeven met een MIG-score (Milieu Index Gebouw). In dit instrument worden de prestaties op de milieuthema´s energie, materialen en water beoordeeld en gewogen. Voor Nieuwegein is de MIG dus minimaal 15% hoger.
De milieuprestatie kan bij kleinere bouwplannen worden gemeten met het duurzaam bouwen instrument GPR-gebouw. In dit instrument worden de prestaties op de duurzaamheidsthema´s energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde beoordeeld en gewogen. GPR-gebouw geeft per thema een waardering op een schaal van 1 tot 10, waarbij een 6,0 staat voor de huidige bouwstandaard. Een GPR-score van 6,9 staat voor ´mainstream duurzaam´ en komt medio 2012 overeen met de in Nieuwegein gewenste milieuprestatieverbetering van 15% of hoger.

De gemeenteraad heeft in de nota daarnaast de volgende basismaatregelen vastgesteld:

  • alle woningen uitrusten met 'laag-temperatuur'-verwarmingsysteem;
  • geen toepassing van uitlogende bouwmetalen;
  • alleen toepassing van gecertificeerd (FSC-keur of gelijkwaardig) duurzaam geproduceerd hout;
  • geluidswering tussen woningen onderling 5 dB beter dan het Bouwbesluit;
  • opstellen van een handleiding voor bewoners en gebruikers;
  • voor nieuwbouwwoningen moet een duurzaam gezond binnenmilieu worden gewaarborgd.

De gemeente Nieuwegein stimuleert sinds maart 2010 de toepassing van groendaken (zie voor de vele voordelen www.nieuwegein.nl/groendak).

Energie
In oktober 1991 heeft de gemeente Nieuwegein het Klimaatverbond 'Manifest van Europese gemeenten' ondertekend. Het Klimaatverbond streeft naar een vergaande vermindering van de CO2-uitstoot. Door aan te sluiten bij het Klimaatverbond heeft de gemeente aangegeven te kiezen voor een hoog ambitieniveau. Een uitwerking van de klimaatdoelstellingen van Nieuwegein is neergelegd in het 'Klimaatprogramma 2009 - 2013', dat in 2009 door het college is vastgesteld. Volgens dit klimaatprogramma geldt een streven om de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) met minimaal 10% aan te scherpen ten opzichte van het Bouwbesluit. Bovendien geldt een streven naar 10% duurzame energie. Bij grotere bouwinitiatieven (>200 woningen of het energetische equivalent daarvan) geldt i.v.m. de duurzame gebiedsontwikkeling een EPL van 7,0 tot 8,0.
In het Collegeprogramma 2010-2014 is aangegeven dat Nieuwegein streeft naar een klimaatneutrale duurzame stad in 2040.

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 21 september 2010 gebieden aangewezen op bedrijventerreinen waar vergunningvrije plaatsing van miniwindturbines mogelijk is in het kader van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (collegevoorstel 2010/12927).
Kansen om bovengenoemde klimaatambities te halen zijn aanwezig. Bijvoorbeeld door uit te gaan van de Trias-Energetica, d.w.z.: 1) eerst de energievraag terugdringen (via o.a. een goed geïsoleerde gebouwschil), 2) daarna duurzame energiebronnen inzetten en 3) de resterende (fossiele) energiebehoefte dekken via efficiënte energieconversietechnieken. Wat betreft het inzetten van duurzame energiebronnen kan gedacht worden aan: aansluiting op het stadsverwarmingsnet (nu gevoed met restwarmte uit de elektriciteitscentrales in Utrecht, op termijn mogelijk gevoed met warmte uit een bio-centrale), toepassing van warmte- en koude-opslag in de bodem (WKO), toepassing van miniwindturbines en toepassing van zongericht bouwen, thermische zonne-energie en PV-zonne-energie.

Duurzame utiliteitsbouw
De gemeente Nieuwegein heeft het Afsprakenprogramma Duurzame Utiliteitsbouw ondertekend (B&W besluit van 17 november 1998 nr. 98012486). Met deze ondertekening heeft de gemeente zich uitgesproken dat voor bouwprojecten, zowel nieuwbouw als bestaande voorraad waar de gemeente opdrachtgever is, het plusniveau uit de Nationale Pakket Utiliteitsbouw wordt nagestreefd en dat het basispakket als verplichte ondergrens wordt gehanteerd.

Luchtkwaliteitplan Nieuwegein
De luchtkwaliteit in Nieuwegein is de afgelopen decennia sterk verbeterd. De uitstoot van industrie in de regio Utrecht is sterk afgenomen door technische verbeteringen. Ook de uitstoot van voertuigen is gedaald door technische maatregelen zoals bijvoorbeeld de invoer van loodvrije benzine en de katalysator. De verbetering van de luchtkwaliteit zet in de toekomst door.

Nieuwegein participeert in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, en daarmee automatisch in de bijbehorende jaarlijkse monitoringsronde. Daarnaast brengt de gemeente jaarlijks een 'rapportage luchtkwaliteit' uit, waarin wordt ingezoomd op de resultaten op lokaal niveau. Uit de rekenresultaten blijkt dat de concentratie fijn stof in Nieuwegein inmiddels overal voldoet aan de norm. Op een aantal locaties, in de directe omgeving van drukke wegen, voldoen de concentraties stikstofdioxide nu nog niet aan de norm. Verwacht wordt dat dit in 2015, conform wettelijke verplichting (NSL) en toezegging aan Europa, wel het geval zal zijn.

In het Luchtkwaliteitplan Nieuwegein uit 2008 is aangegeven met welke maatregelen de gemeente de lokale luchtkwaliteit wil verbeteren. Een groot deel van deze maatregelen is op dit moment afgerond. In mei 2011 is daarom de 'Vervolgaanpak luchtkwaliteit Nieuwegein' vastgesteld door de gemeenteraad. Dit document bevat de te treffen maatregelen voor de periode 2011-2014.