direct naar inhoud van Artikel 4 Gebruiks- en bouwregels
onherroepelijk
NL.IMRO.0344.BVPIJLSTUINWTUIND-0601

Artikel 4 Gebruiks- en bouwregels

4.1 Aanvulling op artikel 3 ten aanzien van het BOUWEN
4.1.1 Vergroting hoofdgebouwen (vlakken op kaart)

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:

  • a. gelden voor hoofgebouwen binnen de weergegeven vlakken de bouwregels zoals in onderstaande tabel bepaald:
vlak-
nummer  
maximum goothoogte (m)   maximum bouwhoogte (m)   maximum bebouwingspercentage (%) van het vlak, tenzij anders vermeld  
1   6      
2   9      
3     8    
4     9    
5     12   70  
6     13    
7     14,5    
8     20    
9     22    
10   6   6,5    
11   zie lid d   zie lid d   60  
12   3,5      
13   3,5   5 (woonwagens)    
14     3 (volkstuin)   per perceel 15% tot 40 m2  
15   4     60  

  • b. geldt -in afwijking op het bepaalde onder a- in vlak 1 dat verhoging van de eerstelijnsbebouwing langs de Amsterdamsestraatweg en de Weerdsingel niet is toegestaan.
  • c. geldt -in afwijking op het bepaalde onder a- in vlak 2 dat verhoging van de eerstelijnsbebouwing langs de Weerdsingel en de Oudenoord niet is toegestaan.
  • d. geldt -in afwijking op het bepaalde onder a- dat verhoging van de eerstelijnsbebouwing langs spoorwegen niet is toegestaan.
  • e. geldt -in aanvulling op het bepaalde onder a- dat gebouwen in vlak 11 zijn toegestaan tot 2 bouwlagen boven peil met kap;
  • f. geldt -in aanvulling op het bepaalde onder a- in vlak 13 dat ten hoogste 2 woonwagens zijn toegestaan met elke een breedte van ten hoogste 5 m.
4.1.2 Bijbehorende bouwwerken
  • 1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om bijbehorende bouwwerken te bouwen bij grondgebonden woningen waarbij de volgende voorwaarden gelden:
    • a. aangebouwde bijbehorende bouwwerken en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
    • b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;
    • c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw, maximaal 3 meter bedragen;
    • d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter;
    • e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen; indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 meter bedragen;
    • f. de erfzone mag volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
    • g. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
    • h. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
    • i. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
    • j. voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken die worden afgedekt met een kap op percelen bedoeld onder i. mag de maximale goothoogte 3 meter en de maximale bouwhoogte 6 meter bedragen.
4.1.3 Bouwen in de openbare ruimte

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om in openbaar gebied bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.3.5 en van de volgende voorwaarden:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 meter;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de bouwhoogte van speelvoorzieningen niet meer dan 4 meter;
  • c. het bepaalde onder a geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.
4.2 Afwijken van de bouwregels
4.2.1 Extra bouwlaag

Burgemeester en wethouders kunnen voor hoofdgebouwen binnen het vlak '16' afwijken van het bepaalde in artikel 3 ten behoeve van het bouwen van een extra bouwlaag op een hoofdgebouw van één of twee bouwlagen, met dien verstande dat:

  • a. geen afbreuk mag worden gedaan aan het stedenbouwkundige beeld van de betreffende straat of gebied, waaronder in ieder geval eenduidigheid in bouwhoogte wordt verstaan;
  • b. er geen onevenredige nadelige effecten mogen ontstaan voor de gebruiksmogelijkheden, de privacy en de bezonning voor aangelegen percelen;
  • c. de bedoelde extra bouwlaag mag worden afgedekt met een kap of bijzondere bouwlaag, indien naast de onder a en b genoemde voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. elders in de straat zijn reeds hoofdgebouwen van vergelijkbare hoogte afgedekt met een kap of bijzondere bouwlaag;
    • 2. een kap aan de voorzijde van het hoofdgebouw, of de denkbeeldige lijn tussen de bovenkant van de voorgevel en de bovenkant van het terugliggende deel van een bijzondere bouwlaag, heeft een helling van maximaal 60°.
  • d. toevoeging van een extra bouwlaag niet is toegestaan indien het hoofdgebouw langs een 50 km/u weg is gelegen, zijnde de Kardinaal de Jongweg, Anthonius Matthaeuslaan, Willem Arntszkade, Dodt van Flensburglaan, Draaiweg, Johannes de Bekastraat en de Merelstraat of indien de eerste lijnsbebouwing langs het spoor betreft;
  • e. toevoeging van een extra bouwlaag niet is toegestaan op hoofdgebouwen die niet zijn gelegen aan de openbare weg.
4.2.2 Overhangende bouwdelen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning toestaan om in openbaar gebied bouwdelen aan gebouwen te bouwen in de vorm van overhangende bouwdelen, mits:

  • a. de diepte ten hoogste 1,5 m bedraagt vanuit de gevel van het hoofdgebouw;
  • b. de bouwdelen op ten minste 2,5 m boven peil worden gebouwd;
  • c. de doorgang van het openbaar gebied hierdoor niet wordt aangetast.
4.3 Aanvulling op artikel 3 ten aanzien van het GEBRUIK
4.3.1 Functiemenging (vlakken op kaart)
  • a. In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om binnen de weergegeven vlakken de benoemde functies uit te oefenen:

vlaknummer   Functie(s)
 
A   bedrijf t/m categorie B1 Lijst van Bedrijven functiemenging
 
B   bedrijf t/m categorie B2 Lijst van Bedrijven functiemenging
 
C   bedrijf t/m categorie B1 Lijst van Bedrijven functiemenging
wonen
 
D   bedrijf t/m categorie B1 Lijst van Bedrijven functiemenging
detailhandel
dienstverlening
wonen
 
E   kantoor (uitsluitend tot het vloeroppervlak (m²) zoals aanwezig ten tijde van vaststelling van deze verordening)
maatschappelijk
 
F
 
dienstverlening
wonen
 
G   detailhandel
dienstverlening
wonen
 
H   maatschappelijke voorzieningen
kantoor  
I   horeca in categrorie B, C en D Lijst van Horeca-activiteiten  
J   maatschappelijke voorzieningen
 
K   maatschappelijke voorzieningen
kantoor
wonen
 
L   maatschappelijke voorzieningen
bedrijf t/m categorie B1 Lijst van Bedrijven functiemenging
wonen
 
M   maatschappelijke voorzieningen
wonen
 
  • b. functies zoals bedoeld onder a, anders dan wonen, zijn uitsluitend op de begane grond en in de kelder toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b zijn andere functies dan wonen tevens op de verdieping(en) toegestaan, mits ten tijde van de vaststelling van deze verordening op de verdieping reeds een andere functie dan wonen aanwezig is.
4.3.2 Functiemenging (bestaande functiemengingslocaties)

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 en lid 4.3.1 zijn:

  • a. aan de Amsterdamsestraatweg de volgende functies toegestaan:
    • 1. ten hoogste 4 horecagelegenheden, uitsluitend toegestaan aan de oostzijde van de Amsterdamse straatweg uit categorie B, C en D Lijst van Horeca-activiteiten van elk ten hoogste 70 m² brutovloeroppervlak;
    • 2. detailhandel;
    • 3. dienstverlening;
    • 4. bedrijven t/m categorie B1 Lijst van Bedrijven functiemenging
    • 5. maatschappelijk;
    • 6. kantoor;
    • 7. wonen;
  • b. in deelgebied Pijlsweerd- voor zover het om locaties gaat opgesomd in bijlage 2, of waar ten tijde van de vaststelling van deze verordening een andere functie dan de woonfunctie aanwezig is - zijn de volgende functies toegestaan:
    • 1. detailhandel, uitsluitend indien ten tijde van vaststelling van deze verordening detailhandel ter plaatse aanwezig is;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. bedrijven t/m categorie B1 Lijst van Bedrijven functiemenging;
    • 4. maatschappelijk;
    • 5. kantoor;
    • 6. wonen;
  • c. functies zoals bedoeld onder a en b, anders dan wonen, zijn uitsluitend op de begane grond en in de kelder toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c zijn andere functies dan wonen tevens op de verdieping(en) toegestaan, mits ten tijde van de vaststelling van deze verordening op de verdieping reeds een andere functie dan wonen aanwezig is, dan wel indien als zodanig is weergegeven in bijlage 2.
4.3.3 Aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen uit te oefenen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf is niet groter dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, bedraagt maximaal 60 m², indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend;
  • c. het betreft, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor het oprichten, veranderen of in werking hebben van een inrichting is vereist;
  • d. er is geen sprake van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
4.3.4 Bed & breakfast

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om een bed & breakfast in samenhang met wonen uit te oefenen indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.

4.3.5 Openbare ruimte en structureel groen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:

  • a. mag de openbare ruimte worden gebruikt voor rijwegen, fiets- en wandelpaden, groen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, water(berging), behoud en herstel van ecologische waarden, geluidwerende voorzieningen, kruisingen met water en railverkeer, reclame-uitingen, kunstwerken;
  • b. mag de openbare ruimte niet zodanig worden gewijzigd dat er sprake is van een reconstructie van wegen zoals bedoeld in de Wet Geluidhinder;
  • c. mag de openbare ruimte niet zodanig worden gewijzigd dat de ecologische waarden van de Vecht, de Weerdsingel en het Zwarte Water, evenals de ecologische waarden van het groen langs de Willem Arntszkade, het groen langs de spoorlijn en het groen langs de Jordanlaan onevenredig worden aangetast;
  • d. mogen de gebieden die behoren tot de openbare ruimte maar gebruikt worden en ingericht zijn als structureel groen zoals aangegeven op de kaart in bijlage 4 niet worden gebruikt voor rijwegen of parkeerplaatsen, zoals bedoeld onder a.
4.4 Beperking ten aanzien van het GEBRUIK
4.4.1 Geluidsgevoelige functies

In afwijking van het bepaalde in 4.3 zijn nieuwe geluidsgevoelige functies uitsluitend toegestaan indien aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde wordt voldaan of aan een vastgestelde hogere grenswaarde.