direct naar inhoud van 3.2 Beschrijving van het verordeningsgebied
onherroepelijk
NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601

3.2 Beschrijving van het verordeningsgebied

Het verordeningsgebied valt qua geschiedenis en bebouwingstypologie uiteen in verschillende deelgebieden:

  • Pijlsweerd;
  • Tuinwijk, Lauwerecht en Staatsliedenbuurt;
  • Tuindorp-Oost.

Pijlsweerd

Pijlsweerd was van oudsher een gebied met veel hoveniers en kwekers. Straatnamen in de wijk herinneren nog aan deze geschiedenis, zoals bijvoorbeeld de Hoveniersstraat en de Warmoesstraat. In de 20e eeuw is het gebied bij de stad Utrecht ingelijfd en is bebouwing op basis van zowel oude als nieuwe patronen (bijvoorbeeld de as Nijenoord-Oudenoord van Berlage) tot stand gekomen. Het gaat om gesloten en half open bouwblokken (vooroorlogse coöperatiewoningen) en oude herenhuizen. Logischerwijs is de oudste bebouwing gelegen in het gebied tegen de stadsrand, langs de Vecht en de Amsterdamsestraatweg. In de loop van de tijd heeft veel sloop-nieuwbouw plaatsgevonden en op enkele plekken in het gebied zal dit in de komende jaren mogelijk ook nog geschieden.

In het kader van de welstandsnota zijn de belangrijke assen (Amsterdamsestraatweg en Oudenoord) als stimulandsgebied aangemerkt. Voor de bebouwingsstructuur bij de Beverstraat en op de hoek van de Weerdsingel/Zeedijk geldt dat deze bebouwing behouden dient te worden. Voor het overige gebied zijn geen specifieke welstandseisen geformuleerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601_0001.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601_0002.png" 

Figuur 3.1. Bebouwingstypologie, analysekaart welstandsnota 2004

Tuinwijk, Lauwerecht en Staatsliedenbuurt

Tuinwijk is na 1900 ontstaan en kan worden opgedeeld in een armer (rondom de Josephkerk) en meer welvarend gedeelte (rondom de Van der Mondestraat). Het is een planmatig opgezette wijk gekenmerkt door aangesloten rijen of blokken eengezinswoningen in twee lagen.

Lauwerecht wordt gekenmerkt door een mix van bebouwing. Stadspanden langs de Vecht en het gebied dat aansluit op de oude stad (het historisch gedeelte). In die gebieden zie je ook een verscheidenheid aan functies, zoals kroegen, studentenfaciliteiten, et cetera. Verder naar het noorden, rondom de Adelaarsstraat wordt de bebouwing kleiner, dorpser. De vernieuwing in een deel van dit gebied heeft niet de beoogde historische kwaliteit gekregen en mist daardoor aansluiting op de directe omgeving. Het gebied tussen de Draaiweg en het spoor is weer grootschaliger van opzet en met name het noordelijk gedeelte wordt gekenmerkt door bedrijvigheid en kantoorlocaties.

De Staatsliedenbuurt is in aanvulling op de Tuinwijk gebouwd rond de jaren 50. De buurt is opgebouwd op basis van de stempel- en strokenverkaveling, open bouwblokken in 3 á 4 lagen en gemeenschappelijke groene ruimten.

Vanuit de welstandsnota zijn de belangrijke structuurdragers van het gebied, de Talmalaan, de Vecht en de Draaiweg, aangemerkt als stimulansgebied. Voor enkele delen, structuren of bebouwingseenheden staat behoud voorop. Dit geldt bijvoorbeeld voor het historisch deel van Lauwerecht en het kerkgebouw op de hoek van de Draaiweg-Grave van Solmsstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601_0003.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601_0004.png"  

Figuur 3.2. Bebouwingstypologie, analysekaart welstandsnota 2004

Tuindorp-Oost

Bij de bouw van Tuindorp Oost in de jaren zestig is nadrukkelijk aansluiting gezocht bij het bestaande westelijke Tuindorp. Desondanks is er nauwelijks een gelijkenis tussen Tuindorp-west en Tuindorp-oost ontstaan. De strokenverkaveling en de grote verschillen in bouwhoogte hebben geleid tot een open groene structuur van de openbare ruimte.

Het deelgebied is een mix van openbaar groen, wonen en volkstuinen. Verder zijn aan de zuidoostzijde van het gebied enkele maatschappelijke voorzieningen aanwezig (een school en een dierenartspraktijk).

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601_0005.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601_0006.png"  

Figuur 3.3. bebouwingstypologie, analysekaart welstandsnota 2004

Algemene conclusie deelgebieden

Voor alle deelgebieden geldt dat deze grotendeels zijn uitontwikkeld. Dat betekent dat de komende jaren geen structuur/grootschalige functieveranderingen zijn voorzien die niet passen binnen de huidige uitstraling van het verordeningsgebied. Uiteraard is wel sprake van kleinschalige ontwikkelingen, zoals wijzigingen in erfbebouwing, wijziging van bedrijfsvoering (uiteraard binnen bepaalde marges), geringe wijzigingen van (het uiterlijk) van hoofdgebouwen door bijvoorbeeld dakkapellen en dakopbouwen en het (her)inrichten van openbaar gebied, zoals nieuwe speelvoorzieningen. Deze mogelijkheden zorgen ervoor dat het gebied niet volledig op slot wordt gezet en voor elke geringe wijziging een uitgebreide procedure benodigd is.

In de vorige alinea wordt gesproken van 'grotendeels uitontwikkeld'. Van grotendeels wordt gesproken, omdat voor enkele locaties binnen het verordeningsgebied visies tot stand zijn gekomen die nog niet of niet volledig tot uitvoering zijn gebracht. Per locatie wordt in de volgende paragraaf beschreven in hoeverre de visie kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van deze verordening.