| Plan: | Dijkstraat 159a zorgboerderij |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.Dijkstraat159a-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Dijkstraat 159a zorgboerderij met identificatienummer NL.IMRO.0345.Dijkstraat159a-vg01 van de gemeente Veenendaal.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
blokken van meer dan twee niet-gestapelde woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar zijn gebouwd.
een van de weg of openbaar toegankelijk gebied afgekeerde gevel van een (hoofd)gebouw.
voorzieningen die een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan een bestemming of functie.
extensief beheerd grasland, waarbij de instandhouding en versterking van omliggende en ter plaatse aanwezige natuur- en landschapswaarden voorop staat.
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
archeologisch vooronderzoek dat kan bestaan uit locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan. De verschillende vormen van onderzoek worden verricht door een erkende partij en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De resultaten van het onderzoek worden weergegeven en geïnterpreteerd in een rapport. Op basis daarvan beoordeelt de gemeente of een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten in dat gebied.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
een buiten de gevel stekende constructieve open buitenruimte van een gebouw die niet verbonden is met de begane grond of een aan- of uitbouw.
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken.
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
het door bewoners bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
het geheel aan gebouwen, behorend bij een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein, dienend voor de huisvesting van een persoon (en diens huishouden), wiens huisvesting ter plaatse, gelet op de bedrijfsvoering, noodzakelijk is.
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
het deel van het dakvlak dat uitsteekt boven de gevel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven en/of personen, zoals administratie-, reclame-, advocaten-, makelaars-, notaris-, werkbemiddelings-, reis-, advies- en ingenieursbureaus, kappers, medische praktijken en voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
een dienst, bedrijf of instelling, erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een al dan niet gebouwde voorziening kennelijk bedoeld voor het beperken van geluidhinder, zoals een geluidscherm of een geluidwal.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en op het perceel naar aard en omvang het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen drank- en etenswaren, en het bedrijfsmatig verstrekken van logies en/of zaalaccommodatie.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
voorzieningen ten behoeve van verkeer en waterhuishouding zoals stuwen, bruggen, tunnels, duikers, aanlegsteigers, vlonders, kadewanden, keermuren, lichtmasten, beeldende kunst, openbaar vervoer haltes, overkappingen, stallingsruimten, verkeersborden, verkeersgeleiders, verkeersregelinstallaties en afvalcontainers, alsmede parkeervoorzieningen, en een geluidbeperkende voorziening.
bewoning in de vorm van niet zelfstandige wooneenheden in een woning in de vorm van één of meerdere kamers.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, inclusief congres- en vergaderaccommodaties.
een kleinschalige aan de zorgboerderij gerelateerde horecaonderneming bestemd voor het in hoofdzaak verstrekken van koffie, thee, frisdrank en gebak, waar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt, met een sluitingstijd die overeenkomt met datgene dat bepaald is in de Winkeltijdenwet en welke uitsluitend aangeboden wordt door de zorgboerderij.
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden gehouden.
onmiddelijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is.
verkoop van ter plaatse voortgebrachte of streekeigen producten
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals die lijst is opgenomen als bijlage bij de regels.
voorzieningen ten behoeve van onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg, levensbeschouwing, openbare dienstverlening, en sociaal-culturele activiteiten, alsmede politieke-, belangen- en ideële organisaties, verenigingen en hobbyclubs.
bedrijf gericht op de productie en/of distributie van een of meer dan één nutsvoorziening.
voorzieningen ten behoeve van (de aansluiting op) het openbare net van gas, water, elektriciteit, riolering, stadsverwarming, en het telecommunicatieverkeer, of daaraan gelijk te stellen voorzieningen.
vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
horeca die ten dienste staat van een bepaalde functie en die in aard, omvang, exploitatie en openingstijden daar ondergeschikt aan is, zoals een (bedrijfs)kantine.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen beneden peil.
het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd.
de op de verbeelding aangewezen grond, die bestemd is voor verkeer, groen en water.
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en waarvan de steunconstructie uit ten hoogste één wand bestaat.
een niet overdekt terrein ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
een voertuig dat langer stilstaat dan nodig is voor het in- en uitstappen of voor het laden en lossen.
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.
de grens van een perceel.
een paardenhouderij waar in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
inrichting zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een bedrijf voor prostitutie zoals een bordeel.
route aangewezen voor het transport van gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
het met behulp van paarden bedrijfsmatig coachen van mensen en het geven van therapie aan mensen
een blok van twee aaneen gebouwde woningen.
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
de naar de openbaar toegankelijk gebied gekeerde gevel, erkers en luifels niet meegerekend.
de denkbeeldige lijn waarop de voorgevel(s) van een woning is/zijn geplaatst.
een niet-aaneengebouwde woning;
gronden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde zoals vermeld op de gemeentelijke archeologische maatregelen/beleidskaart.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor huisvesting in een zelfstandige woning van maximaal 1 huishouden.
een woning met eigen toegang, eigen keuken en toilet.
een zorgfunctie als hoofdtak waarbij de sociaal-medische opvang van personen gecombineerd wordt met agrarische activiteiten, in dié zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die bouwwerken, horizontaal, dan wel verticaal gemeten.
de kortste afstand tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op het bouwperceel voorkomende of nog te bouwen gebouw;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale projectie van de ruimte tussen de harten van de vloeren of balklagen.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidingsmuren).
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Agrarisch met waarden - Zorgboerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
| Bouwwerken binnen bouwvlak | max. goothoogte |
max. bouwhoogte |
|
| bedrijfswoningen | 3,5 m¹ | 8 | m¹ |
| bijgebouwen bij bedrijfswoningen | 3,1 m¹ | 4,5 | m¹ |
| bedrijfsgebouwen met aanduiding paardenhouderij | 4,5 m¹ | 8 | m¹ |
| overige bedrijfsgebouwen | 3 m¹ | 5 | m¹ |
| koffiepunt | 3 | m¹ | |
| bouwwerken voor mestopslag | - | 6 | m¹ |
| erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen bouwvlak | - | 2 | m¹ |
| terreinafscheiding ten behoeve van paardenbakken | 1,5 | m¹ | |
| Bouwwerken buiten bouwvlak | |||
| overige erf- of perceelafscheidingen | - | 1,15 | m¹ |
| overige bouwwerken | - | 2 | m |
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is in ieder geval ook:
Het koffiepunt is bij de zorgboerderij uitsluitend als nevenfunctie toegestaan, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a. het koffiepunt is uitsluitend bedoeld voor fietsers en wandelaars die gebruik maken van de fietsroute;
b. de exploitatie van het koffiepunt wordt uitgevoerd door de exploitant van de zorgboerderij;
c. de activiteiten vinden plaats in de dagperiode;
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik (laten) nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving als niet wordt voldaan aan de verplichting met betrekking tot:
De voor 'Waarde - Archeologie - Middelhoog', aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming van en onderzoek naar de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden als bedoeld in 4.1 en de voor deze gronden geldende andere bestemmingen prevaleert de (dubbel)bestemming 'Waarde - Archeologie - Middelhoog'.
Op en in de gronden als bedoeld in 4.1 mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
a. Met uitzondering van het gestelde onder b. mogen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd overeenkomstig de voor deze gronden geldende andere bestemmingen.
b. Gebouwen en bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² en waarbij dieper dan 0,5 meter onder peil wordt gegraven en/ of onderheid wordt, mogen uitsluitend worden gebouwd als uit een archeologisch rapport blijkt dat de waarden zoals bedoeld in artikel niet onevenredig (kunnen) worden aangetast en een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige (onder voorwaarden) positief adviseert over dit rapport.
c. Een archeologisch rapport als bedoeld onder b. is niet vereist indien het om vervangende gebouwen ofbouwwerken gaat waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid en waarbij uitsluitend de bestaande fundering wordt benut.
d. Burgermeester en wethouders kunnen op advies van de onder b. genoemde deskundige in ieder geval de volgende voorschriften verbinden aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw of bouwwerk:
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
2. de verplichting tot het laten doen van opgravingen door een daartoe gercertificeerde instantie, volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en een door burgemeester en wethouders goedgekeurd archeologisch Programma van Eisen (PvE);
3. de verplichting de uitvoering van de bouwwerkzaamheden die leiden tot bodemverstoring te laten begeleiden door een daartoe gecertificeerde instantie, volgens de vigerende versie van de KNA en een door burgemeester en wethouders goedgekeurd archeologisch PvE.
Behoudens het bepaalde in 4.3.2 is het in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in 4.1 de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren op een diepte van meer dan 0.50 m onder het peil en over een oppervlakte van meer dan 5.000 m²:
Het in 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De bepaling in 4.3.1 op grond waarvan géén omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is vereist voor werken en werkzaamheden over een oppervlakte van 5.000 m² of minder geldt niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken of werkzaamheden deze bepaling van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 4.3.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken geldt dat deze uitsluitend zijn toegestaan onder het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken.
Als gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt in ieder geval:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - stiltegebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van het natuurlijk heersende geluidsniveau van 45 db(A). Dit betekent in ieder geval dat onderstaande functies niet zijn toegestaan:
a. lawaaisporten;
b. nieuwvestiging van intensieve recreatie;
c. nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijvigheid;
d. laagvliegbewegingen;
Een geluidsrapport dient te worden overlegd wanneer nieuwe functies zijn gepland binnen het stiltegebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' is omschakeling naar een intensieve veehouderij, uitbreiding van het bestemmingsvlak ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' en nieuwvestiging van intensieve veehouderijen niet toegestaan.
Binnen de voor ´Reconstructiewetzone - verwevingsgebied´ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), onderstaande regels van toepassing:
a. nieuwvestiging van intensieve veehouderij is niet toegestaan;
b. vergroting van het bouwvlak wegens uitbreiding van intensieve veehouderij is niet toegestaan;
c. omschakeling naar intensieve veehouderij is niet toegestaan;
d. overname van een bestaande intensieve veehouderij is mogelijk;
e. verplaatsing of vestiging van een rundveehouderijbedrijf is niet toegestaan.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van bescherming van de zone als bedoeld in 8.3.1 en het bepaalde in de artikel 3 prevaleert de bestemming 'Reconstructiewetzone - verwevingsgebied'.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - leiding gas' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de aanduiding "Veiligheidszone - leiding gas" te wijzigen in die zin dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening van het plan afwijken ten aanzien van:
De in 9.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen ten aanzien van:
Behoudens het bepaalde in artikel 11.1.1, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:
| werken en werkzaamheden* | |||||||||||||||
| Gronden met aanduiding: | a | b | c | d | e | f | g | ||||||||
| sa-ol | open landschap | + | + | + | + | ||||||||||
| sa-cl | coulissenlandschap | + | + | + | + | + | |||||||||
| sa-kvp | karakteristiek verkavelingspatroon | + | + | + | + | + | |||||||||
| lw | landschapswaarde | + | + | + | + | + | |||||||||
| Gronden als bedoeld in artikel: | |||||||||||||||
| 4 | Bos | + | + | + | + | + | |||||||||
| 5 | Natuur | + | + | + | + | + | + | + | |||||||
| * de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = omgevingsvergunning vereist |
||||||||||||||||
| a | aanleggen van verharde wegen en paden, het verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; | |||||||||||||||
| b | verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden; | |||||||||||||||
| c | aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; | |||||||||||||||
| d | aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; | |||||||||||||||
| e | vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben; | |||||||||||||||
| f | diepploegen, zijnde het extra diep circa 0,5 m of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd; | |||||||||||||||
| g | bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden. | |||||||||||||||
Het in artikel 16.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
Werken en werkzaamheden, als bedoeld in artikel 11.1, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor, danwel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 11.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake natuur- en landschapdeskundige, ingeval ze advies nodig achten.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden, met inachtneming van het de voor het gebied ten tijde van de indiening van de aanvraag geldende parkeernormenbeleid, indien:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden indien:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 12.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 12.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Dijkstraat 159a zorgboerderij
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Veenendaal
d.d. XX XX XXX tot vaststelling van het bestemmingsplan Dijkstraat 159a zorgboerderij
Mij bekend,
de griffier.