Plan: | Dr. Schaepmanlaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0355.BPDrSchaepman-VS01 |
Op 7 maart 2011 heeft de gemeenteraad van Zeist de Structuurvisie Zeist vastgesteld. De structuurvisie is een plan in hoofdzaken, bedoeld voor de langere termijn en vormt het een kader voor de toetsing van bestemmingsplannen.
De Structuurvisie Zeist 2020 bouwt voort op het eerder ontwikkelde Ontwikkelingsperspectief 2030. In dit perspectief werden vier kernwaarden geformuleerd: natuur en landschap, cultuurhistorie, duurzaam en zorgzaam en de kwaliteit van vijf kernen met een eigen identiteit. Deze kernwaarden zijn nu vertaald naar tien hoofdkeuzes. Deze keuzes geven een beeld van het toekomstig wonen, werken, sporten, zorgen, uitgaan en recreëren. De keuzes dragen zorg voor een duurzaam en zorgzaam Zeist waar groen en cultuurhistorie een prominente rol spelen en waar kwaliteit altijd centraal staat. Hieronder staan de tien belangrijkste keuzes:
De voorgenomen ontwikkelingen aan de Dr. Schaepmanlaan passen goed binnen de structuurvisie. Doordat de voorgevel van de woningen aan de Dr. Schaepmanlaan behouden blijven, behoud de wijk zijn eigen identiteit. De woningen worden duurzaam gebouwd, waarbij zo veel mogelijk maatwerk wordt geleverd ten aanzien van de wensen van de toekomstige bewoners.
De gemeenteraad van Zeist heeft op 28 juni 2004 een strategisch ontwikkelingsplan voor Zeist vastgesteld, getiteld 'Zeist vandaag over morgen'. Dit plan is tot stand gekomen na een intensieve periode van voorbereiding.
De centrale vraag in het ontwikkelingsplan is: " Hoe willen we in de verdere toekomst in de gemeente Zeist samenleven?". Het gaat hierbij over het bouwen voor toekomstige woningzoekenden; over de kwaliteit van de woonomgeving en de dienstverlening; de toekomstige behoefte aan voorzieningen zoals scholen, winkels en sportaccommodaties; de gewenste natuurontwikkeling; verkeersveiligheid; bereikbaarheid; maatschappelijke, sociale en culturele inrichting van de Zeister samenleving. Het ontwikkelingsplan heeft een tijdshorizon die ligt in 2030. Binnen dit blikveld van 30 jaar bevat deze nota overigens een ontwikkelingsplan dat een reikwijdte heeft van 15 jaren.
De raad heeft voor de samenstelling van het ontwikkelingsplan een aantal richtlijnen meegegeven:
Sturing van het inwonertal kan alleen worden beïnvloed door aanbod en kwaliteit van woonruimte. Zonder ingrijpen zal de daling van het inwonertal steeds verder doorgaan. In de toekomst steeds meer de nadruk komen te liggen op de reconstructie, herstructurering en/of rehabilitatie van de oudere wijken of buurten, zoals de Vogelwijk, Vollenhove, Dijnselburg, Kerckebosch enzovoorts. Daarbij zal de mate en wijze van aanpak van wijk tot wijk moeten worden bezien.
Over wonen en leefomgeving zijn de volgende acties vastgesteld:
Op 24 april 2007 heeft de gemeenteraad van Zeist de Woonvisie 2006-2010 vastgesteld.
Doelstellingen Woonvisie
De doelstelling van de Woonvisie is: 'Het creëren van optimale woonmogelijkheden voor woningzoekenden en inwoners van Zeist'. De gemeente streeft naar meer keuzevrijheid voor alle inwoners, ongeacht leeftijd en inkomen. Het gaat om de betaalbaarheid, bereikbaarheid en levensloopbestendigheid van de woningen. Het beleid zet in op het:
Differentiatie
Voor de differentiatie van het nieuwbouwprogramma 2006-2010 leiden de geformuleerde uitgangspunten tot het volgende beleid: 30% van de woningen dient in het goedkope segment te worden gebouwd, 45% dient in het middeldure segment te worden gebouwd en de overige 20% mag in het dure segment worden gebouwd.
Andere belangrijke aandachtspunten:
Voorgenomen herstructurering van het woongebied aan de Schaepmanlaan sluit aan bij bovenstaand beleid.
Momenteel ontwikkelt de gemeente een visie op wonen voor 2012 tot 2015 met een doorkijk naar 2020. Omdat deze nog niet is vastgesteld wordt deze niet meegenomen in dit bestemmingsplan.
In het Coalitieakkoord zijn beleidslijnen voor de periode 2006-2010 vastgelegd. Het beleid is gebaseerd op kaders die vastliggen en die worden nader ingevuld op basis van de afspraken die de deelnemende politieke partijen zijn overeengekomen. Het akkoord wordt vertaald in een college programma.
De gemeente wil zich onder andere inzetten voor de realisatie van woon- en werklandschappen, waarin wonen en werken worden gecombineerd. In de komende jaren wordt niet ingezet op het actief aantrekken van grootschalige bedrijvigheid van buiten. Redenen hiervoor zijn de daarmee samenhangende toenemende vraag naar woningen. Bovendien mag de woon-werkbalans niet verder worden verstoord. Het huidige voorzieningenniveau moet worden gehandhaafd. Tenslotte is het beleid erop gericht primair nieuwe woningen te realiseren in reeds bestaand bebouwd gebied.
De gebiedsvisie is in 2008 op verzoek van de gemeente Zeist ontwikkeld. Men zag dat er een aantal partijen waaronder de drie woningbouwcorporaties afzonderlijk van elkaar onderhoud,- renovatie- en nieuwbouwplannen voor dit gebied ontwikkelden. Om te voorkomen dat hierdoor een onsamenhangend stedenbouwkundig en architectonisch beeld zou ontstaan, heeft de gemeente aangedrongen op een samenhangende visie op het hele gebied. Hiervoor is door de gemeente aanvankelijk een projectleider aangesteld.
In goed onderling overleg is er een plan ontwikkeld met daarin verschillende opties voor verbouwing, renovatie en nieuwbouw. Oplossingen voor parkeren en het realiseren van meer collectief groen. De ontwikkelde visie moest passen in het gebieden binnen de "morfologische kaart" van Zeist.
Belangrijk uitgangspunt van deze visie was dat de afzonderlijke partijen hun deelplannen autonoom konden ontwikkelen. Ten tijde van de vaststelling van het planologisch kader in februari 2009 was de planvorming bij de corporatie Seyster Veste al gereed. Tijdens de behandeling van het kader is er een aantal inspraakmomenten voor omwonenden geweest.
Een aantal bewoners van de Dr. Schaepmanlaan sprak de angst uit dat met het goedkeuren van het Planologisch kader er een vrijbrief voor sloop van de Dr. Schaepmanlaan zou zijn. Zowel college als gemeenteraad hebben de R.K. Woningbouwvereniging en de Kombinatie (de corporaties met bezit in de Dr. Schaepmanlaan) opgedragen om goed te onderzoeken of sloop van dit bezit wel nodig was.
De R.K. Woningbouwvereniging heeft vervolgens samen met de bewoners van de straat een uitgebreide studie gedaan naar de mogelijkheden in de Dr. Schaepmanlaan. Dit binnen de kaders van het Planologisch kader. Deze samenspraak heeft er toe geleid dat er een plan is gemaakt om van de 68 woningen er 67 te renoveren. Verder worden er 15 woningen toegevoegd aan de Anne de Vrieslaan. Daarnaast worden er 2 woningen toegevoegd aan de J.P. Heijelaan.
Met dit plan is niet expliciet de randen van het vastgestelde plan opgezocht maar is juist door de beperkte inbreiding aan de Anne de Vrieslaan en de grootschalige renovatie van de Dr. Schaepmanlaan de R.K. Woningbouwvereniging in staat geweest om de karakteristieke laan in Zeist kwalitatief sterk te verbeteren en het straatbeeld voor de toekomst te bewaren.
In het stedenbouwkundige kader was de mogelijkheid voorzien om een dwarsverbinding tussen de groene zones aan de Schaerweijdelaan en de Van Reenenweg te realiseren. Bij de bewoners van de Dr. Schaepmanlaan was er weinig begrip voor de sloop van de circa 25 woningen die hiervoor nodig zou zijn. De gestapelde woningen die op deze plaats terug gebouwd konden worden waren door zowel de corporaties als de bewoners minder gewenst dan het behoud van de bestaande eengezinswoningen. Er is daarom door de corporaties afgezien van de mogelijkheid van een doorbraak en in te zetten op het behoud van bijna alle woningen van de Dr. Schaepmanlaan.
Daarnaast is de R.K. Woningbouwvereniging erin geslaagd om openbaar spelen en extra parkeerplaatsen toe te voegen.
Het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP, maart 2001) is een strategisch beleidskader voor de komende 10 jaar op het gebied van mobiliteit, verkeer en vervoer. In het GVVP zijn doelstellingen en beleidskaders opgenomen voor het autoverkeer, de fiets, openbaar vervoer, verkeersveiligheid, flankerend beleid en milieu en is de toekomstige hoofdverkeersstructuur voor Zeist vastgelegd. Met het vaststellen van deze structuur is primair beoogd een oplossing te bieden voor verkeersproblemen. Hierbij zijn vier aandachtsgebieden centraal gesteld: leefbaarheid en veiligheid, bereikbaarheid, natuur en milieu, identiteit en cultuurhistorie.
De gemeente Zeist heeft in september 2011 een nieuw groenstructuurplan voor het bebouwde gebied van de gemeente vastgesteld. Duidelijk is dat het groen in Zeist een bijdrage levert aan cultuurhistorische waarden, natuur- en landschappelijke waarden, gebruiksmogelijkheden, beeldkwaliteit, de gezondheid van de inwoners van Zeist en de fysische kwaliteit van de leefomgeving, de leefbaarheid van buurten en de economische ontwikkeling van de gemeente. De beleidsvisie voor het groen in Zeist gaat uit van onder meer de volgende inhoudelijke beleidslijnen, welke ook van belang zijn voor het plangebied:
Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat de (waardevolle) groenstructuren worden vastgelegd.
Dit milieubeleidsplan heeft tot doel de prettige, gezonde en duurzame leefomgeving van Zeist te behouden en te verbeteren. Het plan 'steunt' op drie pijlers: wonen, leven en werken. De uitdaging en de kansen voor het milieubeleid 2008 - 2011 komen hoofdzakelijk voort uit de volgende vier ontwikkelingen:
Het plan van Woningcorporatie R.K. Woningbouwvereniging levert een bijdrage aan het woningbouwprogramma. Er is afgesproken dat de Omgevingsdienst regio Utrecht contact zal opnemen met de Woningcorporatie R.K. Woningbouwvereniging om naar de mogelijkheden van duurzaam bouwen te kijken Hiervoor zijn inmiddels de eerste verkenningen verricht.
Bouwaanvragen kunnen uitsluitend aan welstandseisen worden getoetst, op grond van criteria zoals die zijn benoemd in de welstandsnota. Op 7 oktober 2008 heeft de gemeenteraad van Zeist de welstandsnota 2008 vastgesteld. Bouwplannen die ter advisering aan de welstandscommissie worden voorgelegd, worden beoordeeld aan de hand van deze welstandsnota. De nota bevat loketcriteria, objectgerichte criteria en gebiedsgerichte criteria. Loketcriteria zijn zo concreet dat een aspirant-bouwer als het ware aan het loket van de gemeente zelf al kan zien of zijn bouwplan daaraan voldoet. Loketcriteria mogen uitsluitend betrekking hebben op de plaatsing, de vorm, de maatvoering, het materiaalgebruik en de kleur van het bouwwerk. De objectgerichte zijn ingedeeld in richtlijnen voor beoordeling van kleine bouwplannen zoals aan- en bijgebouwen, en van specifieke objecten, zoals instellingsterreinen of landgoederen. Ze hebben met elkaar gemeen dat het object, het bouwwerk zelf, bij de toetsing voorop staat. De gebiedsgerichte criteria hebben betrekking op samenhangende stedenbouwkundige en architectonische eigenschappen. Een (historisch) centrum vraagt immers om een andere benadering dan een bedrijventerrein.
Het plangebied 'Dr. Schaepmanlaan' bestaat uit diverse samenhangende deelgebieden waarvoor gebiedsgerichte welstandscriteria zijn opgesteld. Naast algemene criteria wordt er bij bouwwerken getoetst op criteria voor de ruimtelijke structuur, plaatsing, massa en vorm, detaillering, kleur- en materiaalgebruik.
Bij verbouw van gemeentelijke monumenten is een omgevingsvergunning voor een monument (de voormalige monumentenvergunning) noodzakelijk, waarbij een toets van de gemeentelijke monumentencommissie hoort. De erfgoedverordening is daarbij van toepassing. In het bestemmingsplan zijn daarom geen juridische toetsingscriteria verbonden aan de monumentenstatus. Het plangebied omvat geen gemeentelijke monumenten als object (gebouwen) en geen cultuurhistorisch waardevolle structuur als attentiegebied.
Wetgevend kader
Sinds 1 september 2007 kent Nederland de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz). Vanaf de inwerkingtreding van deze (wijzigings)wet zijn gemeenten verplicht rekening te houden met archeologische waarden in het ruimtelijk ordeningsbeleid. De gemeente Zeist heeft een eigen beleidskaart laten vervaardigen. Op deze kaart staan archeologische monumenten en verwachtingszones aangegeven waaraan beleidsregels, zoals oppervlakte- en diepteondergrenzen zijn gekoppeld. Indien een plangebied groter is dan de gestelde ondergrens dient archeologisch onderzoek conform de Archeologische Monumenten Zorg-Cyclus (AMZ-cyclus) te worden uitgevoerd. De archeologische beleidskaart wordt opgenomen in de bestemmingsplannen en voor gebieden met een archeologische waarde of hoge of middelhoge verwachtingswaarde is een dubbelbestemming Waarde Archeologie opgenomen in het bestemmingsplan.
Situatie
De aanleiding voor de bestemmingsplanwijziging is het voornemen om het plangebied Dr. Schaepmanlaan te herstructureren.
Archeologie in het plangebied
Volgens de gemeentelijke archeologische beleidskaart ligt het plangebied binnen een zone met een lage archeologische verwachting op het aantreffen van archeologische resten. Dit betekent dat archeologisch onderzoek dient plaats te vinden bij plangebieden groter dan 10 hectare en bodemingrepen dieper dan 0,3 meter.
In 2004 is een integraal waterplan voor de gemeente Zeist is vastgesteld. Dit plan is een samenwerking tussen gemeente, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Hydron Midden Nederland en provincie Utrecht. Met dit plan wordt beoogd de effectiviteit en efficiëntie van het water(keten)-beheer in Zeist te verhogen. Dit heeft betrekking op zowel waterkwaliteit als waterkwantiteit. Het water in Zeist vervult een belangrijke rol voor de beleving, cultuurhistorie, ecologie en aan- en afvoer van water. De ambitie van het waterplan is om zorgvuldig met water om te gaan. Daarom geldt voor heel Zeist, dat er zuinig moet worden omgegaan met grondwater en oppervlaktewater. De kwaliteit van het grondwater wordt verbeterd door de sanering van bronnen van verontreiniging. Door het zoveel mogelijk vasthouden van regenwater en kwelwater kan de verdroging worden bestreden en kan de inlaat van gebiedsvreemd water zoveel mogelijk worden beperkt. Deze benadering past goed binnen de trits "vasthouden-bergen-afvoeren". Om het gebiedseigen water in Zeist vast te houden wordt waar mogelijk verhard oppervlak afgekoppeld van de riolering en geïnfiltreerd in de bodem. De kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater mag niet verslechteren ten opzichte van de huidige situatie. Verbetering van de waterkwaliteit is een belangrijk doel. Er blijft water van buitenaf nodig voor aanvulling en verversing om waterkwaliteitsproblemen te voorkomen en de beleving te verbeteren. Dit gebiedsvreemde water wordt alleen gebruikt voor stedelijk en agrarisch gebied. Natuurgebieden worden zoveel mogelijk zelfvoorzienend door maximaal gebruik van de aanwezige kwel en het instellen van flexibel peilbeheer om water vast te houden. De schakels in de waterketen worden goed op elkaar afgestemd, waaronder het beheer en onderhoud.
Om dit op de juiste manier te gaan doen komen de hemelwater afvoeren in private bezink bakken uit. Hemelwater zal dan niet meer worden afgevoerd op de riolering.
Keur
De taak van het waterschap is om te zorgen voor een veilig en gezond watersysteem. Volgens de Waterwet gaat het daarbij om drie hoofddoelstellingen:
Om bovenstaande hoofddoelstellingen te kunnen realiseren heeft het waterschap een eigen verordening, die van oudsher de Keur heet. De Keur kent "verboden" en "geboden" voor de manier van inrichten, gebruik en onderhoud van waterkeringen, oevers en wateren. Voor een deel van de verboden activiteiten uit de Keur kan onder voorwaarden vergunning worden verleend.
Wanneer een activiteit onder een verbod van de Keur valt en er geen vrijstelling op rust dan dient een vergunning aangevraagd te worden. Met de Keur hebben we te maken wanneer er (bouw)werkzaamheden uitgevoerd worden aan of op het water of in de buurt van een dijk. Er kunnen vergunningen nodig zijn voor:
Legger
De legger voor wateren en daarin aanwezige kunstwerken bestaat uit leggerkaarten waarop staat wat de belangrijkste watergangen zijn en wie deze watergangen moet onderhouden en een leggerboek waarin per watergang het dwarsprofiel is aangegeven.
De legger voor waterkeringen en de daartoe behorende waterkerende kunstwerken bestaat uit leggerboeken. Daarin wordt inzicht gegeven in de richting, vorm afmeting en constructie van waterkeringen; onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen worden er in vastgelegd. De legger is een belangrijk hulpmiddel bij goed waterbeheer.
De legger is een uitwerking van de onderhoudsverplichtingen uit de Keur, de regelgeving van het waterschap. De legger geeft de geografische begrenzing aan waarop regels van toepassing zijn. Op die manier vormen de legger en keur als twee-eenheid de juridische basis voor ligging, afmeting en het beheer en onderhoud van het watersysteem.
De gemeente Zeist heeft in maart 2011 een afkoppelplan opgesteld. De afkoppelnotitie is opgesteld met het doel om de gemeenteraad in staat te stellen een ambitie te formuleren voor het afkoppelen in de gemeente Zeist. De gemeente Zeist zichzelf de volgende afkoppelambitie gesteld: In Zeist geleidelijk te groeien naar tenminste de landelijk gestelde doelstelling van 20% afkoppeling van het verhard oppervlak.
Om deze doelstelling te bereiken hanteert Zeist de volgende aanpak:
Hierdoor zijn de mogelijkheden voor afkoppelen binnen de gebieden van Zeist die op de Utrechtse Heuvelrug liggen verruimd.
De gemeente Zeist zal zonder aanvullende inspanningen de gestelde ambitie van 20% gaan halen door autonome ontwikkelingen.
Een goed functionerend rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Om een optimaal resultaat te bereiken is het nodig dat de gemeente een integrale beleidsafweging maakt op het terrein van bodem- en waterkwaliteit, gemeentelijke infrastructuur en rioleringszorg. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) geeft aan hoe de gemeente Zeist in de periode 2005 tot en met 2014 invulling geeft aan de zorgplicht die de gemeente heeft voor de doelmatige inzameling en transport van afvalwater. Het GRP beperkt zich tot de rioleringszorg. In navolgende afbeelding zijn de relaties van de riolering met andere watersysteem weergeven.
De riolering moet worden beschouwd vanuit de context van de (afval)waterketen, in relatie tot het (stedelijk) watersysteem, als onlosmakelijk onderdeel van de leefomgeving. De riolering bestaat uit de verzameling van objecten bedoeld voor de inzameling en het transport van afvalwater (inclusief overtollig regenwater), zoals perceel- en kolkaansluitingen, putten en kolken, riolen en overige leidingen, gemalen, zinkers enzovoort.
Het parkeerbeleid in de gemeente Zeist is verwoord in de 'Parkeerbeleidsnota Zeist' (mei 2004). In deze nota zijn verschillende (functionele) gebieden onderscheiden waarop verschillende parkeermodellen zijn toegepast. Voor het plangebied is de volgende functionele gebied van belang: woonwijken/buurten.
Voor de woonwijken/buurten is het leefbaarheidsmodel van toepassing. De belangrijkste uitgangspunten in dit model zijn:
Het handhaven en creëren van een aantrekkelijk en verkeersveilig leef- en verblijfsklimaat staat in de woonwijken centraal. De bereikbaarheid voor bewoners en hun bezoekers heeft hierbij prioriteit. Daarbij wordt opgemerkt dat ook in woongebieden direct rond kantoren/bedrijven, prioriteit wordt gegeven aan de bewoners. De richtlijn is een parkeerdruk (bezettingsgraad van het aantal beschikbare parkeerplaatsen) van maximaal 90%.
In de parkeerbeleidsnota worden parkeernormen gehanteerd die gebaseerd zijn op nieuwe parkeerkencijfers van het CROW. De nieuwe parkeernormen gelden voor nieuwbouw-, uit- en inbreidingsprojecten, alsmede functieveranderingen. De parkeernormen gelden niet voor bestaande situaties.