Plan: | Wijzigingsplan Davelaar 6 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0351.WZ2011bgbdavelaar6-vg01 |
Het perceel Davelaar 6 is bestemd tot Waarde - Archeologie - 2 omdat er hoge verwachtingen zijn met betrekking tot de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem.
Het is niet noodzakelijk voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid uitgebreid onderzoek te doen naar de archeologische waarden; deze toets moet bij de verlening van de omgevingsvergunning voor bouwen worden uitgevoerd.
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning voor bouwen zal archeologisch onderzoek aan moeten tonen of er waarden aanwezig zijn. Bouwen ten behoeve van het agrarische bedrijf is alleen toegestaan indien de archeologische waarden niet worden geschaad of, met het verbinden van regels aan de omgevingsvergunning, schade kan worden voorkomen.
Voorts kunnen een aantal werken en werkzaamheden zoals het uitvoeren van grondbewerkingen en het uitvoeren van heiwerkzaamheden niet worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Werken en werkzaamheden ten behoeve van een omgevingsvergunning voor bouwen zijn van deze vergunningplicht uitgezonderd.
Initiatiefnemers hebben IDDS Archeologie opdracht verleend archeologisch onderzoek te doen. IDDS Archeologie heeft een archeologisch bureauonderzoek en ter plekke, een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, uitgevoerd.
Tijdens het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied in de Gelderse Vallei is gelegen. De Gelderse Vallei is een glaciaal bekken dat in de voorlaatste ijstijd is ontstaan onder invloed van het landijs. Het bekken is sinds die tijd opgevuld geraakt met sedimenten, waarvan de bovenste sedimenten bestaan uit een 10 tot 20 cm dik pakket dekzand. De afwatering in de Gelderse Vallei is slecht en de vallei overstroomde regelmatig waardoor dit altijd een vochtig gebied is geweest. Tot in de Vroege Middeleeuwen waren er grote broekveenbossen aanwezig. In de Late Middeleeuwen is het veen afgegraven. Door de natte ligging was dit gebied bij uitstek geschikt voor de aanleg van een waterlinie en vanaf de Tachtigjarige Oorlog is hier de Grebbelinie aangelegd. In de Tweede Wereldoorlog is de Grebbelinie uitgebreid en zijn ook in het plangebied verdedigingswerken aangelegd.
De hoge verwachtingen voor resten uit de Tweede Wereldoorlog en de lage verwachtingen voor alle andere periodes is tijdens het veldonderzoek bevestigd. De boringen hebben aangetoond dat in het plangebied beekeerdgronden aanwezig zijn die onder vochtige omstandigheden zijn ontstaan. Door de vochtige situatie zal het plangebied tot in de 20e eeuw niet bewoonbaar zijn geweest. De bodem is onverstoord waardoor sporen uit de Tweede Wereldoorlog nog intact aanwezig kunnen zijn. Deze sporen kunnen alleen worden opgespoord middels een gravend onderzoek zoals een proefsleuvenonderzoek. De wenselijkheid van verdergaand onderzoek zal bij de procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen aan de orde komen.