direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Laagraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPLO2010001-VA02

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Bedrijven die voorkomen in categorie 1 of 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in vlees en vleeswaren' tevens voor groothandel in vlees en vleeswaren;
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horeca in categorie 1a, 1b, 1c, en 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor kantoren;
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' tevens voor dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. Ter plaatste van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor één bedrijfswoning;
  • g. Aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoren, waarvan per bedrijf de brutovloeroppervlakte niet meer dan 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen, met een maximum van 2.000 m²;

Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:

  • h. Gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen;
  • i. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. Bijbehorende voorzieningen, zoals erven, parkeer- en groenvoorzieningen;
  • k. Educatieve functies bij werken behorende tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. De goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 9 m bedragen;
  • c. Het bebouwingspercentage bedraagt 50%;
  • d. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bedrijven die niet zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten, zijn toegestaan voor zover de betrokken bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën.
  • b. Opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
  • c. Inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, zijn niet toegestaan.
  • d. Risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.
  • e. Opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan.
  • f. Detailhandel is uitsluitend toegestaan, indien het betreft webwinkels.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijking categorie bedrijven

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels en kan het volgende worden toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, een afwijking van de regels verlenen van het bepaalde in lid 4.1, onder a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten in categorie 3.1 en naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijziging verwijderen aanduidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat een aanduiding als bedoeld in lid 4.1, onder b, uit het plan wordt verwijderd, indien vast is komen te staan dat op de betreffende gronden de bij de betreffende aanduiding vermelde bedrijfsactiviteiten niet meer worden uitgeoefend.