Plan: | Woonboulevard kanaleneiland IKEA e.o. |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPWOONBOULKANIKEA-0601 |
Het Streekplan Utrecht (2004) is van rechtswege in 2008 omgezet in een structuurvisie en blijft onverminderd gelden. De provincie geeft aan dat het ruimtelijk beleid voor een belangrijk deel is ingegeven door het principe van beheerste groei. GS willen zo de aantasting van waardevolle en kwetsbare open ruimte door nieuwe verstedelijking zoveel mogelijk vermijden. Ook willen zij de contrastwerking tussen stad en land versterken. In verband daarmee is het gewenst om nieuwe bouwmogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied goed te benutten. Het Streekplan constateert een tekort aan locaties met vrijetijdsvoorzieningen in de stad Utrecht. Op de kaart van het streekplan is de woonboulevard vastgelegd als locatie voor vrijetijdsvoorzieningen. In dat kader wordt het van belang geacht dat de woonboulevard wordt geherstructureerd.
Het centrale thema voor het plan is beheerste dynamiek. Bezoekers aantrekkende detailhandel en leisure worden bij voorkeur langs de economische ontwikkelingsassen A2 en A12 gelegen en bij goed per openbaar vervoer bereikbare locaties. Het beleid van de regio gaat uit van het handhaven van de bestaande grootschalige perifere detailhandelsvestigingen (zoals Meubelboulevard Kanaleneiland Zuid) aangevuld met Utrecht Stationsgebied, Leidsche Rijn en Nieuwegein Centrum. Het RSP biedt het kader voor regionale afstemming in de vorm van uitvoeringsafspraken tussen gemeenten die doorwerken naar het plangebied.
Plannen voor ontwikkeling van grootschalige voorzieningen, waaronder grootschalige detailhandel en leisure worden in regionaal verband afgestemd. Bij de afstemming en toetsing worden de effecten voor mobiliteit en bereikbaarheid, effectief ruimtegebruik en de effecten op de bestaande detailhandelsstructuur (ontwrichting van het voorzieningenniveau) en economische draagvlak betrokken;
De ontwikkeling van kantoorfuncties op bedrijventerreinen wordt zo veel mogelijk beperkt. De kantoorruimte mag niet worden afgesplitst en niet separaat gebruikt worden door een andere solitaire kantoorgebruiker. Voor nieuwe bestemmingsplannen geldt een maximum van 50% bedrijfsgebonden kantoren. Hierbij geldt een maximum van 2.000 m2 bvo bedrijfsgebonden kantoorfunctie per pand. Onder bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken tot een maximum van 4.000 m2.
In 'A12 Centraal, ontwikkelingsperspectief 2040' is de ambitie voor een duurzame stedelijke ontwikkeling van dit gebied verder uitgewerkt. De samenwerkende partners hebben de ambitie voor het A12 gebied benoemd: "Het gebied biedt de mogelijkheid de stedelijke gebieden van Nieuwegein en Utrecht, die nu nog met de rug tegen elkaar liggen, beter met elkaar te verbinden. Daarbij kan ruimte worden gecreëerd voor een groot aantal nieuwe woningen.
De kanalen en vaarten kunnen beter tot hun recht komen en intensiever worden gebruikt.
Dankzij de snelweg en een sterke verbetering van het openbaar vervoer biedt de A12 zone tussen Oudenrijn en Lunetten straks niet alleen een uitstekende locatie voor grote publiekstrekkers zoals centra voor congressen, cultuur, onderwijs en innovatieve bedrijvigheid, maar ook voor wonen, sport en recreatie. In de A12-zone kan ruimte worden gevonden voor grootschalige voorzieningen als stadions en zwembaden wanneer de Olympische Spelen in 2028 naar de Randstad zouden komen.
Er kan meer groen in het stedelijk gebied komen door het maken van een groene verbinding tussen de Nieuwe Hollandse Waterlinie en het Groene Hart. De Nieuwe Hollandse Waterlinie kan in het oosten worden versterkt tot een aantrekkelijk landschap, goed bereikbaar voor de inwoners van de Utrechtse regio."
Op dit moment wordt er gezamenlijk gewerkt aan een verbreding en verdieping van dit ontwikkelingsperspectief. Het A12 perspectief is een ambitiedocument dat in ontwikkeling is en moet op vele punten nog nader worden ingevuld. In het document wordt rekening gehouden met een ontwikkeling van het gebied vanaf 2020. Bij de beleidsontwikkeling kan echter niet voorbij worden gegaan aan de bestaande functies in het gebied en het eerdere beleid dat daarvoor is vastgesteld. Hierin is ingezet op een kwaliteitsverbetering van de woonboulevard. Het nieuwe beleid zal, om succesvol te kunnen zijn, moeten voortborduren op de bestaande kansen in het gebied. De herstructurering van de woonboulevard en de uitbreiding van IKEA kunnen daaraan een positieve bijdrage kan leveren. IKEA is een voornaam onderdeel van de Meubelboulevard. Samen zijn zij een belangrijke publiekstrekker in dit deel van Utrecht. IKEA zet met haar uitbreiding op diverse aspecten in op een innovatieve manier van verstedelijking in dit deel van de A12 zone. De Meubelboulevard krijgt een nieuwe ontsluiting voor zowel autoverkeer als voor fietsverkeer die de barrièrewerking van de Rijksweg A12 vermindert. De oriëntatie van delen van het gebouw wordt op het Amsterdam-Rijnkanaal gericht. Hierbij is bovendien sprake van een opwaardering van de ruimte tussen de vestiging en het kanaal. Dit versterkt de relatie tussen de Meubelboulevard en het Amsterdam-Rijnkanaal. Op de locatie van IKEA wordt een vergaande vorm van dubbel grondgebruik ingezet om het ruimtebeslag te verminderen door de combinatie van ontsluitingsweg, gebouwd parkeren, voetbalveld, winkel en magazijn. De voorgestelde ontwikkeling integreert de nieuwe functies 'sport' en 'kantoor' met de al bestaande functies van de Meubelboulevard. De voorgestelde ontwikkeling sluit daarmee in hoofdlijnen goed aan op de ontwikkeling van het gebied rond de kanalen tot het gemengde stedelijk milieu uit het ambitiedocument voor de A12 zone.
Het Waterbeheersplan beschrijft de doelstellingen en het beleid voor zowel het waterkwaliteits- als het waterkwantiteitsbeheer. Het beleid is vooral gericht op het minimaliseren van wateroverlast en watertekort, het zoveel mogelijk voorkomen van het inlaten van gebiedsvreemd water van minder goede kwaliteit, het tegengaan van verdroging en het bestrijden van de eutrofiëring. Inmiddels heeft het Hoogheemraadschap een uitgebreide studie verricht naar de huidige visie op het waterbeheer, mede in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen en met het oog op klimaatverandering. Deze is vastgelegd in de Waterstructuurvisie. De effecten van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden door de waterbeheerder afgewogen in een watertoets.