Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Industrielaan 24
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0345.Industrieln24-oh01

4.2 Stedenbouwkundig kader

Voor de herontwikkeling van de locatie "De Shelter" dient, op een hoog schaalniveau, ingespeeld te worden op de ruimtelijke verantwoording van een poort naar de stad. Daarnaast dient op een lager schaalniveau aangesloten te worden bij de gedachte van de stadsboulevard, begeleid door een stedelijke wand van 4 à 5 bouwlagen met accenten van 8 lagen. Programmatisch is de locatie bedoeld voor het samenbrengen van een aantal maatschappelijke functies die niet in een woongebied passen, maar ook niet op een bedrijventerrein thuis horen.
Voorgesteld wordt om de locatie te herontwikkelen naar een woonzorgfunctie gecombineerd met maatschappelijke-, zorggerelateerde- en zorggerelateerde commerciële dienstverlening, geen detailhandel zijnde. Daarmee wordt op een passende wijze aangesloten bij de naastgelegen ontwikkeling van het medisch centrum Veenendaal en wordt een goede ruimtelijke en functionele overgang gemaakt met het naastgelegen bedrijventerrein.
 
Om stedenbouwkundig goed aan te sluiten wordt ruimtelijk (maar ook functioneel) aangesloten bij de naastgelegen herontwikkeling van het medisch centrum Veenendaal. Daarmee worden de rooilijnen, zowel van die van de Industrielaan als van de Laan der Techniek gerespecteerd. Bovendien wordt de naastgelegen hoofdmassa van het medisch centrum, bestaande uit een plint en drie bouwlagen, in zijn hoofdopzet voortgezet.
 
Om de ruimte van de locatie optimaal te benutten wordt gebruik gemaakt van een tweede maaiveld. De plint, zowel aan de Industrielaan als aan de Laan der techniek, bestaat uit één bouwlaag en huisvest representatieve functies, waarmee de locatie zich aan beide wegen presenteert. Direct achter de plint wordt geparkeerd op maaiveld. Het parkeren is toegankelijk vanaf de Laan der Techniek waar ook geparkeerd kan worden.
 
Om te voldoen aan de gewenste functie van poort of baken aan de Industrielaan, en om het beginpunt van de boulevard te benadrukken, wordt voorgesteld om een stedenbouwkundig accent te realiseren dat deze functie waar kan maken. Een architectonisch accent van 8 bouwlagen op een plint. Een dergelijk bijzonder architectonische uitwerking is zeker gewenst om juist de functie van poort/baken en de beëindiging/aanzet van de stedelijke wand langs de Industrielaan te benadrukken.
 
Bij de stedenbouwkundige uitwerking is op basis van eerdere studie een voorkeursmodel nader uitgewerkt, daarbij zijn de inzichten van de stedenbouwkundige van de gemeente verwerkt. Dit model bestaat uit een samengesteld volume op een plint dat min of meer een gesloten wand vormt langs de Laan der Techniek.
 
Voorkeursmodel
Dit model gaat uit van een deels gebouwde plint met parkeren op maaiveld. Door middel van een dek wordt een tweede maaiveld voorgesteld dat als kwalitatieve woon/leeflaag kan functioneren. Op dit dek wordt met een drietal geschakelde volumes, van verschillende hoogtes, een gebouwde wand gecreëerd naar de Laan der Techniek toe. Zo ontstaat een duidelijke visuele en functionele afschermende werking.
Het volume op de hoek van de Industrielaan/Laan der Techniek en het overgrote deel aan de Laan der Techniek huisvest een intramurale zorgvoorziening, welke een directe relatie heeft met de functies in de ondergelegen plint. De woonzorgwoningen aan de Industrielaan zijn op de bovenste bouwlagen gesitueerd en noord-zuid georiënteerd, de zorgwoningen aan de Laan der Techniek liggen met name op het westen. Door hier de galerijontsluiting aan de oostzijde voor te stellen ontstaat een goede functionele overgang naar de bestaande bedrijven waardoor er geen directe zichtrelatie is en eventuele hinder afgeschermd kan worden. De westelijk gelegen geluidluwe buitenruimte, op het tweede maaiveld, vormt daarbij een aantrekkelijke ruimte die een goede woonkwaliteit te bieden heeft. Het zuidelijk gelegen volume huisvest maatschappelijke-, zorggerelateerde- en zorggerelateerde commerciële dienstverlening, geen detailhandel zijnde, die worden doorgezet naar de begane grond (commerciële plint). Dit volume schermt ook hier het zicht af (en eventuele milieuaspecten) op de ten zuiden gelegen bedrijven.
De volgende afbeelding toont het voorkeursmodel.
 
Voorkeursmodel "The Shelter"
 
Programma
Voor het model geldt een te bebouwen oppervlak (footprint) van ca. 2.932 m2. Binnen deze footprint wordt een programma voorgesteld van een (intramurale) woonzorgvoorziening en (woonzorg)appartementen verdeeld over het hoge blok en het tussenvolume De ondergelegen plint biedt ruimte voor maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening, eveneens gerelateerd aan zorg, installatieruimten en bergingen. In de plint is ruimte voor parkeerplaatsen. Het zuidelijk gelegen volume biedt ruimte voor zorggerelateerde dienstverlening over drie lagen. Het dek wordt gebruikt om een aantrekkelijk woonmilieu te creëren door hieraan een groene invulling te geven.
 
Met een afwijkingsbevoegd kunnen ook niet zorggerelateerde, al dan niet commerciële, dienstverlenende functies zich vestigen op de begane grond. Dit onder andere onder de voorwaarden dat geen sprake mag zijn van detailhandel en er sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing.
 
Kwaliteit verblijfomgeving
Om een aantrekkelijke verblijf- en leefkwaliteit te creëren wordt voorgesteld om de zichtbare dakvlakken zoveel als mogelijk als groene ruimte in te richten. Zowel het dakvlak van de parkeervoorziening als het dakvlak van de laagbouw kan als groene buitenruimte worden ingericht waardoor het woon- en leefgenot van de toekomstige gebruikers wordt vergroot. In het kader van duurzaamheid en waterberging is een groene inrichting, met bijvoorbeeld sedumdak, een goede keus. Groene daken dragen op verschillende manier bij aan het leefklimaat. Gebruikers en bewoners hebben door de begroeiing van daken minder last van hitte in de zomer en koude in de winter; een sedumdak werkt isolerend. Bovendien werkt een groen dak als buffer voor het regenwater. Het vertraagt de afvoer ervan. Daarnaast wordt de luchtkwaliteit verbeterd door het opvangen van fijnstof.
 
Voor de tussenbouw en het dek boven het parkeren wordt voorgesteld om deze als daktuin in te richten. Daarmee dragen beide ruimten bij aan extra woon- en verblijfbeleving. Door met bijvoorbeeld een transparante pergola of terugliggend hekwerk kan een extra ruimtebeleving worden gerealiseerd. Dit zorgt er tevens voor dat de bouwmassa gelijk blijft en er op maaiveld geen ander aanzicht ontstaat. Afhankelijk van de indeling van het gebouw kunnen gemeenschappelijke of private daktuinen worden aangelegd.