direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Zeist Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.35102-0003

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De als "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en doeleinden die hierna zijn aangegeven bij de code nadere bestemming of aanduiding die in de betreffende bestemmingsvlakken zijn aangegeven:
    Bestemmingscode + code nadere bestemming   bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Staat vanzijn aangemerkt als:  
    B - 2   categorie 1 of 2  
    B - 3.1   categorie 1, 2 of 3.1  
    B - 3.2   categorie 1, 2, 3.1 of 3.2  
  • b. andere bedrijven, mits het betreft bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die ter plaatse zijn toegestaan krachtens lid 4.1 sub a,
  • c. volumineuze detailhandel, tot een maximale brutovloeroppervlakte van 11.300 m2,
  • d. bestaande zelfstandige kantoren,
  • e. niet-zelfstandige kantoren met een maximale oppervlakte van 30 % van de aanwezige brutovloeroppervlakte op het bouwperceel tot een maximum van 2000 m2,
  • f. bedrijfsspecifieke interne dienstverlening ten dienste van het bestaande bedrijf, waaronder begrepen ontvangst-, presentatie-, instructie- en vergaderaccommodatie " ter plaatse van de aanduiding "facilitaire voorzieningen",
  • g. sportcentrum, ter plaatse van de aanduiding "sportcentrum",
  • h. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen,
  • i. parkeervoorzieningen,
  • j. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen,
  • k. watergangen en waterpartijen, en
  • l. waterhuishouding.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. niet voor bewoning bestemde gebouwen,
  • b. bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", met daarbij behorende bijgebouwen, en
  • c. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.

4.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 4.2.1, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. op een afstand van ten minste 5 m tot wegen met bijbehorende paden en bermen,
    • 2. op een afstand van ten minste 5 m tot één zijdelingse perceelsgrens van de bij de betreffende bedrijfs- of andere vestiging behorende gronden, en
    • 3. binnen een bouwvlak,
  • b. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 75 % bedragen, tenzij het bestaande bebouwingspercentage meer bedraagt;
  • c. de gezamenlijke inhoud van een bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangegeven, behoudens bijgebouwen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
lichtmasten en technische installaties   15 m  
erf- of perceelafscheidingen   3 m  
overkappingen, luifels en overige andere bouwwerken   6 m  
antennemast ten behoeve van telecommunicate   40 m  

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen op gronden met de aanduiding "representatief karakter". ten aanzien van:

  • a. de situering van bouwwerken,
  • b. de kapvorm en dakbeëindiging van gebouwen;
  • c. de vorm en de bouwmassa;
  • d. erafscheidingen en erfinrichtingen
  • e. parkeervoorzieningen.

4.4 Ontheffingen bouwen
4.4.1 Ontheffingen ondergrondse bouwwerken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2, onder a.3, ten behoeve van het bouwen van ondergrondse bouwwerken voor stalling en opslag buiten bebouwingsvlakken.

4.4.2 Ontheffing bouwperceel

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2ten behoeven van het bebouwen van het bouwperceel tot een maximale oppervlakte van 85%.

4.4.3 Ontheffing bouwen perceelsgrens

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2ten behoeven van bouwen op een kortere afstand dan 5 m ten opzichte van één zijdelingse perceelsgrens.

4.4.4 Ontheffing niet zelfstandig kantoor

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2ten behoeve van het bouwen van niet zelfstandige kantoren tot een bebouwingspercentage van 50 % van de brutovloeroppervlakte met een maximum van 2000 m2 indien wordt aangetoond dat het bedrijfseconomisch belang dit vereist, en voldoende parkeerruimte beschikbaar is.

4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Uitgesloten bedrijven

Onder bedrijven als bedoeld in lid 4.1 zijn niet begrepen:

  • a. detailhandelsbedrijven, andere dan de in lid 1 bedoelde,
  • b. bedrijven die krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder,
  • c. bedrijven die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kunnen veroorzaken vanwege risicobronnen die buiten de erfgrens van de bedrijfslocatie waarop die risicobronnen aanwezig zijn, een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar.

4.5.2 Verboden gebruik

Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 26 (Algemene gebruiksregels), is in ieder geval ook het gebruik van gronden als bedoeld in lid 4.1 :

  • a. voor opslag buiten bouwwerken voor gronden die zijn gelegen:
    • 1. binnen een afstand van 5 m tot wegen met bijbehorende paden en bermen,
    • 2. binnen de aanduiding "representatieve karakter";
  • b. onverminderd het bepaalde onder a, voor opslag, buiten bouwwerken voorzover het betreft gronden met de aanduiding "representatief karakter",
  • c. onverminderd het bepaalde onder a en b, voor opslag, buiten bouwwerken, met een vanaf peil gemeten hoogte die meer bedraagt dan de bouwhoogte van het hoogste bij het betreffende bedrijf behorende gebouw, en ieder geval meer dan 10 m.
4.6 Procedure bij ontheffing

Bij de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van een ontheffing wordt de procedure gevolgd, die is vervat in de Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.