direct naar inhoud van Artikel 7 Specifieke regels in verband met gasleidingen
Plan: Beheersverordening Zuilen
Status: onherroepelijk
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BVZUILEN-0601

Artikel 7 Specifieke regels in verband met gasleidingen

7.1 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van het besluitsubvlak '17' geldt dat:

  • a. het verboden is om de bestaande diameter (in mm) en de bestaande druk (in bar) van de gasleiding te wijzigingen;
  • b. het verboden is om de bestaande hartlijn van de gasleiding te verplaatsen of te wijzigen.
7.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.2.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van het besluitsubvlak '17' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het wijzigen van maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • b. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het verrichten van graaf- en grondwerkzaamheden, bijvoorbeeld ten behoeve van het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. het planten of rooien van bomen en aanbrengen of rooien van hoogopgaand en/of diepwortelende beplantingen, zoals rietbeplanting;
  • f. het, al dan niet tijdelijk, opslaan en/of storten van goederen, waaronder bouw- en afvalmateriaal;
  • g. het aanleggen van waterlopen, vijvers et cetera, of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen, vijvers et cetera;
  • h. het plaatsen van onroerende objecten, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
7.2.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod als bedoeld in artikel 7.2.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op het normale onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden deze verordening;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende (omgevings)vergunning.
7.2.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De in artikel 7.2.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de leiding, en indien door het bevoegd gezag vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.