direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Zeist Centrum e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPZeistCentrumeo-OH01

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen terzake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen, en;
  • b. bij ter plaatse toegestane maatschappelijke voorzieningen behorende verwante functies, werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten;
  • c. cultuur en ontspanning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • d. een parkeergarage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • e. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • f. bij een en ander behorende groenvoorzieningen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en andere voorzieningen, waaronder begrepen fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat;

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats is toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kerk' uitsluitend religie is toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - politie', uitsluitend een politiebureau is toegestaan.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende met bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pergola's, vlaggenmasten en erf- of perceelafscheidingen.
13.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in lid 13.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag op bij eenzelfde vestiging, instelling of voorziening behorende gronden 100% bedragen, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' voor het bouwvlak of een gedeelte van het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het aangeduide percentage voor het bouwvlak of het aangeduide gedeelte van het bouwvlak niet worden overschreden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide hoogte niet worden overschreden;
  • f. de dakhelling mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • g. de ondergrondse bouwdiepte van gebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • h. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • i. op bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken, is het bepaalde in artikel Artikel 19 (Wonen) van overeenkomstige toepassing;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is een onderdoorgang voor het verkeer toegestaan;
  • k. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
licht- en andere masten en beeldende kunstwerken   10 m  
luifels   4 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelafscheidingen   1 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3 m  

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van de bouwregels in 13.2 voor de bouw van een open fietsenstalling buiten het bouwvlak, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de bij eenzelfde bedrijf behorende fietsenstalling niet meer dan 60 m² bedraagt en het bijbehorende bouwperceel daardoor niet voor meer dan 80% wordt bebouwd;
  • b. de omvang van de fietsenstalling in verhouding staat tot het aantal werknemers van het bedrijf.