Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
11.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen ten aanzien van:
-
a. het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 5 m mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de plankaart;
-
b. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, worden gewijzigd.
11.2 BEVI-inrichtingen / vuurwerkopslag
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in de zin dat:
-
a. de aanduidingen 'veiligheidszone - bevi - 3, opslag gevaarlijke stoffen', 'veiligheidszone - bevi - 2, plaatsgebonden risicocontour' en/of 'veiligheidszone - bevi - 1, invloedsgebied', 'veiligheidszone - vuurwerk - 2, vuurwerkopslag', 'veiligheidszone - vuurwerk 1, plaatsgebonden risicocontour' worden veranderd dan wel worden verwijderd, overeenkomstig de voorgenomen wijziging dan wel intrekking van de milieuvergunning van de inrichting;
-
b. de aanduidingen 'veiligheidszone - bevi - 3, opslag gevaarlijke stoffen', 'veiligheidszone - bevi - 2, plaatsgebonden risicocontour' en/of 'veiligheidszone - bevi - 1, invloedsgebied', kunnen worden toegevoegd overeenkomstig de toekomstige milieuvergunning van de nieuw te vestigen inrichting.
11.3 Prostitutie
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen ten aanzien van het toevoegen van de zinsnede "seksinrichtingen toegestaan" aan de bestemming bedrijf, mits:
-
a. er niet reeds één seksinrichting in de gemeente is gevestigd of krachtens geldende bestemmingsplannen kan worden gevestigd;
-
b. het geen bestemming betreft, welke betrekking heeft op een bestaand of nog te realiseren gebouw, dat gedeeltelijk in een woonfunctie voorziet;
-
c. het woon-, leef- en/of werkklimaat in de desbetreffende omgeving niet onaanvaardbaar wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders kunnen hieraan voorwaarden verbinden met betrekking tot:
- parkeren
- toegankelijkheid
- omvang van de seksinrichting
11.4 Transportroute gevaarlijke stoffen
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in de zin dat de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' wordt veranderd dan wel wordt verwijderd. Dit naar aanleiding van veranderingen in het gebruik van de route of het beëindigen van deze route.