direct naar inhoud van 5.10 Water
Plan: Woonboulevard kanaleneiland IKEA e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPWOONBOULKANIKEA-0601

5.10 Water

5.10.1 Aanleiding

Het ontwerp van de uitbreiding van de IKEA voorziet onder andere in de bouw van een parkeergarage aan de noordzijde van het complex, op het terrein van het sportpark. Daarnaast wordt een nieuwe ontsluitingsweg aangelegd die de Australiëlaan via de oostoever van het Amsterdam-Rijnkanaal en het terrein van Rijkswaterstaat verbindt met de Griffioenlaan. Deze geplande ontwikkeling resulteert in een wijziging van de bestaande ruimtelijke ordening en waterhuishoudkundige situatie.

De Waterparagraaf is een verplicht onderdeel van een ruimtelijk plan en vormt een wezenlijk element in het gehele watertoetsproces. Het fungeert als een instrument waarin de waterhuishoudkundige gevolgen van een plan inzichtelijk worden gemaakt en het wateradvies van de waterbeheerder en de gemaakte afwegingen expliciet en toetsbaar worden vastgelegd. Door de bestaande (geo)hydrologische situatie en randvoorwaarden, de geplande ontwikkeling en de ruimtelijke consequenties ten aanzien van de waterhuishouding te beschrijven, kan het streven naar een duurzaam en robuust watersysteem vroegtijdig in het ontwerpproces worden geïntegreerd.

Beleidskader
Deze Waterparagraaf sluit aan op het op duurzaam waterbeheer gericht beleid van de waterbeheerders en is ingepast in het kader van de onderstaande beleidsdocumenten:

  • Rijksbeleid: Vierde Nota Waterhuishouding, Vijfde Nota RO, WB21, NBW, Waterwet;
  • Provinciaal beleid: Nota Planbeoordeling, Waterhuishoudingsplan, Beleidsplan Milieu en Water, Streekplan, etc.;
  • gemeentelijk beleid: Gemeentelijk Rioleringsplan 2007-2010;
  • waterschapsbeleid: Waterbeheerplan 2010-2015, Keur.

In het algemeen is het beleid van het rijk, de provincie Utrecht, de gemeente Utrecht en het waterschap HDSR gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer waarbij de waterkwaliteitstrits gescheiden inzamelen-gescheiden afvoeren-gescheiden verwerken en de waterkwantiteitstrits water vasthouden-bergen-vertraagd afvoeren gehanteerd wordt bij ruimtelijke ontwikkelingen.


Betrokken partijen
In dit watertoetsproces participeren de volgende partijen:

  • IKEA Utrecht, vertegenwoordigd door Civil Support (initiator)
  • Gemeente Utrecht, vertegenwoordigd door IBU Stadsingenieurs (beheerder riolering en verantwoordelijk voor inzameling en transport vuilwater, overtollig hemelwater en grondwater)
  • Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (waterkwaliteit- en waterkwantiteitbeheerder van de waterhuishouding);
  • Rijkswaterstaat (beheerder Amsterdam Rijnkanaal)

5.10.2 Bestaande situatie: kenmerken watersysteem

Oppervlaktewater Amsterdam Rijnkanaal
Het plangebied grenst aan het Amsterdam-Rijnkanaal, een belangrijke scheepvaartverbinding, waar Rijkswaterstaat de eigenaar en waterkwaliteit- en waterkwantiteitbeheerder van is. Het streefpeil van het Amsterdam-Rijnkanaal is 0.40 m -NAP. De oostelijke oever is een secundaire waterkering. Dit betekent dat alle werkzaamheden binnen 30 m uit de oever, afhankelijk van het soort werkzaamheden, melding- of vergunningplichtig zijn.

Oppervlaktewater overig
In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het terrein van de IKEA ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Het streefpeil van het watersysteem in de wijk Kanaleneiland bedraagt 0.05 m +NAP.

Grondwater
Door Lichtveld Buis & Partners (LBP) is een verkennend bodemonderzoek (kenmerk R074041aaA3.djs) uitgevoerd. Om de bodemsituatie vast te stellen zijn 28 boringen tot 0.5 m –mv en 8 boringen tot 2.0 m –mv verricht, 2 ervan zijn uitgevoerd als peilbuis. Ten behoeve van de geplande uitbreiding is in het najaar 2008 en voorjaar 2009 door IKEA Beheer de stijghoogten van verschillende peilbuizen in het plangebied gemeten*. De resultaten hiervan zijn opgenomen in het verkennend bodemonderzoek.

* Normaliter treedt de jaarlijks hoogste grondwaterstand op in maart-april.

Omdat het plangebied naast het Amsterdam-Rijnkanaal gelegen is, zal het streefpeil van dit kanaal (0.40 m –NAP) de grondwaterstand reguleren. Hierdoor zal het grondwaterpeil gemiddeld globaal gelijk zijn aan de waterstand in dit kanaal. De isohypsenkaart (met lijnen van gelijke stijghoogten) van de gemeente Utrecht waarin een langdurige grondwatermonitoring verwerkt is, bevestigt dit. Het grondwaterpeil van het IKEA terrein schommelt volgens deze bron rond 0.40 – 0.30 m –NAP. Indien de gemeten grondwaterstanden ruim boven dit niveau liggen, is er sprake van hangwater of van een schijngrondwaterspiegel, veroorzaakt door de aanwezige kleilaag. De grondwaterstroming wordt op basis van TNO grondwaterkaarten geschat op zuidwestelijke stroming.

Ontwateringsdiepte en drooglegging
Uitgaande van de isohypsenkaart bedraagt de huidige ontwateringsdiepte, het niveauverschil tussen maaiveld (gem. 1.55 m +NAP) en de hoogste grondwaterstand (gem. 0.30 m –NAP), circa 1.85 m. Deze waarde voldoet ruimschoots aan de gemeentelijke norm. Op basis van het streefpeil van het Amsterdam-Rijnkanaal en de secundaire waterkering bedraagt de drooglegging, het niveauverschil tussen maaiveld / gemeten hoogte van de oeverbescherming (2.00 m +NAP) en het streefpeil gem. 0.40 m –NAP), nabij de oever circa 2.4 m en ten opzichte van de sportvelden circa 1.95 m.

Bodem
Het maaiveld van het plangebied bevindt zich op circa 1.45-1.65 m +NAP. Op basis van historisch onderzoek en de huidige functie van het plangebied beschouwt LBP het terrein als een onverdachte locatie. Ook uit veldwerk en de bemonstering van de peilbuizen blijkt dat het terrein milieutechnisch geschikt is voor de beoogde functie.

De boorprofielen bij het bodemonderzoek geven een duidelijk beeld van de bodemopbouw en gelaagdheid. Ter plaatse van de sportvelden bestaat de bovenste laag van de ondergrond tot ca. 0.3 -0.5 uit zand (matig fijn, zwak siltig), hieronder bevind zich een kleilaag (zwak zandig). Door de dieptebeperking van de boring is de dikte hiervan onbekend. Uit boringen ten behoeve van de peilbuizen (langs de Rooseveltlaan en Columbuslaan) blijkt dat hier een kleilaag van ca. 0.5 m –mv tot 3.7 - >4.0 m aanwezig is. Het is aannemelijk dat deze kleilaag ook onder de sportvelden aanwezig is.

5.10.3 Bestaande situatie: kenmerken waterketen

Riolering
In de bestaande situatie zijn de afvoerende oppervlakken van het IKEA terrein, de daken en verhardingen, aangesloten op het gemengde stelsel van de gemeente Utrecht. In een gemengd stelsel wordt vuilwater en hemelwater gezamenlijk / gemengd getransporteerd naar de zuivering. De aangrenzende riolering (diameter 300-450 tot 600-900 mm) maakt deel uit van bemalingsgebied Kanaleneiland en voert via omliggende bemalingsgebieden uiteindelijk af op de rwzi aan het Zandpad. Er is geen (verbeterd) gescheiden stelsel in de nabijheid aanwezig.

Tussen het IKEA terrein en de Rooseveltlaan, ligt in de oostelijke berm van deze weg een gemengd riool 400 mm (1974) en 300/450 (1958) waar in ieder geval de kolken op zijn aangesloten en waar een inprikker van de persleiding van het Rijkswaterstaatkantoor op loost.

5.10.4 Toekomstige situatie: waterhuishouding

Op basis van het ruimtelijk ontwerp heeft Civilsupport een vlakkenkaart met balanstabel opgesteld (zie bijlage A) waarin de afvoerende oppervlakken (daken en verhardingen) van de huidige en de nieuwe situatie zijn weergegeven. Hieruit blijkt dat het op het gemengd stelsel aangesloten oppervlak door afkoppeling afneemt met circa 1.18 ha. Ten gevolge van de uitbreiding neemt het dakoppervlak met circa 3.48 ha toe.

Omgang met hemelwater: daken
De geplande IKEA uitbreiding leidt tot een toename van verhard en afvoerend oppervlak met circa 2,3 ha. De toename betreft vooral dakoppervlak en/met sportvelden van kunstgras, dat als 'schoon mag worden verondersteld. Om de op het dak van de parkeergarage aangelegde sportvelden te ontwateren, wordt een drainagesysteem aangelegd dat op een ringleiding kan worden aangesloten. Door deze ringleiding als transport- infiltratieleiding (IT) uit te voeren, kan het eventueel vrijkomende capillair/kwelwater direct en lokaal worden geïnfiltreerd zodat de situatie als hydrologisch neutraal kan worden beschouwd.

Ten behoeve van de functie en infiltratiecapaciteit van het IT-riool, dient voor het lozingspunt op het Amsterdam-Rijnkanaal een drempelconstructie te worden toegepast zodat volledige vulling en maximale infiltratie mogelijk is. Bovendien dient het IT-riool in een aggregaat (grind/drainzandkoffer) te worden aangelegd waarbij storende kleilagen over voldoende diepte worden vervangen voor grondverbetering.

De bergings- en infiltratiecapaciteit van het IT-systeem dient te worden afgestemd op de lozingseisen van Rijkswaterstaat, de eigenaar en beheerder van het Amsterdam-Rijnkanaal. Omdat het dakwater 'schoon' water is, hoeft er geen zuiverende voorziening te worden toegepast. Daarnaast is voor de locatie en de uitvoering van het lozingspunt goedkeuring van Rijkswaterstaat nodig en zal voor het lozen een melding gemaakt worden in het kader van het besluit "Lozen buiten inrichtingen".

IKEA koppelt het gehele huidige, op het gemengd stelsel aangesloten, verhard oppervlak (verharding+dakvlak totaal circa 2.2 ha) af en sluit dit aan op het Amsterdam-Rijnkanaal. Hierdoor wordt de riolering aanzienlijk minder belast met relatief 'schoon' hemelwater. Het afgekoppelde oppervlak compenseert bovendien de toename aan afvoerend oppervlak.

Omdat er in de nabijheid van het plangebied geen ander geschikt oppervlaktewater beschikbaar is dan het Amsterdam-Rijnkanaal en de ruimte ontbreekt om nieuw oppervlaktewater te realiseren, wordt het van het dak afkomstige hemelwater op het kanaal geloosd. Gezien de korte transportafstand en de robuustheid van dit oppervlaktewater, is deze oplossingsrichting de meest doelmatige. Rijkswaterstaat heeft aangegeven lozing op het Amsterdam-Rijnkanaal onder voorwaarden toe te staan.

Omgang met hemelwater: verhardingen
Met de uitbreiding van IKEA wordt de bestaande Rooseveltlaan opgeschaald naar een volwaardige ontsluitingsweg. De benodigde verbreding en herinrichting leidt tot een toename van verhard en afvoerend wegoppervlak ter hoogte van het IKEA complex en het Rijkswaterstaat kantoor. De Rooseveltlaan is in de huidige situatie met kolken aangesloten op het gemengde stelsel. Deze situatie blijft gehandhaafd, het extra verhardingoppervlak (0,14 ha) zal ook op het gemengde stelsel afvoeren. Het hemelwater dat op de ontsluitingsweg op het terrein van Rijkswaterstaat valt (0.20 ha), wordt via een voorzuivering (bermpassage/helofytenveld/plasdras-zone) geloosd op de aangrenzende watergang. Afhankelijk van de weggeometrie (dwarsprofiel) is rechtstreekse, oppervlakkige afstroming en voorzuivering via de berm mogelijk.

Omgang met grondwater: parkeergarage
De geplande parkeergarage en de laad- en loszone wordt verdiept uitgevoerd. Het parkeerniveau –het vloerpeil van het laagst gelegen dek- bedraagt circa 1.30 m –mv of ca. 0.25 m +NAP. Uitgaande van de Isohypsenkaart bedraagt de ontwateringsdiepte ter plaatse van de verdieping circa 0.55 m.

In het ontwerp wordt de bodemconstructie gevormd door de natuurlijk aanwezige kleilaag. De poeren van de betonnen draagconstructie worden gedragen door geboorde funderingspalen, de randafdichting wordt gerealiseerd met vrijgekomen klei. De zeer slecht doorlatende kleilaag fungeert hierbij als een semi-waterdichte afdichting. Afhankelijk van de afdichting tussen de funderingsconstructie en de kleilaag kan incidenteel capillair water (ten gevolge van een schijngrondwaterspiegel) of kwel binnendringen. Met een drainagesysteem kan dit capillair-/kwelwater worden ingezameld en afgevoerd naar de IT-ringleiding waar het direct infiltreert (retoursysteem).

Toekomstige situatie: Riolering
Het huidige huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater blijft aangesloten op het bestaande gemengde stelsel. De extra droogweerafvoerproductie ten gevolgde van de uitbreiding is beperkt en verwaarloosbaar ten opzichte van de afname aan hemelwaterafvoer door het afkoppelen.

Aansluiting van de extra verharding door de verbreding van de Rooseveltlaan leidt niet tot extra belasting van het gemengd stelsel. Hetzelfde stelsel wordt namelijk aanzienlijk ontlast door de afkoppeling van dakvlak.

Conclusie
De geplande parkeergarage leidt niet tot extra grondwateronttrekking omdat de ontwateringsdiepte op het niveau van het onderste parkeerdek circa 0.55 m bedraagt. Het afkoppelen van 2.2 ha dakvlak en het aansluiten van nieuw dakvlak op het Amsterdam-Rijnkanaal is zowel voor de riolering als het watersysteem een doelmatige oplossing.

5.10.5 Resultaten van het overleg met de waterbeheerder (Wateradvies)

In het kader van het overleg artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, is het voorontwerp bestemmingsplan Woonboulevard kanaleneiland IKEA, naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) gestuurd. In het proces van de watertoets voor ruimtelijke plannen wordt in dit stadium een wateradvies van de waterbeheerder verlangd.

Het advies is gebaseerd op de waterparagraaf die is gemaakt t.b.v. het bestemmingsplan IKEA en op de contacten met het waterschap, Rijkswaterstaat en IKEA op 5 januari 2010.

HDSR adviseert positief over het plan. De waterparagraaf uitbreiding IKEA (d.d. 7 januari 2010) voldoet aan artikel 3.1.6 lid 1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening: een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (grondwater, hemelwater, waterkwaliteit, waterkering).

Het plan is voldoende afgestemd met Rijkswaterstaat en het waterschap in dit stadium van planvorming. Op deze manier voldoet het bestemmingsplan aan het stand still beginsel en heeft het plan bij uitvoering een verbetering voor de riolering tot gevolg.