direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Zeist Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.35102-0003

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De als "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, die hierna zijn aangegeven:
    bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie:   ter plaatse van de aanduiding:  
    B - 1   categorie 1  
  • b. aannemersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "aannemersbedrijf",
  • c. drukkerij, ter plaatse van de aanduiding "drukkerij",
  • d. garagebedrijf, ter plaatse van de aanduiding "garagebedrijf",
  • e. verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG",
  • f. groothandel, ter plaatse van de aanduiding "groothandel''
  • g. instrument tandtechniek, ter plaatse van de aanduiding "instrument tandtechniek",
  • h. loodgietersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "loodgietersbedrijf",
  • i. opslag en transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "opslag en transportbedrijf "
  • j. verhuisbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "verhuisbedrijf"
  • k. tandtechnisch laboratorium, ter plaatse van de aanduiding "tandtechnisch laboratorium",
  • l. timmerwerkplaats, ter plaatse van de aanduiding "timmerwerkplaats",
  • m. sociale werkplaats, ter plaatse van de aanduiding "sociale werkplaats",
  • n. waterwinbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "waterwinning",
  • o. aan de bedrijfsvoering gerelateerde en ondergeschikte kantoorfuncties,
  • p. wegen met bijbehorende paden en bermen,
  • q. tuinen en groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, en
  • r. waterhuishouding.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. niet voor bewoning bestemde gebouwen,
  • b. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", met daarbij behorende bijgebouwen, en
  • c. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.
3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1 gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag op bij eenzelfde vestiging, instelling of voorziening behorende gronden 100% bedragen, tenzij anders is aangegeven;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen, masten, verkeerstekens, technische installaties   10 m  
erf- of perceelafscheidingen   2 m  
overkappingen, luifels en overige andere bouwwerken   5 m  

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Uitgesloten bedrijven

Onder bedrijven als bedoeld in lid 3.1, zijn niet begrepen:

  • a. detailhandelsbedrijven;
  • b. bedrijven, die krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage,
  • c. bedrijven ter plaatse van de aanduiding "Milieuzone grondwaterbeschermingsgebied", en die in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn voorzien met een indice "B" van bodem.

3.3.2 Verboden gebruik

Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 26 (Algemene gebruiksregels), is in ieder geval ook het gebruik van gronden voor opslag buiten bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "geen opslag".

3.4 Ontheffing van de gebruiksregels
3.4.1 Ontheffing ander soort bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van andere bedrijven, mits deze, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 3.1.

3.4.2 Ontheffing bedrijven binnen grondwaterbeschermingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.3onder c, ten behoeve van bedrijven met de nadere indice "B" van bodem, mits wordt aangetoond dat geen nadelige gevolgen ontstaan voor het grondwaterbeschermingsgebied als bedoeld in artikel 29 "Milieuzone grondwaterbeschermingsgebied .

3.4.3 Procedure bij ontheffing

Bij de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van een ontheffing wordt de procedure gevolgd, die is vervat in de Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.