Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Stationsweg Oost 195
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0351.BP2012statwego195-vg01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen, daaronder begrepen de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
alsmede voor:
  1. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, paden, parkeervoorzieningen en groenelementen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende voorwaarden:
  1. per bouwvlak mag één woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, worden gebouwd;
  2. de woningen mogen enkel binnen een bouwvlak gebouwd worden;
  3. de woning mag uit maximaal 2 bouwlagen bestaan;
  4. de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan aangeduid; 
  5. de goothoogte van woningen bedraagt maximaal 6 meter en de bouwhoogte maximaal 10 meter;
  6. de dakhelling van  woningen mag niet minder bedragen dan 25º en niet meer bedragen dan 60º;
  7. in afwijking van het bepaalde onder a mogen bijbehorende bouwwerken, overkappingen, erf - en terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tevens buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  8. de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt 80 m²
    per woning;
  9. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter;
  10. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt 3 meter;
  11. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn van de woning bedraagt 1 meter;
  12. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen achter de voorgevellijn van de woning bedraagt 2 meter.
 

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1 Het vergroten van de oppervlakte van bijbehorende gebouwen

 Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 sub h  voor het vergroten van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. er is sprake van de sloop van gebouwen die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
  2. ten hoogste 50% van de gesloopte bebouwing mag als het meerdere van 80 m² aan bijgebouw(en) worden teruggebouwd, tot een totaal aan bijgebouwen van maximaal 200 m²;
  3. indien toepassing is gegeven aan het bepaalde onder b wordt geen gebruik gemaakt van lid 7.2.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. de oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de betrokken woning inclusief de bijbehorende bouwwerken;
  2. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan indien deze activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner;
  3. uitsluitend ten behoeve van de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is beperkte verkoop van artikelen toegestaan;
  4. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed & breakfast per woning is niet toegestaan;
  5. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijbehorend bouwwerk;
  6. het gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  7. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan. 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.5.1 afwijken ten behoeve van mantelzorg

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.4 sub f voor het bieden van mantelzorg in een bijgebouw of een tijdelijke unit, met in achtneming van het volgende:
  1. afwijken is slechts mogelijk ter plaatse van een bouwperceel waarop krachtens het plan een woning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is;
  2. afwijken is slechts mogelijk indien sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  3. afwijken is slechts mogelijk als een zorgindicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt overgelegd voor Awbz-zorg thuis;
  4. uit de indicatie van het CIZ moet blijken dat sprake is van mantelzorg voor minimaal zes maanden;
  5. de indicatie moet na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan zijn afgegeven voor minimaal zes maanden en geldig zijn op het moment van de aanvraag om bouwvergunning;
  6. de oppervlakte in gebruik voor mantelzorg bedraagt maximaal 80 m²;
  7. indien sprake is van een tijdelijke unit dient deze te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    1. een tijdelijke unit wordt geplaatst aan de achterzijde of zijgevel van de bestaande woning, waarbij plaatsing aan de zijgevel slechts is toegestaan als de afstand tot de voorgevelrooilijn ten minste 3 meter bedraagt;
    2. de afstand van een tijdelijke unit tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen bedraagt ten minste 2 meter;
  8. afwijken leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  9. afwijken is mogelijk voor de duur van de periode waarin mantelzorg wordt geboden.