Plan: | Zuidelijke Stadsas Oost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPZUIDSTADSASOOST-0601 |
De Flora en Faunawet legt een zorgplicht op ten aanzien van natuur, planten en dieren. Indien een initiatief mogelijk de bestaande natuurwaarden kan verminderen moet de initiatiefnemer aangeven hoe dat beperkt en/of gecompenseerd gaat worden. Bij grote ingrepen of een behoorlijke aantasting waarbij beschermde planten of diersoorten in het geding zijn dient een ontheffing Flora Faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie LNV.
Wanneer bij planvorming de bestemming in een gebied verandert, moet middels een flora-fauna inventarisatie de huidige waarde worden bekeken en moet er inzicht worden gegeven in het voorkomen van beschermde planten en diersoorten.
In het pangebied waar de weg gerealiseerd zal worden bevinden zich circa 75 bomen die reeds voor de grondophoging verwijderd moeten worden (BV2077087). Voor het vellen van de bomen is in het kader van deze ophoging reeds een velvergunning verleend en is al gestart met het vellen.
Op 14 maart 2008 is voor het plangebied door IJzerman Advies de “Quick scan flora en fauna, locatie Hoge Weide, Leidsche Rijn, Utrecht, rapportnummer 200832” (bijlage 5) uitgevoerd waarbij de locatie zowel vanuit het oogpunt van de soort-bescherming (Flora- en faunawet) als de gebiedsbescherming (Vogel- en Habitatrichtlijn, Ecologische HoofdStructuur en de Natuurbeschermingswet 1998) is onderzocht.
Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt niet in de Ecologische HoofdStructuur of in of nabij een Vogel- of Habitatrichtlijngebied of overig beschermd natuurgebied. Vanuit het bestaande provinciale of rijksnatuurbeleid rust er geen planologische gebiedsbescherming op de locatie.
Soortbescherming
Tijdens de veldinspectie zijn geen beschermde of bedreigde plantensoorten of resten hiervan in het plangebied aangetroffen. Deze worden hier op basis van de aanwezige biotopen en op basis van bekende verspreidingsgegevens ook niet verwacht. De locatie is tevens ongeschikt als vaste groeiplaats voor strikt beschermde plantensoorten.
Op het plangebied bevinden zich enkele bomen en struiken. Mocht het zo zijn dat door de geplande ontwikkelingen de omliggende groenaanplant (bomen en struiken) in het gebied wordt aangetast, dient men rekening te houden met broedvogels. Bij de inspectie werden onder andere: merel, ekster, pimpelmees en koolmees waargenomen. Aangeraden wordt eventuele kapwerkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. De aanwezigheid van permanente verblijfslocaties van streng beschermde vogelsoorten, zoals uilen, spechten of roofvogels wordt uitgesloten door de afwezigheid van oude bomen met geschikte holtes of geschikte bebouwing.
Uit deze quick scan komt naar voren dat een aanvullend veldonderzoek naar de aanwezigheid van beschermde vissoorten noodzakelijk was in het kader van de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de overige beschermde soorten is geconcludeerd dat deze niet aanwezig zijn.
Naar aanleiding van de conclusies uit voornoemde quick scan heeft IJzerman Advies d.d. 7 mei 2008 het “Aanvullend veldonderzoek, locatie Hoge Weide, Leidsche Rijn, Utrecht, rapportnummer 200841” (bijlage 6) uitgevoerd naar de aanwezigheid van beschermde vissoorten. Op basis van het onderzoek blijkt dat in de sloten die gedempt worden voor het verleggen van de watergang geen beschermde vissoorten zijn aangetroffen. Deze sloten vormen geen leefgebied voor strikt beschermde vissoorten. Een ontheffing op de Flora- en faunawet of het handelen volgens een goedgekeurde gedragscode, is niet noodzakelijk, door het ontbreken van leefgebieden van strikt beschermde soorten.
Geconcludeerd kan worden dat vanuit ecologisch oogpunt geen belemmeringen bestaan voor onderhavige wijziging van gebruik van de gronden. De rapporten zijn als separate bijlage toegevoegd.