direct naar inhoud van 5.6 Luchtkwaliteit
Plan: Dr. Schaepmanlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPDrSchaepman-VS01

5.6 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. Op grond van de Wet mogen nieuwe ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de normen (grenswaarden) die aan een aantal verontreinigende stoffen zijn gesteld.NIBM. Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien: a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan danwel bestemmingsplan "Dr. Schaepmanlaan" biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of . aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan danwel projectbesluit biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • Woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • Infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • Kantoorlocaties: minimaal 100.000 m² brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg,
  • Minimaal 200.000 m² brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

In het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing wordt ook aandacht besteed aan de blootstelling van bewoners aan luchtvervuiling. Er is daarom onderzoek gedaan door de Omgevingsdienst regio Utrecht om inzicht te krijgen in de aanwezige luchtkwaliteit.

Om inzicht te krijgen in de aanwezige luchtkwaliteit zijn de luchtkwaliteitskaarten van de Omgevingsdienst van 2011 geraadpleegd. In figuur 1 is een uitsnede weergeven van de luchtkwaliteitskaart voor stikstofdioxide en in figuur 2 is een uitsnede van de luchtkwaliteitskaart voor fijn stof weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0355.BPDrSchaepman-VS01_0010.png"

Figuur 1: Concentraties stikstofdioxide in 2011 in en nabij het plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0355.BPDrSchaepman-VS01_0011.png"

Figuur 2: Concentraties fijn stof in 2011 in en nabij het plangebied

Uit figuur 1 en 2 is af te leiden dat de concentratie stikstofdioxide en fijn stof zich beneden de wettelijk toegestane jaargemiddelde grenswaarde van 40 microgram per m3 bevinden.

De uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide wordt vanaf concentraties boven de 60 microgram per m3 overschreden. De concentraties in het plangebied bedragen 28 - 30 microgram per m3, wat betekent dat ook aan de uurgemiddelde grenswaarde wordt voldaan.

Naast een jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof is er ook een daggemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m3 van kracht, die per jaar 35 keer mag worden overschreden. Uit statistische vergelijkingen van TNO en het RIVM blijkt dat deze grenswaarde bij een concentratie van 31,3 microgram per m3 vaker dan 35 keer wordt overschreden. Aangezien de concentraties fijn stof in het plangebied circa 25 - 26 microgram per m3 bedragen, wordt ook aan deze daggemiddelde grenswaarde voldaan.

Conclusie

Uit het voorgaande blijkt dat de toekomstige inwoners niet aan onacceptabele concentraties stikstofdioxide en fijn stof worden blootgesteld.

Geconcludeerd kan worden dat door de ontwikkeling, die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan en ook aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening.