Plan: | Van Sijpesteijnkade, Westflank Noord-HOV, Stationsgebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPVSIJPWESTHOVSTAT-0601 |
Bij het bestemmingsplan dient getoetst te worden of de bodemkwaliteit geschikt is of geschikt gemaakt kan worden voor de geplande functies. Het gemeentelijk bodembeleid gaat uit van de volgende algemene uitgangspunten uit de Wet bodembescherming:
Bij een aanvraag van een omgevingsvergunning dient een bodemonderzoek conform de NEN 5740 te worden verricht. Op basis van dit onderzoek wordt beoordeeld of de locatie geschikt is voor de geplande functie of dat er nog een nader onderzoek en/of een bodemsanering noodzakelijk is, voordat de locatie geschikt is voor de geplande functie. Als er voor de bouwwerkzaamheden een grondwateronttrekking nodig is, moet rekening gehouden worden met nabij gelegen grondwaterverontreinigingen.
Het plan is geprojecteerd op verontreinigde bodem, zoals vastgesteld middels nader onderzoek [ref. 1.]. Op de locatie is een verontreinigingsgeval vastgesteld, namelijk 'Geval 105'. Dit geval is in figuur 1 met een rode lijn weergegeven. De verontreiniging is voornamelijk te relateren aan de vermenging van koolas, sintels en puin met grond veroorzaakt door een jarenlange bedrijvigheid op het terrein (o.a. opslagplaats van Van Gend en Loos). Tot medio 2010 deed het terrein dienst als parkeerterrein en was het geheel verhard.
Afbeelding 5.2 :Ligging van gevalsgrens t.p.v.Westflank Noord (rode lijn). De gekleurde gebieden werden reeds i.h.k. van eerdere projecten gesaneerd
Grond
Geval 105 betreft een heterogene, immobiele verontreiniging met zware metalen, PAK en minerale olie (zware fractie) tot 1 a 2 m-mv waarvan het destijds (2002) niet mogelijk werd geacht om een inschatting te geven van de omvang van de sterke verontreiniging. Wel is in het nader bodemonderzoek geconcludeerd dat de norm van 25 m3 sterk verontreinigde grond ruimschoots wordt overschreden. Op basis hiervan betreft het NS-saneringsgeval 105 een geval van ernstige bodemverontreiniging. Vanwege het ontbreken van risico's voor de volksgezondheid en het milieu is de sanering destijds als niet urgent (thans: niet-spoedeisend) beoordeeld. De beschikte gevalscontour staat weergegeven als een rode lijn in afbeelding 5.2.
Voor de verschillende verontreinigingen in de strook tussen de Mineurslaan en Utrecht CS is in 2002 een raamsaneringsplan [ref. 2] opgesteld, waarmee het kader voor de uit te voeren saneringen is vastgelegd. Hierin staat dat voorafgaand aan de specifieke graaf-/bouwwerkzaamheden binnen de gevalscontour van 105 –bijvoorbeeld de bouw van de parkeergarage- een plan van aanpak [ref. 3] dient te worden opgesteld. De gemeente Utrecht moet hier vervolgens goedkeuring op verlenen.
Buiten de voorgenomen ontgravingen in het kader van Westflank Noord blijft verontreiniging achter van NS-saneringsgeval 105. Eventuele contactrisico's worden weggenomen door de aanwezige/aan te leggen verharding.
Grondwater
Ter plaatse van de planlocatie zijn in het grondwater licht verhoogde concentraties aan zink, cadmium en minerale olie aangetoond. Er is éénmalig een streefwaarde-overschrijding van tetrachlooretheen en 1,1,1-trichloorethaan aangetroffen. Deze licht verhoogde gehalten hebben geen gevolgen voor de ontwikkeling van het plangebied.
In het diepere grondwater is daarnaast sprake van omvangrijke binnenstedelijke grondwaterverontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen, veroorzaakt door vele voormalige activiteiten verspreid over Utrecht. De Projectorganisatie Stationsgebied (POS) is in het kader van de Wet bodembescherming beschikkinghouder voor de aanpak/behandeling van de (diepe) grondwaterverontreiniging.
Tijdens de bouwwerkzaamheden zal het nodig zijn grondwater te onttrekken. Dit dient te worden gemeld middels een Melding Activiteiten Ondergrond (MAO). Een en ander in het kader van saneringsplan 'Biowasmachine'.
De locatie van de HOV staat weergegeven in afbeelding 5.3. De HOV-baan loopt over de huidige Mineurslaan, kruist de Leidsche Rijn middels een verhoogd viaduct en kruist vervolgens de sporen via de Leidse Veertunnel.
Afbeelding 5.3 :Ligging van de toekomstige HOV-baan met kruising over Leidsche Rijn (bron: 'VO Van Sijpesteijnkade Ontwerprapportage', door Witteveen en Bos, 2013)
Waterbodem
Ten behoeve van de aanpassingen aan de ligging/breedte van de Leidsche Rijn dient een deel van de waterbodem te worden ontgraven. De kwaliteit van het slib is in opdracht van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vastgelegd in 'Overzichtskaart bodemkwaliteit -Toetsing generiek beleid toepassen oppervlaktewater, gehele centrum' d.d. 4-04-2008 door Niebeek Milieumanagement BV [ref. 6]. Hieruit blijkt dat de kwaliteit van de waterbodem oostelijk van Westplein aangemerkt kan worden als Klasse B.
Afbeelding 5.4: Slibkwaliteit in de Leidsche Rijn ter hoogte van de Van Sijpesteijnkade
Grond
De aanleg van de HOV gaat gepaard met enig grondverzet. Het huidige maaiveld van circa 2,30 NAP+ zakt in de toekomst via een tussenniveau van circa 1,30 NAP+ naar het peil van de onderdoorgang Van Sijpesteijntunnel (0,07 NAP+). Ook ter plaatse van de landhoofden voor het HOV-viaduct over de Leidsche Rijn wordt grondverzet voorzien.
In verband met bovengenoemde ontgravingen is een historisch bodemonderzoek uitgevoerd. Er zijn daarbij geen potentieel verdachte locaties aangetroffen voor zover het de toekomstige HOV betreft. Ter plaatse van het toekomstig tracé van de HOV-baan naar de Vleutenseweg is een demping aangetroffen. Het betreft de gedempte Vleutense Wetering. Er wordt voor dit tracédeel echter niet zodanig diep grondverzet voorzien dat er in het dempingsmateriaal gegraven zal worden.
Saneringen
Het voorliggende voorstel is om te komen tot de ontwikkeling van een parkeergarage met in totaal vijf lagen waarvan de drie bovenste lagen boven maaiveld en op ongeveer gelijk niveau als bij het Stadskantoor en twee lagen onder maaiveld. Deze nieuwe parkeergarage sluit aan op de parkeergarage van het Stadskantoor (3 lagen boven de grond).
Het bouwplot van deze nieuwe parkeergarage beslaat ook een deel van de bestaande bebouwing Van Sijpesteijnkade. De bouw van de parkeergarage + entree gaan gepaard met aanzienlijke hoeveelheden grondverzet en enige mate van grondwateronttrekking
De geplande entree van de parkeergarage ligt op het terrein van de woningen die recentelijk zijn aangekocht door NSS: Van Sijpesteijnkade 1 t/m 11. De parkeerplaatsen zelf liggen op 'oud-NSterrein'.
Zie onderstaande figuur
Afbeelding 5.5: Toekomstige parkeergarage WFN en entree t.p.v. Van Sijpesteijnkade 1 – 11
Dit betekent dat SBNS dat deel van de sanering van geval 105 voor haar rekening neemt dat samenvalt met de ontgraving t.b.v. de parkeergarage. Een en ander op basis van het convenant tussen SBNS en de NS-partijen. Een eventuele verontreiniging t.p.v. het deel van de entree dat geprojecteerd is op Van Sijpesteijnkade 1 t/m 11 zou -voor zover niet veroorzaakt door NS-activiteiten- voor rekening van NSS zijn. In de ontwerpfase zullen hierover contractuele afspraken tussen NSS, gemeente en SBNS worden gemaakt.
In tabel 1 worden per planonderdeel en per bodemcompartiment de verontreinigingen en maatregelen t.b.v. realisatie van bestemmingsplan WFN/HOV weergegeven.
Tabel 5.5 verontreinigingssituatie WFN/HOV en voorgestelde maatregelen
Referenties
1. Bodemonderzoek Weststrook Mineurslaan, DHV, registratienummer RA-MN20021873, 5 juni 2002.
2. Saneringsplan Weststrook Mineurslaan, DHV, registratienummer RA-MN20021325, 13 juli 2002.
3. Plan van aanpak, Witteveen+Bos, kenmerk SBNS51-1/boud2/001, 29 oktober 2009.
4. Melding afwijking plan van aanpak, Witteveen+Bos, SBNS51-1/zegv/034, 16 juli 2010.
5. Beschikking gemeente Utrecht, 9 oktober 2002.
6. 'Overzichtskaart bodemkwaliteit -Toetsing generiek beleid toepassen oppervlaktewater, gehele centrum' d.d. 4-04-2008 door Niebeek Milieumanagement BV
7. 'VO Van Sijpesteijnkade Ontwerprapportage', door Witteveen en Bos, kenmerk UT674-1/marr2/028, d.d. 5 maart 2013
8. Historisch onderzoek HOV/Van Sijpesteijnkade te Utrecht, door AA&C Nederland B.V., kenmerk 12-6407 d.d. 12 april 2013.