direct naar inhoud van 4.6 Water
vastgesteld
NL.IMRO.0355.BPValckenbosch-VS01

4.6 Water

Algemeen
Om waterbeheer en ruimtelijke ordening goed op elkaar af te stemmen is de watertoets ontwikkeld. Met deze watertoets moet duidelijkheid worden geboden over de randvoorwaarden die gelden voor ruimtelijke en/of stedenbouwkundige aanpassingen ten opzichte van het oppervlakte- en grondwater in het plangebied en omgeving. Zo dient bij de aanleg van nieuwverhard oppervlak o.a. inzicht geboden te worden hoe wordt omgegaan met de opvang van hemelwater.

Het waterschap is primair verantwoordelijk voor de waterhuishouding in het plangebied. Onder de verantwoordelijkheden vallen onder andere beveiliging tegen hoog water, peilbeheer en aan- en afvoer van water. Daarnaast wordt geadviseerd hoe om te gaan met hemelwater. De gemeente heeft een zorgplicht voor de inzameling, transport en verwerking van stedelijk afvalwater en regenwater en voor de aanpak van grondwaterproblemen.

In het algemeen zoekt het waterschap naar duurzame oplossingen. Uitgangspunt is dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoonwater ook relatief schoon blijft. Daarbij geldt dat het regenwater, dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is (zoals van gevels en daken), zoveel mogelijk wordt vastgehouden of wordt geborgen.

Water in relatie tot het plangebied
Bij de planvorming zijn er verschillende partijen betrokken met betrekking tot het water. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Waterbeheerplan 2010-2015 ‘Water Voorop!’ , waterstructuurvisie: Waterbeheer 21e eeuw, keur en legger), provincie Utrecht ( Provinciaal waterplan 2010-2015 ‘Richting robuust’, Grondwaterplan 2008 t/m 2013, provinciale milieuverordening) en gemeente Zeist (waterplan Zeist, Convenant afkoppelbeleid Utrechtse Heuvelrug). Bij de planvorming dient rekening gehouden te worden met deze verschillende partijen en bijbehorende beleidstukken.

In het plangebied zijn geen belangrijke watergangen aanwezig. Het plangebied is gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. (Op 26 nov. is deze constatering naar dhr. brinkman gemaild met het verzoek aan te geven of hier gemeentelijk beleid van toepassing is en op welke wijze hiermee in dit plan moeten worden omgegaan (er komt ook een kelder). In afwachting van een reactie is onder voorbehoud de volgende formulering opgenomen:) De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied zijn niet in strijd met de bijzondere zorgplicht uit de Provinciale Milieuverordening (PMV) die binnen het grondwaterbeschermingsgebied geldt.

De bestaande woning zal worden vervangen door 6 appartementen. Hiermee wordt het dakoppervlak vergroot, evenals het bestratingsoppervlak ten behoeve van de parkeerplaatsen en de ontsluiting. In het plan wordt het hemelwater niet aan het riool gekoppeld, maar wordt gescheiden en geïnfiltreerd in de bodem.

Onder het volledige te realiseren gebouw komt een kelder --> volgens het bijgevoegde bodemonderzoeksrapport is de grondwaterstand 4.39 beneden maaiveld.

In figuur 4.6 zijn de relevante en niet-relevante waterhuishoudkundige thema’s nog eens inzichtelijk gemaakt (de gele passages moeten door een ter zake kundige nader worden ingevuld). Het voorontwerp bestemmingsplan wordt voor de watertoets ter beoordeling voorgelegd aan het waterschap. De reactie wordt meegenomen bij het verwerken van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening.

Figuur 4.6: Overzicht van de relevante aspecten voor de waterhuishouding in het plangebied

Waterhuishoudkundige aspecten   Relevant?   Toelichting  
Veiligheid   Nee   In het plangebied liggen geen primaire waterkeringen, kades of gronden die behoren tot zomer- en/of winterbed van de grote rivieren. De beleidslijn ‘Ruimte voor de Rivier’ is niet aan de orde.  
Wateroverlast   Nee   In het plangebied bevinden zich geen beekdalen en overstromingsvlaktes. In het plangebied is geen sprake van
wateroverlast.  
Riolering   Ja   Bij de realisatie van het plan worden daken en verharding van het
riool afgekoppeld. Hierdoor wordt het rioolstelsel en RWZI minder
belast bij regenval en krijgt het water de kans om in de bodem te
infiltreren, zodat verdroging wordt tegen gegaan. In het plangebied
liggen geen rioolpersleidingen of RWZI’s.  
Watervoorziening   Nee   Het plangebied is gelegen in bestaand stedelijk gebied. Watervoorziening voor andere functies in en nabij het plangebied
speelt geen rol.  
Overlast grondwater   Nee   In het plangebied is geen sprake van grondwateroverlast in de vorm van kwel.  
Oppervlaktewaterkwaliteit   Nee   In en nabij het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.  
Grondwaterkwaliteit   Ja   Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied. Het plangebied is wel gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Om vervuiling van bodem en grondwater te voorkomen worden uitsluitend duurzame (niet uitlogende) materialen gebruikt.  
Volksgezondheid   Nee   In of nabij het plangebied bevinden zich geen riooloverstorten. In het plangebied bevinden zich en komen er geen functies die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico’s met zich meebrengen.  
Verdroging/kwel   Nee   Er is in het plangebied geen sprake van kwel. Verdroging kan worden voorkomen door zoveel mogelijk water te infiltreren.  
Natte natuur   Nee   Het plangebied ligt niet nabij HEN en/of SED wateren. Rondom het
plangebied liggen geen natte natuurgebieden.  
Inrichting en beheer   Nee   Het beheer van rioleringswerken nabij het plangebied is in handen van de gemeente. Er wordt niet voorzien in de (her)inrichting van
watergangen.  

Ten behoeve van de watertoets zal het voorontwerp bestemmingsplan voor commentaar naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordengezonden. Te zijner tijd zal in het ontwerp bestemmingsplan verslag worden gedaan van dit overleg.