direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden
Plan: Buitengebied 2013 (herziening)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.HZ2012bgbdivers-vg02

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven met uitzondering van fruitteelt, sierteelt, bollenteelt en paardenhouderijen;
  • b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van het waterhuishoudkundig systeem;
  • c. het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapsstructuur;
  • d. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de voorkomende natuurwaarden;

en tevens voor:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een terrein en/of gebouw voor opslag;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf' en in afwijking van de aanhef: uitsluitend : een agrarisch hobbybedrijf, daaronder begrepen de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - buitenopslag fouragehandel': tevens buitenopslag ten behoeve van een fouragehandel;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtopslag': een houtopslagloods;

alsmede voor:

  • j. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • k. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals, wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
  • l. beweiding door paarden waaronder recreatie- en hobbypaarden.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Bedrijfsbebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak

4.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. per bouwvlak mag één woning, inclusief aan- en uitbouwen, worden gebouwd, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander maximaal aantal wooneenheden is aangegeven, waarbij het aantal wooneenheden het aantal woningen aangeeft;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van een bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtopslag' geen bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' bedraagt de inhoud van de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen maximaal 400 m³ ;
  • d. de inhoud van overige bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 600 m³;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 m en de bouwhoogte maximaal 10 m;
  • f. de maximale oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bedraagt 80 m² per bedrijfswoning, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte (m²)' anders is bepaald;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 6 m.

4.2.3 Buiten het bouwvlak
4.3 Ontheffing van de bouwregels
4.3.1 Vergroten mestopslag binnen het bouwvlak

4.3.2 Vergroten bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2 onder c en d voor het vergroten van de inhoudsmaat van een bedrijfswoning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de vergroting mag maximaal 25% van de inhoud van de bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) op het moment van inwerkingtreding van de herziening bedragen tot maximaal 800 m³ inclusief aan- en uitbouwen;
  • b. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. het ontwerp van de woning sluit goed aan bij het karakter van het buitengebied en de omgeving;
  • d. de woning wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • e. de maatvoeringseisen voor woningen worden in acht genomen;
  • f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.3.3 Mestopslag en silo's buiten het bouwvlak

4.3.4 Ontheffing buitenrijbaan

4.3.5 Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak
4.4 Gebruiksregels
4.5 Ontheffing van de gebruiksregels
4.5.1 Ontheffing ten behoeve van mantelzorg

4.5.2 Twee bedrijfshoofden

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gebruik van de bestaande bedrijfswoning ten behoeve van de huisvesting van het huishouden van een tweede bedrijfshoofd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
  • b. het agrarisch bedrijf biedt naar omvang en aard van de bedrijfsactiviteiten duurzaam aan twee volwaardige arbeidskrachten een volledige of nagenoeg volledige dagtaak;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.5.3 Huisvesting van tijdelijke werknemers

4.5.4 Plattelandswoning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van het gebruik van een bedrijfswoning voor bewoning door personen die niet voldoen aan het bepaalde in lid 1.22, met inachtneming van het volgende:

  • a. afwijking wordt slechts verleend ter plaatse van percelen waarop krachtens het plan een woning is toegestaan die ook feitelijk aanwezig is;
  • b. afwijking wordt slechts verleend indien op het bouwvlak sprake is van een agrarisch bedrijf;
  • c. in samenhang met de afwijking voor het gebruik is bouwen toegestaan mits in overeenstemming met het bepaalde in lid 4.2;
  • d. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.6 Aanlegvergunning
4.6.1 Aanlegverbod

4.6.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

4.6.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

4.6.4 Advisering over de aanlegvergunning

4.6.5 Strafbepaling
4.7 Wijzigingsbevoegdheden
4.7.1 Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf

4.7.2 Vergroting bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf

4.7.3 Vormverandering bouwvlak ten behoeve van een intensieve veehouderij

4.7.4 Vergroting bouwvlak ten behoeve van dierenwelzijn

4.7.5 Wijziging bestemming Agrarisch naar Natuur

4.7.6 Wijziging bestemming Agrarisch met waarden naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' wijzigen in de bestemming Wonen met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' en/of in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden zonder aanduiding of bouwvlak en in combinatie daarmee tevens lid 32.2 onder a wijzigen , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. aangetoond moet zijn dat het agrarisch bedrijf is beëindigd en voortzetting van het agrarisch gebruik niet reëel is;
  • b. de gronden zijn niet gelegen op een sterlocatie;
  • c. de wijziging in de bestemming Wonen omvat ten hoogste de bestaande bebouwing en het daarbij behorende erf binnen het bouwvlak;
  • d. de wijziging in de bestemming Wonen omvat in elk geval alle woonruimten binnen het betreffende bouwvlak, waarbij het aantal woningen binnen het bouwvlak niet mag worden vergroot;
  • e. bij wijziging van de gronden met de aanduiding 'zonder bedrijfswoning uitgesloten' mag ten hoogste één woning worden gebouwd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van de bebouwing, die als bijgebouwen bij de woning kunnen, en gezien de maximale oppervlaktebepalingen, mogen worden aangemerkt;
  • f. de oppervlakte van de te slopen bedrijfsbebouwing als bedoeld onder e bedraagt ten minste 1.000 m², met inachtneming van hetgeen onder g is bepaald;
  • g. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
  • h. het resterende deel van de gronden wordt gewijzigd in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden zonder aanduiding of bouwvlak;
  • i. bij wijziging van de gronden zonder de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' mag ten hoogste het aantal bestaande woningen worden gebouwd/gehandhaafd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van bebouwing tot maximaal 200 m² per woning, die als bijgebouwen bij de woning worden aangemerkt, met inachtneming van hetgeen onder g is bepaald; wijziging van lid 32.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder e en f, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
  • j. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.7.7 Wijziging voor verwijdering van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbybedrijf'