Plan: | Beheersverordening Zuilen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BVZUILEN-0601 |
De beheersverordening Zuilen is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Het beheer van de bestaande situatie vormt de basis van deze beheersverordening. Dit leidt ertoe dat de gemeente over een toetsingskader beschikt op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden verleend en handhaving kan plaatsvinden. De bestaande kwaliteit van het woon(-en gedeeltelijk) werkgebied wordt zo behouden.
Artikel 3.1 van deze verordening regelt dit uitgangspunt door te bepalen dat zowel qua gebruik als qua bouwen de bestaande situatie ook de toegestane situatie is.
De bestaande situatie bestaat uit gebruik en bouwen:
Bij de aanvraag om omgevingsvergunningen en in handhavingszaken kan de bestaande situatie door middel van de volgende bronnen worden geraadpleegd:
Luchtfoto
Aan de hand van de luchtfoto zijn verschillende waarnemingen mogelijk. Dit betreft onder meer de locatie van de bebouwing, tuinen, de openbare ruimtes, etc. Ook kan voor een deel uit de luchtfoto worden opgemaakt welke functies in het verordeningsgebied voorkomen. Dit geldt met name voor de openbare ruimte (openbaar groen, wegen, water).
Lijst met functies (BAG/WOZ)
In bijlage 3 is een lijst opgenomen waarin per adres is weergegeven welke functie(s) op dat betreffende adres worden uitgeoefend (wonen, bedrijf, maatschappelijk, kantoor, etc). Dit betreffen de gegevens uit de gemeentelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de WOZ (Wet waardering onroerende zaken) gegevens. Aan de hand van deze lijst kan exact worden teruggevonden wat de bestaande situatie (functie) is. Deze gegevens zijn verbeeld in bijlage 4.
Inventarisatie bouwhoogte
De bouwhoogten zijn geïnventariseerd. In bijlage 11 t/m 16 zijn de kaarten opgenomen waarin de bestaande goot- en bouwhoogtes zijn weergegeven.
Locatie bebouwing BAG
De BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) bevat de gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen. Onderstaand figuur laat zien dat onder meer de locatie van de gebouwen op deze wijze inzichtelijk is. Daarnaast benoemt de BAG ook het grondoppervlak van het betreffende object en het gebruiksdoel.
De BAG is via de BAG-viewer voor een ieder ontsluitbaar gemaakt. Voor de toepassing van de BAG voor deze verordening, zijn de gegevens van de BAG op de datum van vaststelling van de verordening 'vastgezet'. Op die manier kan waar nodig worden teruggegrepen op de 'bestaande situatie' zoals opgenomen in de BAG op moment van vaststelling van deze beheersverordening.
Figuur 3.2. Uitsnede BAG in Zuilen
Archief vergunningen
Door middel van het gemeentelijk archief met verleende bouw -en omgevingsvergunningen is per geval de bestaande situatie inzichtelijk.
Een van de uitgangspunten van de beheersverordening is om de planologische ruimte die het geldende planologische regime bevat - zo mogelijk - te behouden. Ten behoeve van dit uitgangspunt is een vergelijking gemaakt tussen de bestaande situatie (aanwezige bebouwing en functies) en hetgeen het geldende planologische regime mogelijk maakt. Vervolgens zijn twee afwegingen gemaakt:
Bij de beoordeling van de verschillen tussen de bestaande situatie en de vigerende regeling is het volgende onderscheid in gebieden gemaakt:
Figuur 3.3. Plankaart Zuilen, bestemmingen
Ontwikkelde gebieden
Het bestemmingsplan Zuilen bevatte een aantal ontwikkelingsgebieden. Deze gebieden zijn inmiddels allen ontwikkeld en komen daarmee in aanmerking voor een beheerregeling. Wel is bekeken in hoeverre in de huidige situatie gebruik is gemaakt van de planologische mogelijkheden. Deze exercitie heeft tot een regeling geleid waarbij de bestaande situatie is aangevuld met de planologische ruimte. In alle gevallen gaat het om kleinschalige toevoegingen, die passen binnen het beheer van het woon- en werkgebied Zuilen, zowel ten aanzien van het bouwen, als ten aanzien van functies.
Overige gebieden
Afgezien van de gebieden benoemd in de vorige alinea, kent het vigerende plan in grote mate een beheerregeling voor bebouwing. Op slechts enkele aspecten bestaat ruimte tussen de gerealiseerde bebouwing en de planologische mogelijkheden. Deze ruimte is in deze beheersverordening meegenomen.
Bouw- en gebruiksregels
In artikel 3.1 is de kern van de beheersverordening verwoord:
Planologische ruimte in beheersverordening Zuilen
Welke planologische ruimte in de beheersverordening is opgenomen, is hieronder opgesomd: .
Bouwmogelijkheden met besluitsubvlakken (zie artikel 3.2.3):
Oppervlak woningen en niet-woonfuncties
Het vigerende bestemmingsplan Zuilen bevat een algemene bouwregel voor hoofdgebouwen voor zover het woningen (eengezinswoningen en meergezinswoningen), en niet-woonfuncties ter plaatse van de besluitsubvlakken 10, 12 en 16, betreft. Deze regeling houdt in dat het oppervlak van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het oppervlak van het bijbehorende bouwperceel mag omvatten. In het gebied is van deze regel in sommige gevallen al volledig gebruik gemaakt, en in andere gevallen nog niet. Deze regeling is verwerkt in de regels van deze beheersverordening. In de regels (zie artikel 3.2.7) is overigens ook, conform de eerste herziening van het bestemmingsplan Zuilen, een afwijkingsmogelijkheid van de regeling opgenomen, waarbij, onder voorwaarden, de oppervlakte van een hoofdgebouw ten behoeve van meegezinswoningen en niet-woonfuncties van 50% naar maximaal 100% mag worden verhoogd.
In deze beheersverordening is tevens de mogelijkheid behouden om, voor zover nog niet benut, alsnog de in het vigerende bestemmingsplan toegestane bebouwing, uitsluitend hoofdgebouwen betreffende, te realiseren; zie artikel 3.2.3. De bestaande bebouwing mag dus worden gewijzigd of uitgebreid met inachtneming van de in dit artikel opgenomen tabel en regels.
Extra bouwlagen
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1 mogen woningen in één bouwlaag worden verhoogd tot maximaal twee bouwlagen. Daarnaast is een afwijkingsmogelijkheid van de bouwregels opgenomen opgenomen waarbij, onder voorwaarden, een extra bouwlaag is toegestaan op een woning van twee bouwlagen.
Deze extra bouwlaag mag worden afgedekt met een kap, indien naast de in artikel 3.2.7 onder 1 en 2 vermelde voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Overigens mogen in aanvulling op artikel 3.1 ook woningen in één of twee bouwlagen worden afgedekt met een kap, eveneens met inachtneming van bovenstaande voorwaarden.
De ontwerpbeheersverordening maakt het dus mogelijk om bestaande woningen bestaande uit één bouwlaag te verhogen tot twee lagen plus kap, en woningen bestaande uit twee bouwlagen te verhogen tot drie bouwlagen plus kap, en mogen woningen tot en met drie bouwlagen worden voorzien van een kap.
Op grond van akoestische informatie is echter gebleken dat in een aantal gebieden te hoge geluidsniveaus optreden als deze verhoging van woningen wordt toegestaan. In de beheersverordening wordt naar aanleiding hiervan:
Functies
Het vigerende plan wijst verschillende zones aan die geschikt zijn voor detailhandel, horeca, publieksgerichte dienstverlening, winkelondersteunende horeca, maatschappelijke functies, sport en recreatieve functies en lichte bedrijvigheid. Deze functies mogen uitsluitend worden uitgevoerd op de begane grond. Ten aanzien van nieuwe maatschappelijke voorzieningen wordt in de regels nog als voorwaarde gesteld dat nieuwe geluidsgevoelige maatschappelijke functies uitsluitend zijn toegestaan, indien wordt voldaan aan de voor die functie geldende wettelijke waarde of een vastgestelde hogere waarde.
De verschillende zones uit het bestemmingsplan zijn in de beheersverordening overgenomen. Op de digitale kaart en in de regeling is dit als volgt opgenomen:
De afgelopen jaren heeft de gemeente een standaard voor de bestemmingsplannen ontwikkeld die ook toepasbaar is op andere ruimtelijke besluiten, zoals de beheersverordening en de omgevingsvergunningen. Het doel van de standaard is een gelijkluidende regeling voor veelvoorkomende ruimtelijke aspecten binnen de gemeente en omvat onder meer begripsbepalingen, de wijze van meten, flexibiliteitsregelingen, zoals voor bebouwing op dakterrassen, regels voor erfbebouwing en beroepen aan huis en een regeling van het openbare gebied, zoals wegen, parken, water, et cetera. Met het oog op de rechtsgelijkheid is de gemeentelijke standaard in deze beheersverordening voor zover mogelijk toegepast. Het gaat om de volgende onderwerpen:
Woningsplitsing
De gemeente wenst woningsplitsing in verschillende wijken te kunnen reguleren, zodat de tot op heden ontstane ongewenste situaties in de toekomst kan worden voorkomen. Ten behoeve van de juridische borging van het tegengaan van woningsplitsing is een tweetal facetbestemmingsplan opgesteld. Deze facetbestemmingsplannen, Woningsplitsing I en Woningsplitsing II, zijn op 13 december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.
Het met dit plan ingezette beleid wordt in deze beheersverordening voortgezet en leidt ertoe dat het voor de woningen binnen het plangebied van de beheersverordening niet is toegestaan een woning in meerdere woningen op te splitsen. In artikel 11.1 van de verordening is deze regeling opgenomen. In artikel 11.2 is, comform het facetbestemmingsplan Woningsplitsing I, opgenomen dat Burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning hiervan kunnen afwijken, indien:
Tevens zijn begripsbepalingen opgenomen ten behoeve van het splitsen van woningen en zelfstandige woning,
Openbaar gebied
Alhoewel deze beheersverordening zoveel mogelijk de bestaande situatie beoogt vast te leggen, is het niet de bedoeling de aanwezige dynamiek in de openbare ruimte weg te nemen. Zo moet het mogelijk blijven om bepaalde functies uit te wisselen, denk aan verbreding en of versmalling van watergangen, stoepen, fietspaden en dergelijke. Conform de standaardregelingen voor het openbare gebied in Utrechtse bestemmingsplannen, biedt dit plan zodoende enige flexibiliteit ten aanzien van de inrichting van het openbare gebied. Dit gaat echter niet zover structureel groen kan worden aangetast. Zo is het niet toegestaan om parkeervoorzieningen in structureel groen aan te leggen.
Voor structureel groen kent deze beheersverordening een beschermende regeling. Ter verduidelijking is in bijlage 5 van de regels een figuur opgenomen waarin het structurele groen is weergegeven. Bescherming van deze groenelementen zorgt voor het behoud van een aantrekkelijke groene verblijfsruimte die de gemeente haar inwoners wil bieden, onder meer voor spelende kinderen. Bovendien draagt de groenstructuur bij aan de herkenbaarheid van de wijk en zorgt ervoor dat gebruikers in de wijk zich goed kunnen oriënteren. Verharding of versnippering van het groen zou afbreuk doen aan de beoogde kwaliteit van het gebied Zuilen;
In artikel 3.2.6 en 3.3.1 is bepaald wat (al dan niet) in de openbare ruimte is toegestaan en in welke mate bebouwing (zoals kunstwerken, straatmeubilair en speelvoorzieningen) is toegestaan.
Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
De gemeentelijke standaard maakt het mogelijk om een variëteit aan beroepen en bedrijven aan huis uit te oefenen, waaronder ook een bed & breakfast, een kapper of een schoonheidspecialiste. Hieraan zijn verschillende voorwaarden gekoppeld, zoals het oppervlak van de woning dat voor dit beroep mag worden aangewend en de impact -van bijvoorbeeld parkeerdruk- die de functie op de omgeving mag hebben. Via een begripsbepaling is het beroep of bedrijf beschreven en ook wat hier in ieder geval niet onder wordt verstaan, zoals een horecabedrijf, of juist wel kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang (zie artikel 3.3.6 en 3.3.7 van deze verordening).
Erfbebouwing
De gemeente streeft naar een gelijkluidende regeling voor erfbebouwing bij woningen voor het gehele grondgebied. Deze standaardregels zijn ook voor Zuilen van toepassing (zie artikel 3.2.4);
Daarnaast zijn in de gemeente verschillende woonschepen aanwezig, waarvoor ook een gestandaardiseerde regeling is opgezet (zie artikel 3.2.5). Voor de afmetingen en de exacte locaties vormt de Havenverordening het toetsingskader.
Afwijkingsregels
In deze beheersverordening is de mogelijkheid opgenomen om voor een aantal gevallen een afwijkingsbesluit te nemen (zie artikel 15 van de beheersverordening). Afwijkingen hebben vooral betrekking op de maatvoering van gebouwen. Het betreft:
Aanvullende werking van de bouwverordening
Via deze standaardbepaling worden o.a. parkeernormen uit de Nota stallen en parkeren gekoppeld aan nieuwe bouwmogelijkheden.
Fietsparkeren
Als uitgangspunt voor de capaciteitsbepaling van het fietsparkeren worden de door het college vastgestelde gemeentelijke fietsparkeernormen gehanteerd (Nota Parkeernormen Fiets en Auto). In de beheersverordening is een regeling opgenomen om uitvoering te geven aan dit uitgangspunt.