direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Zeisterweg 53
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.WZ2013bgbzeistw53-ow01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Met het wijzigingsplan Zeisterweg 53 wordt het bestemmingsplan Buitengebied 2010 van de gemeente Woudenberg gewijzigd zodanig dat de oppervlakte van het bouwblok Zeisterweg 53 wordt vergroot en de vorm wordt gewijzigd. Deze wijziging is nodig om de agrarische bedrijfsactiviteiten van de betrokken eigenaar uit te kunnen breiden. Het besluit Huisvesting noodzaakt de eigenaar uit te breiden met emissie-arme stalsystemen.

In de huidige situatie is op Zeisterweg 53 sprake van een zeugenbedrijf met melkkoeien. In de nieuwe situatie zal een deels gesloten houderij ontstaan met een zeugentak en met een vleesvarkens/opfokzeugentak.

afbeelding "i_NL.IMRO.0351.WZ2013bgbzeistw53-ow01_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging wijzigingsgebied

In hoofdstuk 2 wordt beschreven welke wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan Buitengebied 2010 van toepassing zijn. Getoetst wordt of voldaan kan worden aan de voorwaarde voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheden.

Voorts wordt de voorgenomen vormverandering en vergroting getoetst aan de aspecten genoemd in de hoofdstukken 3 en 4.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden toepassing wijzigingsbevoegdheden

Het bouwvlak aan de Zeisterweg 53 (kadastraal bekend als gemeente Woudenberg, sectie H, nummer 946) heeft de bestemming Agrarisch met waarden- landschapswaarden en natuurwaarden met de nadere aanduiding intensieve veehouderij en is gelegen in een verwevingsgebied (aangeduid met de gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone- verwevingsgebied').

Op de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden- landschapswaarden en natuurwaarden zijn, in overeenstemming met artikel 4.1 onder e van het bestemmingsplan Buitengebied 2010, intensieve agrarische bedrijven toegestaan indien ter plaatse van het bouwvlak de aanduiding 'intensieve veehouderij' is opgenomen. Het onderhavige bouwvlak aan de Zeisterweg 53 beschikt over deze aanduiding.

Aan de Zeisterweg 53 ontstaat een deels gesloten varkensbedrijf dat is aan te merken als intensieve veehouderij. Daarnaast is op 2 december 2012 een omgevingsvergunning verleend voor het voeren van een tweetal nevenactiviteiten: een schoonheidssalon en het verhuren van solexen aan toeristen. Gelet op de systematiek van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2010 is het perceel aangeduid als een intensieve veehouderij en zijn voor de uitbreiding en vormverandering van het bouwvlak de artikelen 4.7.3 (Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een intensieve veehouderij) en 33.2.1 (Vergroting bouwvlak intensieve veehouderij) van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 Woudenberg van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0351.WZ2013bgbzeistw53-ow01_0002.png"

Figuur 2 Gewenste situatie

De relevante voorwaarden uit deze wijzigingsbevoegdheden zijn:


A/ Er is sprake van een volwaardig agrarisch bedrijf en vormverandering is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens toepassing te geven aan de wijzigingsbevoegdheid vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;

B/ Het bedrijf is gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone-verwevinggebied' of de aanduiding 'reconstructiewetzone-landbouwontwikkelingsgebied';

C/ De oppervlakte van het bestaande bouwvlak ten tijde van de vaststelling van het reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht Oost ter plaatse van de aanduiding "reconstructiewetzone-verwevingsgebied' mag ten hoogste eenmaal met 30% worden vergroot tot een maximum van 2 hectare; alvorens toepassing te geven aan de wijzigingsbevoegdheid vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de reconstructiecommissie Gelderse Vallei/Utrecht-Oost; de reconstructie-commissie heeft op ?-12-2012 een positief advies uitgebracht (bijlage 10)

D/ Er is geen sprake van een onevenredige aantasting van de waterhuishouding en- kwaliteit ter plaatse;

E/ Wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de landschapsstructuur en de voorkomende natuurwaarden;


F/ 1. Wijziging wordt slechts toegepast indien:

  • voorzien wordt in een goede landschappelijke inpassing, afgestemd op de kenmerken van de omgeving; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige:
  • zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst:
  • een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.


2. Wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

2.1 Toetsing wijzigingsvoorwaarden

In deze paragraaf wordt het initiatief om het bouwvlak Zeisterweg 53 uit te breiden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de twee wijzigingsbevoegdheden.

Verwevingsgebied, intensieve veehouderij.

De uitbreiding van een bouwvlak waarop een intensieve veehouderij is of wordt gevestigd is uitsluitend toegestaan in de gebieden die zijn aangeduid als verwevingsgebied of landbouwontwikkelingsgebied. Het bouwvlak Zeisterweg 53 is in een verwevingsgebied gelegen waarmee voldaan wordt aan deze voorwaarde.

Maximaal oppervlakte bouwvlak:

De oppervlakte van het bouwvlak bedraagt in de huidige situatie 7857 m2. Er worden nieuwe sleufsilo's en een nieuwe opfokzeugenstal gebouwd, de uitbreiding is 3051 m². De maximale uitbreiding in het bestemmingsplan is 30% * 7817 m² = 2357 m²

Doordat aan de voorzijde van het huidige bouwblok een deel ligt wat erg onlogisch is, wordt hier ± 743 m² van het bouwblok geschrapt en naar de achterzijde van het bouwvlak verplaatst. Daardoor wordt 2357 + 743 = 3100 m² vergroting aangevraagd. Het totale bouwblok komt dan op 10214 m². Hier zitten ook straatwerk en loze ruimtes tussen de stallen.

Volwaardigheid en doelmatige bedrijfsvoering

De bedrijfsomvang van agrarische bedrijven wordt uitgedrukt in nge (nge staat voor Nederlandse Grootte Eenheden en is een maatstaf voor de economische omvang van een agrarisch bedrijf; door het hanteren van een dergelijke maatstaf wordt het mogelijk verschillende agrarische sectoren of verschillende takken binnen één agrarisch bedrijf met elkaar te vergelijken). Tot een omvang van 32 nge wordt gesproken van een klein bedrijf. De categorie van 32 tot 50 nge zal alle zeilen moeten bijzetten om volwaardig te worden, de categorie 50 tot 70 nge zal moeten investeren om volwaardig te blijven. Streefwaarde voor een volwaardig hoofdberoepsbedrijf is tenminste 70 nge.

In de huidige situatie heeft het bedrijf aan de Zeisterweg 53 een omvang van circa 84,6 nge (190 zeugen, 200 opfokzeugen, 670 gespeende biggen, 14 melkkoeien en 17 jongvee) berekening van aantal nge' s op basis van KWIN 2011-2012. De gevraagde verruiming van het bouwvlak Zeisterweg 53 is gebaseerd op een (doorgroei naar een) bedrijfsomvang van 361 zeugen, 1368 gespeende biggen en 1440 opfokzeugen. Omvang circa 181 nge; bron KWIN 2011-2012. Zowel in de huidige als in de toekomstige situatie is sprake van een volwaardig agrarisch bedrijf.

De bedrijfsuitbreiding wordt begeleid door een gespecialiseerd, professioneel adviesbureau AgruniekRijnvallei Adviesdienst, waarbij gedurende het uitbreidingstraject financiële (rentabiliteit) en praktische zaken (indeling perceel) zijn meegewogen. De voorgestelde omvang van bebouwing en bouwvlak staat in verhouding tot de aantallen te houden dieren en is noodzakelijk om op een verantwoorde en doelmatige wijze het bedrijf te exploiteren.

Met betrekking tot volwaardigheid en noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering is een advies van een agrarisch deskundige nodig. De Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen heeft op 27-11-2012 (brief met kenmerk OPR016; zie bijlage 1) een positief advies gegeven en geconcludeerd dat de gevraagde uitbreiding en vormverandering van het bouwvlak noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.

Waterhuishouding en waterkwaliteit

De uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten heeft tot gevolg dat het verhard oppervlakte aan de Zeisterweg 53 toeneemt met tenminste 3.890 m2 (circa 2.390 m2  voor de stallen en circa 1.500 m2 voor erfverharding, sleufsilo's). Het gebied in de omgeving van de Zeisterweg is relatief nat. De toename van bebouwing en verharding zal leiden tot een versnelde afvoer van hemelwater op de omringende sloten.

De conclusie is dat de beoogde vergroting en vormverandering van het bouwvlak niet leidt tot een onevenredige aantasting van de waterhuishouding en waterkwaliteit.

Met betrekking tot de gevolgen voor de waterhuishouding en waterkwaliteit is het advies van de waterbeheerder nodig. Per mailbericht van 26-10-2012 heeft Waterschap Vallei & Eem aangegeven akkoord te zijn met de plannen. (bijlage 2).

Landschapsstructuur

De vergroting van het bouwblok Zeisterweg 53 mag de landschapsstructuur ter plaatse niet onevenredig aantasten. In het bestemmingsplan Buitengebied 2010 zijn de gronden in de omgeving van Zeisterweg aangemerkt als Agrarisch; met landschaps- en natuurwaarden. Ter plaatse van Zeisterweg 53 is al sprake van bebouwing; de uitbreiding van het bouwvlak en de bebouwing vindt plaats in Oostelijke richting, met de huidige bebouwing mee.

Het bouwvlak blijft redelijk compact.; indiener zit gebonden aan de huidige breedte van het perceel.De bebouwing op het bouwvlak zal worden voorzien van een landschappelijke inpassing. Er is, gelet op de omgeving, de situering van het bouwvlak en de (aan te leggen) landschappelijke inpassing, geen sprake van een onevenredige aantasting van de landschapsstructuur. Met betrekking tot de mogelijke aantasting van de landschapsstructuur is het advies van een landschapsdeskundige nodig.

De analyse van de landschapsstructuur en beoordeling van het initiatief op dit criterium is uitgevoerd door een landschapsarchitect, Landscape Studio uit Eemnes. De conclusie is dat het initiatief niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschapsstructuur. Zie bijlage 3

Gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen

In de onmiddellijke nabijheid van het perceel Zeisterweg 53 zijn werkplaatsen gelegen, behorende bij Zeisterweg 55. Deze moeten als geurgevoelig object worden beoordeeld. Daarnaast zijn de burgerwoningen nr. 55 en 41 meegenomen in de beoordeling.

Voor het bedrijf is een “V-stacks” berekening gemaakt, uitgaande van de nieuwe situatie met een chemische of biologische combi luchtwasser, de omliggende woningen en werkplaatsen, aangemerkt als burgerwoningen.

Uit de berekening blijkt dat het bedrijf Zeisterweg 53 in de nieuwe situatie geen belemmeringen ondervindt van de omliggende woningen en dat ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden.

Zie voor de “V-stacks” berekenng bijlage 4.

Landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst

De initiatiefnemer is overtuigd van de noodzaak om het bedrijf landschappelijk in te passen. Gelet op de aanwezige lijnvormige beplantingselementen in het gebied ligt het voor de hand te kiezen voor lange lijnvormige beplantingselementen (streekeigen beplanting: rijen knotelzen), die zijn gekoppeld aan het slotenpatroon, de kavelranden en/of de ontsluiting.

Het plan voor landschappelijke inpassing is opgesteld in samenspraak met de landschaps-coördinator van de gemeente Woudenberg en aangevuld door Landscape Studio.

Gekozen is voor handhaven knotbomen met bijbehorend beheer daar waar doorzichten mogelijk blijven. Voor de kavel begrenzende beplanting langs de nieuwe opfokzeugenstal is gekozen voor een elzensingel met bijmengen van meidoorn. Ook bij de overige stallen wordt dat beeld van elzensingel doorgevoerd. De elzensingel kan zich als scherm naast de stal ontwikkelen en de knotessen en knotwilgen accentueren het cultuurhistorische beeld. Gelet op de beschikbare breedtes tussen stal en sloot is gekozen voor de elzensingel en geen bijmenging van boomvormen zoals es.Tevens wordt een eik (bestaand) ter onderbreking van de gevellengte van de stal gehandhaafd.

Met betrekking tot de landschappelijke inpassing is het advies van een landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige nodig. Een beoordeling van het aangepaste plan voor landschappelijke inpassing is uitgevoerd door landschapsarchitect Landscape Studio uit Eemnes. De conclusie is dat met het inpassingsplan voldaan wordt aan een goede landschappelijke inpassing.

Landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst zijn belangrijke voorwaarden voor het gemeentebestuur om medewerking te kunnen verlenen aan de ontwikkeling van het perceel Zeisterweg 53. Met de initiatiefnemer zijn hierover bindende afspraken gemaakt (anterieure overeenkomst).

Hoofdstuk 3 Archeologische waarden

Het perceel Zeisterweg 53 heeft conform het bestemmingsplan de bestemming Archeologie 3. Dit komt overeen met een middelhoge archeologische verwachting. Het is niet noodzakelijk voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid, uitgebreid onderzoek te doen naar de archeologische waarden; deze toets moet bij de verlening van de omgevingsvergunning voor bouwen worden uitgevoerd.


Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning voor bouwen zal archeologisch onderzoek aan moeten tonen of er waarden aanwezig zijn. Bouwen ten behoeve van het agrarisch bedrijf is alleen toegestaan indien de archeologische waarden niet worden geschaad of, met het verbinden van regels aan de omgevingsvergunning, schade kan worden voorkomen.
Voorts kunnen een aantal werken en werkzaamheden, zoals het uitvoeren van grondbewerkingen en het uitvoeren van heiwerkzaamheden, niet worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Werken en werkzaamheden ten behoeve van een omgevingsvergunning voor bouwen, zijn van deze vergunningplicht uitgezonderd.

Initiatiefnemers hebben Transect (archeologie, erfgoed, ruimte) opdracht verleend archeologisch onderzoek te doen. Transect heeft een archeologisch bureauonderzoek en ter plekke, een inventariserend veld-onderzoek, verkennende fase, uitgevoerd. Het rapport is bijgevoegd als bijlage 5.

Tijdens het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied aan de westrand van de Gelderse Vallei is gelegen aan de voet van de stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug. Dergelijke landschappelijke overgangszones vormden in het verleden en ook in het heden, aantrekkelijke nederzettingslocaties. De ondiepe ondergrond bestaat uit afspoelingsafzettingen. Hierop zijn ter verbetering van de bodemvruchtbaarheid en geohydrologische eigenschappen vanaf de late middeleeuwen enkeerdgronden aangelegd.

Concluderend heeft het onderzoek aangetoond, dat het plangebied een lage archeologische verwachting heeft op nederzettingsresten uit het Mesolithicum en het Neolithicum. Het plangebied heeft vanaf het Holoceen deel uitgemaakt van een beekdal. Kenmerkend hiervoor is de aangetroffen beekeerdgrond, het sterk gereduceerde en (matig)-slecht gesorteerde zand, de lemige c.q. kleihoudende top van het zand en het voorkomen van ijzervlekken tot hoog in het profiel (tot praktisch in de bouwvoor). Het gebied was dus te nat voor bewoning. Daarnaast is de bodem in het plangebied voor ten minste tweederde verstoord (boringen 1,2 en 3). Hiermee is ook de kans op intacte off-site fenomenen, zoals rituele deposities gering.


Advies en aanbevelingen

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd.

Hoofdstuk 4 Overige toetsingsaspecten

In aanvulling op hoofdstuk 2 wordt de vestiging van een agrarisch bedrijf met een intensieve veehouderijtak en de daarmee gepaard gaande uitbreiding en vormverandering van het bouwvlak getoetst aan de volgende aspecten.

Gevolgen voor ecologische waarden


Flora en faunatoets

De bescherming van planten- en diersoorten is geregeld in de Flora- en faunawet. Deze Flora- en faunawet kent geen afstemmingsbepalingen met de Wet ruimtelijke ordening. Dit neemt niet weg dat er een belangrijke samenhang bestaat tussen ruimtelijke besluiten en de door de Flora- en faunawet beoogde bescherming van soorten.

De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van twee schuren en het aanbrengen van verharding op gronden die momenteel nog grasland zijn.


Natuurwaarden in het plangebied

Op grond van algemene kennis van het gebied en een veldbezoek worden de volgende conclusies gesteld ten aanzien van beschermde natuurwaarden in het plangebied. In de intensief gebruikte graslanden komen geen broedvogels voor of andere beschermde natuurwaarden. Langs de randen en slootkanten kunnen algemene zoogdieren voorkomen, zoals mol en woelmuizen. De sloten bevatten in de zomerperiode veelal geen water en zijn daarom ongeschikt als leef-gebied / voortplantingswater voor amfibieën.

De beplanting is geschikt als nestplaats voor struweelbroeders (zoals braamsluiper) en soms ook voor holenbroeders (zoals koolmees). Er zijn geen resten van broedvogels met een vaste nestplaats. Er is geen steenuil aanwezig op het huidige erf.


Beoordeling effect

De werkzaamheden kunnen leiden tot het verstoren van broedvogels en de aanwezige zoog-dieren. Deze zoogdieren staan vermeld op tabel 1 van de Flora- en faunawet, voor deze soorten geldt een vrijstelling. Broedvogels mogen niet verstoord worden. Dit kan door de werkzaamheden op te starten voor het broedseizoen.Het toekomstig gebruik van het plangebied zal niet leiden tot verstoring van beschermde natuurwaarden in de omgeving. In de huidige situatie wordt het gebied al intensief gebruikt.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde ontwikkeling geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden volgens de principes van zorgvuldig handelen en mogen broedvogels niet verstoord worden.


Toets Natuurbeschermingswet

Het perceel Zeisterweg 53 is in de nabijheid gelegen van enkele Natura 2000-gebieden (Groot Zandbrink, Kolland & Overlangbroek en beschermde natuurgebieden (De School-steegse bosjes).

afbeelding "i_NL.IMRO.0351.WZ2013bgbzeistw53-ow01_0003.png" Figuur 3.1 Ligging ten opzichte van Natura – 2000.

afbeelding "i_NL.IMRO.0351.WZ2013bgbzeistw53-ow01_0004.png" Figuur 3.2 Ligging ten opzichte van beschermde natuurmonumenten

Vooruitlopend op de wijzigingsplanprocedure en aanvraag omgevingsvergunning is er in het kader van de 'Verordening veehouderij, stikstof en Natura 2000' van de provincie Utrecht en in het kader van de 'Beleidsregel veehouderij, stikstof en beschermde natuurmonumenten Provincie Utrecht 2012' een meldingsformulier gestuurd naar het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht.

Op 16 augustus 2012 heeft de provincie Utrecht een besluit genomen. Op basis van de gemende wijziging van het veehouderijbedrijf behoeft niet gesaldeerd te worden omdat er geen toename is van ammoniakemissie boven het zogenaamde gecorrigeerde emissieplafond en als gevolg daarvan geen toename plaatsvindt van de stikstofdepositie op stikstof gevoelige habitattypen.

Bodemkwaliteit

Op de locatie Zeisterweg 53 worden stallen gebouwd voor het houden van dieren. In de gemeentelijke bouwverordening zijn voorschriften opgenomen die moeten voorkomen dat bouwwerken gerealiseerd worden op verontreinigde bodems.

Overeenkomstig artikel 8 lid 3 onder a van de Woningwet zijn deze voorschriften uitsluitend van toepassing op bouwwerken waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven. Voor het realiseren van de stallen of andere agrarische bedrijfsgebouwen gelden deze voorschriften niet en is een bodemonderzoek derhalve niet noodzakelijk.

Overige milieuaspecten

Externe veiligheid

In de nabijheid van het perceel Zeisterweg 53 zijn geen bedrijven of spoorwegen gelegen die een veiligheidsrisico vormen. Voor een uitgebreide toelichting op het aspect externe veiligheid wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied 2010. Op het perceel Zeisterweg 53 worden geen voorzieningen aangelegd (zoals bijv. een grote propaanopslag) die een verhoogd veiligheidsrisico voor omwonenden tot gevolg hebben.

Luchtkwaliteit

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij de beoordeling van het wijzigings-plan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet luchtkwaliteit (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk in het bijzonder de grenswaarden voor fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stof is in tabel 4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4: Grenswaarden fijnstof

Stof   toetsing van   grenswaarde  
Fijnstof (PM¹º)   Jaargemiddelde concentratie   40 ug/m³  
  24 - uurgemiddelde   Max. 35 keer per jr.  
  concentratie   Meer dan 50 ug / m³  

Op grond van art. 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een wijzigingsplan voor een intensieve veehouderij) uitoefenen indien:

  • de ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden;
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die ontwikkeling per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft;
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert;
  • de ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdrage aan de concentratie in de buitenlucht;
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden.

Het wijzigingsplan voorziet in de uitbreiding van de zeugenhouderij en het oprichten van een opfokzeugenstal; op het perceel Zeisterweg 53. Deze ontwikkelingen hebbe gevolgen voor de luchtkwaliteit. Intensieve veehouderijen vormen een bron voor de verspreiding van fijnstof. Voorts zal naar verwachting het aantal verkeersbewegingen toenemen (meer een- en afvoer van grondstoffen, agrarische producten en dieren).

Voor het bedrijf is een berekening gemaakt met het programma 1SL3a, rekenhart 20 augustus 2012. De hoogste concentratie van 23,95 microgrammen /m³ blijven ver onder de norm van 50 microgram. Tevens is het aantal overschrijdingen maximaal 13,3, terwijl de norm 35 dagen is, excl. Zeezoutcorrectie.

Uitvoerbaarheid

Het is aannemelijk dat de initiatiefnemer de bedrijfsontwikkeling op de locatie Zeisterweg 53 kunnen dragen en de economische uitvoerbaarheid gewaarborgd is. De Rabobank Woudenberg – Lunteren heeft de begroting goedgekeurd. Met de initiatiefnemers zullen afspraken gemaakt worden over de vergoeding van eventuele planschade.

Hoofdstuk 5 Conclusie

Op basis van wat in de voorgaande hoofdstukken is beschreven, is de conclusie dat de vergroting en vormverandering van het bouwvlak aan de Zeisterweg 53 voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en dat aan de voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheden wordt voldaan.