direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Nieuweweg Noord 273
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPNieuwewegn273-vg01

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden,
  • b. instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten, poelen en andere waterpartijen,
  • c. extensieve openluchtrecreatie, voor zover de onder a, b en e bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast en,
  • d. agrarisch medegebruik, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “agrarisch medegebruik”,
  • e. landschapswaarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarde",
  • f. paden.

3.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m¹ mag bedragen.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2, ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals schuilgelegenheden en bergingen, mits de noodzaak daarvan is aangetoond en de in artikel 3.1bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag niet meer dan 300 m² bedragen, waarbij de oppervlakte per gebouw maximaal 50 m² mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m¹ bedragen.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage
  • c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.

3.4.2 Uitzonderingen

Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
3.4.3 Voorwaarde

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.2 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-en/of landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

3.4.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 3.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.