vastgesteld |
NL.IMRO.0355.BPValckenbosch-VS01 |
Middels onderhavig bestemmingsplan wordt de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt. De locatie had reeds een woonbestemming. Dit blijft onveranderd. Het plan betreft de realisatie van een kleinschalig appartementengebouw welke voldoet aan de goot- en bouwhoogte en bebouwingsgrenzen van het in paragraaf 1.2 genoemde bestemmingsplan. Voorheen waren twee woningen toegestaan, dit worden er met dit plan zes.
Er wordt overeenkomstig het in paragraaf 1.2 genoemde bestemmingsplan voldoende afstand tot de erfgrens gehouden. Daarmee is duidelijk dat het plan niet te massaal is in verhouding tot de perceelgrootte en de bebouwing in de buurt. Om het groene karakter van het gebied en de locatie te behouden bevindt het grootste deel van de parkeerplaatsen zich ondergronds en is het te realiseren bijgebouw beperkt van omvang. Het plan vormt een goede overgang van de twee-onder-één-kap-villa aan de enerzijde en het appartementencomplex aan de andere zijde.
Het pand krijgt een statige uitstraling en vormt daarmee een waardig entree richting de woningen verderop in de straat. Qua vorm, maat en stijl sluit het plan aan bij de bebouwing de omgeving (zie ook paragraaf 4.2). Dat geldt ook voor het woonsegment: de zes woningen zullen circa 1 miljoen euro kosten. Daarmee draagt dit plan bij aan een levensloopbestendige wijk: vermogende ouderen uit de wijk die minder ruim willen gaan wonen en geen zorg meer willen dragen voor tuinonderhoud kunnen hier in hun eigen buurt en sociale omgeving en in de directe nabijheid van anderen wonen, waarmee een sociaal isolement wordt voorkomen. Vanwege deze doelgroep blijft het aantal bewoners beperkt en de rust van de omgeving bewaard.
Voor het plan geldt een parkeernorm van 2,1 parkeerplaatsen per appartement, waardoor tenminste 13 parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden. In het plan komen 11 parkeerplaatsen in de kelder en 7 op het terrein voor de 6 appartementen. Hiermee wordt ruimschoots aan de parkeernorm voldaan.
De toename met vier extra wooneenheden (ten opzichte van wat voorheen is toegestaan op het perceel) past binnen het geldende beleid (zie hoofdstuk 3). Uit hoofdstuk 4 is gebleken dat er geen sprake is van milieuruimtelijke belemmeringen. Omgekeerd benaderd heeft het plan eveneens geen onevenredig nadelige invloed op zijn omgeving.
Geconcludeerd kan worden dat het plan voldoet aan 'een goede ruimtelijke ordening'.