Plan: | Zuidoostelijke Stadsrand, herstelbesluit |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0356.BPKL2019HER001BPnw-VA04 |
het bestemmingsplan Zuidoostelijke Stadsrand, herstelbesluit met identificatienummer NL.IMRO.0356.BPKL2019HER001BPnw-VA04 van de gemeente Nieuwegein.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van land- en tuinbouw.
activiteiten gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, op gronden die niet primair bedoeld zijn voor agrarische doeleinden.
een agrarische activiteit die mag worden uitgeoefend, mits de activiteit ondergeschikt blijft aan de hoofdbestemming.
onderzoekswerkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft wordt vastgesteld, die naar het oordeel van het dagelijks bestuur voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
waarden waarvan de aanwezigheid in de bodem aannemelijk is of vermoed wordt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
beperkt kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
bestaande aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, vermenigvuldigd met de emissiefactor van het bestaande stalsysteem, waarbij geldt:
het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan.
de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd.
het legaal gerealiseerde stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan; bedoeld zijn de stalsystemen overeenkomstig de unieke stalbeschrijvingen van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) alsmede de nageschakelde initiatieven.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
zaalverhuur aan derden, waarbij het onderwerp c.q. het karakter van de bijeenkomst geen raakvlak heeft met het feitelijk hoofdgebruik.
de teelt van bloemen en planten op een werk niet zijnde bouwwerk bestaande uit grond afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige en/of commissie van deskundigen inzake cultuurhistorie.
de waarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur op basis van zijn sociaal-historische, geschiedkundige, architectuurhistorische, (steden)bouwhistorische, archeologische of historisch-geografische karakteristiek.
recreatieve activiteit die plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
detailhandel in auto's, boten, motoren, caravans, grove bouwmaterialen en explosiegevaarlijke stoffen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
verblijfsrecreatieve voorziening die geheel of grotendeels bestaat uit een constructie bedekt met aarde of andere natuurlijke materialen, waarbij de duur voor nachtverblijf maximaal 1 nacht bedraagt.
samenhangend stelsel van (te ontwikkelen) landschapselementen die als verbindingsweg fungeren tussen verschillende leefgebieden van planten en/of dieren.
de niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
een geheel van meerdere doelbewust aangeplante bomen, gericht op het bedrijfsmatig of in een vorm als zijnde bedrijfsmatig voortbrengen van fruit.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
gronden en/of gebouwen waar mensen langdurig verblijven en daarmee een groter risico lopen op blootstelling aan (drift van) gewasbeschermingsmiddelen door toepassing daarvan in een naastgelegen fruitboomgaard. Hieronder worden in ieder geval begrepen:
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. Het betreft akkerbouw, vollegrondstuinbouw, fruitteelt en boomteelt en rundvee-, paarden-, schapen- of geitenhouderij voor zover bij deze veebedrijven het benodigde ruwvoer (gras, snijmaïs) geheel of vrijwel geheel afkomstig is van de op basis van structureel bij het bedrijf behorende gronden.
het niet bedrijfsmatig gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee en/of telen van agrarische producten.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
vormen van dagrecreatie in de openlucht met een relatief groot aantal recreanten per oppervlakte-eenheid en waarbij het gebruiken van de openbare ruimte voor het eigen plezier voorop staat, zoals zeilen, varen, duiken en surfen.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
het opvangen van kinderen op locatie, al dan niet tegen betaling, waarbij de volgende indeling wordt aangehouden:
een voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in
ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bouwwerk, anders dan met glas gedekt en lager dan 120 cm, voor het telen van tuinbouwgewassen.
functies bij een agrarisch bedrijf die zijn gericht op behoud en ontwikkeling van extensieve recreatie, natuur, landschap, water en cultuurhistorie.
een door een deskundig bureau opgesteld onderzoek ten behoeve van de onderbouwing voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat van omliggende functies van fruitboomgaarden, ten aanzien van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in die fruitboomgaarden.
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van civieltechnische diensten en/of cultuurtechnische diensten of het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van werktuigen.
de toepassing van basistechnieken of combinatie daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting of indamping van mest.
de door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten-, of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij.
de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan die andere functie.
alle vormen van inrichtingen van niet-zelfstandige horeca, zoals bedoeld in categorie 4 van de Staat van Horeca-activiteiten welke als bijlage deel uitmaakt van de regels van dit bestemmingsplan.
woonruimte met een eigen toegang die door een huishouden kan worden bewoond, waarbij het huishouden afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
het in bewaring houden van goederen.
een verharde plek ten behoeve van het bouwen van en het onderhoud aan een windturbine door middel van het opstellen van een hijskraan.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
het fokken van paarden en pony's, het africhten c.q. trainen/dresseren alsmede de verkoop van gefokte paarden en pony's en het houden van paarden en pony's ten behoeve van de fokkerij.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
prostitutie in een daarvoor ingerichte ruimte en in dienstverband (seksclub, bordelen, privé-huizen), niet zijnde sekswinkels, seksbioscopen, sekstheaters en daarmee gelijk te stellen bedrijfstypen.
een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen of LNG tankstations.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een standplaats voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, met dien verstande dat de standplaats uitsluitend in de periode van 1 maart tot en met 31 oktober mag worden gebruikt.
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om weersinvloeden te matigen, arbeidsomstandigheden te verbeteren, de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren of de kwaliteit van de producten te verbeteren, te onderscheiden in:
tijdelijk of permanent | laag of hoog | voorbeeld | |
Tijdelijk (maximaal 6 maanden per jaar) | laag: < 1,2 m |
afdekfolies, insectengaas, acryldoek, lage tunnel- of boogkassen | |
hoog: > 1,2 m | hagelnetten, schaduwhallen, wandelkappen | ||
Permanent (minimaal 6 maanden per jaar) | laag: < 1,2 m | containervelden | |
hoog: > 1,2 m | bakken op stellingen (met regenkappen), teeltondersteunende kassen, hoge tunnel- of boogkassen | ||
Overig | stellages met en voor regenkappen bij grondgebonden teelt van zacht fruit, boomteelthekken, vraatnetten, palen en masten voor gewasbescherming, beregeningspalen en geleidingspalen |
opslag voor een periode van maximaal 8 weken per kalenderjaar en noodzakelijk ten behoeve van het agrarische perceel waarop de opslag plaatsvindt.
recreatieve activiteiten waarbij overnachtingen plaatsvinden.
een agrarisch bedrijf met een omvang van ten minste één volledige arbeidskracht of een bedrijf met een aannemelijk perspectief op volwaardigheid.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
een vorm van detailhandel waarbij via internet goederen worden aangeboden aan particulieren, onderscheidend in de volgende categorieën:
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
bessen, bramen, frambozen, blauwe- of bosbessen, aardbeien en daarmee gelijk te stellen fruit.
woonruimte met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 3.1 Rechtstreeks toegestane nevenfuncties
nevenfunctie | max. m² aan bestaande bebouwing in gebruik | max m² aan gronden in gebruik | |
verkoop aan huis van zelf |
|
50 | |
inpandige opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag ten behoeve van eigen bedrijfsvoering) | 300 | - | |
veearts/hoefsmederij/KI-station | 100 | 100 | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | 100 | 100 | |
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet-agrarische producten/werktuigen/ voertuigen in bestaande gebouwen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, geen detailhandel | 300 | - | |
rondleidingen op het agrarische bedrijf | - | alle bij het bedrijf behorende gronden | |
kano-, boot of fietsenverhuur | 100 | 100 | |
kleinschalige kinderopvang in de bedrijfswoning | - | - |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
max. oppervlak | max. bouwhoogte | ||||||
kassen en hoge boogkassen | - kassen 8 m - hoge boog kassen 6 m |
||||||
koel- en opslagruimte ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt' | zie sub c en d | 8 m | 12 m |
a. Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
b. Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
c. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder c en d, teneinde een groter oppervlak aan bebouwing voor de fruitteelt toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.2 sub c onder e, teneinde de bouw van teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 sub a, teneinde meerdere gebouwen buiten het bouwvlak toe te staan bij een fruitteeltbedrijf, met inachtneming van het volgende:
Bedrijven tot en met 5 ha : 1 gebouw |
Bedrijven tot en met 10 ha : 2 gebouwen |
Bedrijven tot en met 20 ha : 3 gebouwen |
Bedrijven tot en met 30 ha : 4 gebouwen |
Bedrijven met meer dan 30 ha : 5 gebouwen |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.1 onder h, teneinde de in tabel 3.2 genoemde nevenfuncties met de daarbij behorende maximaal in gebruik te nemen oppervlaktes voor bebouwing en gronden toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Tabel 3.2 Toegestane nevenfuncties via afwijking
nevenfunctie | max. m² aan bebouwing | max m² aan gronden | |||
veehandelsbedrijf, foeragehandel | 300 | 500 | |||
agrarisch loonbedrijf behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | 300 | 500 | |||
hoveniersbedrijf behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | 300 | 500 | |||
overige bedrijven behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | 100 | 100 | |||
dierenpension | 200 | 500 | |||
agrarisch verwante sociale functies (resocialisatie, therapie, zorgboerderij) | 200 | alle bij het bedrijf behorende gronden | |||
bed & breakfast/gastenverblijf | 100 | 100 | |||
recreatief nachtverblijf/ kampeerboerderij | 100 | 100 | |||
kleinschalig kamperen tot maximaal 25 kampeermiddelen | 100 | 2500 binnen het bouwvlak | |||
middelgrote kinderopvang | 200 | 200 | |||
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) | n.v.t. | alle bij het bedrijf behorende gronden | |||
galerie/atelier/museum/tentoonstellingsruimte | 100 | 500 | |||
horeca-activiteiten voor zover ten dienste aan de hoofdactiviteit en deze behoren tot de categorieën 1 en 4 van de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Horeca-activiteiten' | 100 | 500 | |||
middelgrote kinderopvang | 100 | 100 | |||
nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3.1 (indien geurgevoelig) | zie tabel 3.1 | zie tabel 3.1 |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in de tabel 3.2 en 3.3 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge de tabellen 3.1 en 3.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.6.1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het maximaal aantal m² aan bebouwing dat in gebruik mag worden genomen voor de nevenfuncties in tabel 3.1 en 3.2, teneinde een groter aantal m² toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.5 onder b ten behoeve van het realiseren van een paardenbak buiten het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 onder f en een toename van ammoniakemissie als gevolg van een wijziging van aanwezige dieraantallen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien dit noodzakelijk is in verband met een duurzame bedrijfsvoering en geen afbreuk wordt gedaan aan bestaande natuurwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van het agrarische bouwvlak wijzigingen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf, de bestemming Agrarisch te wijzigen in een op de in tabel 3.3 genoemde vervolgfuncties afgestemde bestemming, met inachtneming van het volgende:
Tabel 3.3 Toegestane vervolgfuncties
vervolgfuncties |
veehandelsbedrijven, foeragehandel |
agrarische handels- en exportbedrijf |
agrarisch loonbedrijf |
inpandige opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing |
veearts/hoefsmederij/ KI-station |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) |
hoveniersbedrijf in categorie 1, 2 en 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
overige bedrijven in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
huisdierenpension/ hondenfokkerij |
sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij) |
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande bebouwing, behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
horeca-activiteiten behorende tot de categorieën 1 en 4 van de Staat van Horeca-activiteiten |
galerie/atelier/museum/tentoonstellingsruimte |
dagrecreatieve functies met een directe link met het landelijk gebied (zoals een kinderboerderij, poldersport, excursiebedrijf, boerengolf, survivalactiviteiten |
dierenpension |
kampeerboerderij |
recreatief nachtverblijf |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om vervolgfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge de tabel 3.3 toelaatbare vervolgfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.8.2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met toepassing van de Ruimte voor Ruimte regeling, de bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemming Wonen en Tuin en de bouw van nieuwe woningen toe te staan, indien sprake is van een algehele beëindiging van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 4.1:
De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik geldt dat de contour voor het plaatsgebonden risico ten hoogste 150 m (PR 10-6) respectievelijk 45 m (PR 10-5) bedraagt.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 6.2.1 voor het toestaan van een hogere bouwhoogte dan ter plaatse is aangeduid met inachtneming van de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 6.2.1 voor het toestaan van een hoger bebouwingspercentage dan ter plaatse is aangeduid met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Aanduiding | Maximum emissie NOx kg/jaar |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - emissie kavel A1 | 52,7 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein – emissie kavel A2 | 83,7 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein – emissie kavel B1 | 49,6 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein – emissie kavel B2 | 124,0 |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 6.1:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 6.4 onder i om een hogere maximum emissie NOx kg/jaar per bedrijfsperceel ter plaatse van de genoemde aanduiding toe te staan indien uit onderzoek blijkt dat significant negatieve effecten op stikstofgevoelige Natura 2000-habitats kunnen worden uitgesloten.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijventerrein zodanig wijzigen dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijventerrein wijzigen naar de bestemming Verkeer om optimalisatie van de wegenstructuur mogelijk te maken met dien verstande dat de overschrijding ten koste van de bestemming Bedrijventerrein ten hoogste 4 m bedraagt.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Streektransferium' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 11.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door de genoemde werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de functie van ecologische verbindingszone niet verloren gaat.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Voorlopig Werkterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 10 m.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt zoals bedoeld in 13.1, bedraagt 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het 'Zuidoostelijke Stadsrand, herstelbesluit'.
Na afloop van de geldigheidstermijn zijn:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 14.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 14.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de betekenis van de gronden als ecologische verbindingszone niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel daarvan niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Waterstaatkundige voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor bouwwerken waarvoor graaf- en/of heiwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde' zoals in navolgende tabel is aangegeven:
Aanduiding | Maximaal toegestane verstoring |
specifieke vorm van waarde - JF0 | 0,30 m - maaiveld |
specifieke vorm van waarde - VP1 | 0,30 m - maaiveld |
specifieke vorm van waarde - VP2 | 0,30 m - maaiveld |
een rapport te overleggen waarin:
Indien uit het in sublid 17.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in sublid 17.2.1 en 17.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij:
Behoudens het bepaalde in sublid 17.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 17.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Aanduiding | Maximaal toegestane verstoring |
specifieke vorm van waarde - JF0 | 0,30 m - maaiveld |
specifieke vorm van waarde - WS2 | 1,25 m - NAP |
specifieke vorm van waarde - VP1 | 0,30 m - maaiveld |
specifieke vorm van waarde - VP2 | 0,30 m - maaiveld |
Het in sublid 17.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.3.1 kan pas worden verleend:
Indien uit het in lid 17.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor bouwwerken waarvoor graaf- en/of heiwerkzaamheden plaatsvinden dieper en met een maximum oppervlakte dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde' zoals in navolgende tabel is aangegeven:
Aanduiding | Maximum oppervlakte | Maximale diepte beneden maaiveld |
specifieke vorm van waarde - 2 | 500 m2 | 30 cm |
specifieke vorm van waarde - 3 | 2.500 m2 | 1,5 m |
specifieke vorm van waarde - 4 | 2.500 m2 | 3 m |
specifieke vorm van waarde - 5 | 5.000 m2 | 30 cm |
specifieke vorm van waarde - 6 | 10.000 m2 | 1,5 m |
een rapport te overleggen waarin:
Indien uit het in sublid 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in sublid 18.2.1 en 18.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij:
Behoudens het bepaalde in sublid 18.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 18.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Aanduiding | Maximum oppervlakte | Maximale diepte beneden maaiveld |
specifieke vorm van waarde - 2 | 500 m2 | 30 cm |
specifieke vorm van waarde - 3 | 2.500 m2 | 1,5 m |
specifieke vorm van waarde - 4 | 2.500 m2 | 3 m |
specifieke vorm van waarde - 5 | 5.000 m2 | 30 cm |
specifieke vorm van waarde - 6 | 10.000 m2 | 1,5 m |
Het in sublid 18.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.3.1 kan pas worden verleend:
Indien uit het in lid 18.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming de van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden van:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 19.2.1is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming de van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden van de historisch-geografische elementen van de Vuilcop, de Houtense Wetering en Hoonwetering.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 20.2.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, versterking en ontwikkeling van aanwezige landschappelijke waarden te weten ter plaatse van de aanduiding:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Landschap' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 21.2.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waterstaat - Waterkering mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en aangelegd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 22.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 22.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 is nodig voor:
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 23.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van Rijkswaterstaat.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 23.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 is nodig voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Bij sloop en nieuwbouw van een (bedrijfs)woningen mag de nieuwe (bedrijfs)woning uitsluitend op dezelfde fundamenten worden teruggebouwd.
Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine' is de bouw van kwetsbare objecten niet toegestaan.
Op de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - windturbine' is:
Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - lng station 1' is de bouw van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.
Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - lng station 2' gelden de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is de bouw van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten niet toegestaan.
Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de in hoofdstuk 2 opgenomen maximale inhoudsmaat voor een (bedrijfs)woning, ten behoeve van het vergroten van de inhoudsmaat, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.4 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten mogelijk te maken met inachtneming van het volgende:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Binnen het plangebied dient overeenkomstig de verleende watervergunning van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden tenminste 8.8022 m2 oppervlaktewater gerealiseerd te worden en in stand gehouden.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Zuidoostelijke Stadsrand, herstelbesluit'.